Artikel 3 Cultuur en Ontspanning
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen
De voor ‘Cultuur en Ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
dagrecreatie en vermaak in de vorm van een themapark en het houden van dieren, met dien verstande dat:
ter plaatse van de aanduiding 'bos' uitsluitend bos met bescherming en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden en handhaving van het duurzame karakter is toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' uitsluitend landschapselementen met bescherming en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden en handhaving van het duurzame karakter zijn toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein' uitsluitend parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de entree van het themapark zijn toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding ‘evenemententerrein’ tevens evenementen zijn toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca 1' tevens een horecavoorziening zijnde horeca van categorie 2 is toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca 2a' en 'specifieke vorm van horeca - horeca 2b' tevens een horecavoorziening zijnde horeca van categorie 3 en een zalencentrum zoals bedoeld onder horeca categorie 4 zijn toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - attracties' tevens voorzieningen voor attracties zijn toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - tropenhal' tevens een tropenhal, inclusief parkgerelateerde ondergeschikte voorzieningen zoals een kassagebouw, kantoren en toiletgebouw, is toegestaan;
ondergeschikte horeca van categorie 1 en 2;
ondergeschikte detailhandel;
terrassen;
en daarbij behorende:
ondergeschikte opslag;
groenvoorzieningen;
verhardingen uitsluitend ter bevordering van de toegankelijkheid voor voetgangers en fietsers;
straatmeubilair;
nutsvoorzieningen;
voorzieningen voor het opvangen, vasthouden (infiltreren), bergen en afvoeren van hemelwater.
3.1.2 Dubbelbestemming en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 16.4.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
Op de voor artikel 3.1 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: gebouwen, geen woningen zijnde, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het in de bestemmingsomschrijving toegestane gebruik.
Het bebouwingspercentage van de gronden binnen de bestemming mag niet meer bedragen dan 9 %.
3.2.2 Regels met betrekking tot gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2.1, de volgende regels:
Gebouwen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduidingen:
'bos';
'landschapswaarden';
'evenemententerrein';
'parkeerterrein', met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – entree'.
Ten behoeve van het themapark zijn per thema gebouwen toegestaan tot een maximale oppervlakte van 10% van de bij het betrokken thema in gebruik zijnde gronden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - tropenhal' mag een tropenhal met bijbehorende voorzieningen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 6.600 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - entree' mag een entreegebouw worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 15 m2.
Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van horeca - horeca 1', 'specifieke vorm van horeca - horeca 2a' en 'specifieke vorm van horeca - horeca 2b' mogen gebouwen ten behoeve van horecavoorzieningen worden gebouwd, met dien verstande dat het aanduidingsvlak volledig mag worden bebouwd.
De gezamenlijk oppervlakte aan gebouwen van ondergeschikte horeca onder 3.1.1 sub b mag ten hoogste 150 m2 bedragen, waarbij de oppervlakte per vestiging ten hoogste 25 m2 mag bedragen en het aantal vestigingen niet meer mag zijn dan 6.
De maximale goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven, met dien verstande dat de goothoogte van gebouwen ten behoeve van ondergeschikte horeca niet meer mag bedragen dan 3,20 meter.
Ter plaatse van bovengrondse bebouwing is ondergrondse bebouwing toegestaan tot een maximale diepte van 4,00 meter en een maximale oppervlakte gelijk aan de bovengrondse bebouwing.
3.2.3 Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2.1, de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduidingen 'bos' en ´landschapswaarden´ zijn uitsluitend de bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3,00 meter.
De bouwhoogte van dierenverblijven mag niet meer bedragen dan 10,00 meter.
De bouwhoogte van volières mag niet meer bedragen dan 15,00 meter.
De bouwhoogte van attracties mag niet meer bedragen dan 15,00 meter.
De bouwhoogte van lantaarnpalen en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 8,00 meter.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - entree' mag niet meer bedragen dan 12,00 meter.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10,00 meter.
3.2.4 Tijdelijke bouwwerken bij evenementen
Ter plaatse van de aanduiding ‘evenemententerrein’ zijn tijdens evenementen en de daarbij behorende op- en afbouwperiode tijdelijke bouwwerken zoals tenten, licht- en bewegwijzeringtorens, podia, terreinafzettingen en zendmasten toegestaan.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
De situering en de afmetingen van gebouwen.
De situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.3.2 Voorwaarden aan het stellen nadere eisen
De nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld, dan wel indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing in de bestaande bebouwing.
Ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Ter bescherming van de verkeersveiligheid.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Inrichting themapark
De oppervlakte van de gronden, die per thema zoals bedoeld in 3.1.1 in gebruik zijn, dient ten minste 300 m2 per thema te bedragen.
Het houden van dieren is uitsluitend toegestaan mits ondergeschikt aan en passend bij de themagerichte dagrecreatieve voorzieningen.
3.4.2 Horeca en terrassen
Gebouwen en bouwwerken mogen worden gebruikt voor ondergeschikte horeca van categorie 1 en 2, met dien verstande dat aansluitend terrassen voor horeca zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca 1' is een horecavoorziening zijnde horeca van categorie 2 toegestaan, met dien verstande dat aansluitend terrassen voor horeca zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca 2a' en 'specifieke vorm van horeca - horeca 2b' is een horecavoorziening zijnde horeca van categorie 3 en een zalencentrum zoals bedoeld onder horeca categorie 4 toegestaan, met dien verstande dat aansluitend terrassen voor horeca zijn toegestaan.
De totale gezamenlijke oppervlakte van terrassen behorende bij horecabedrijven mag niet meer bedragen dan 1.000 m2.
De totale gezamenlijke oppervlakte van terrassen, niet zijnde terrassen behorende bij horecabedrijven, mag niet meer bedragen dan 2.000 m2.
3.4.3 Detailhandel
Ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot een maximum van 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak, met een maximum van 500 m2 verkoopvloeroppervlak per detailhandelsvestiging;
Ondergeschikte detailhandel in de open lucht is toegestaan.
3.4.4 Parkeren
De noodzakelijke parkeervoorzieningen ten gevolge van nieuwe activiteiten c.q. functies zoals genoemd in artikel 3.1.1 worden op eigen terrein gesitueerd conform de normen zoals opgenomen in de bijlage bij de regels: 'Parkeernota Landgraaf 2008, d.d. 4 december 2007' en conform het bepaalde in 16.3.2.
3.4.5 Evenementen
Voor het gebruik van de gronden en bouwwerken voor evenementen gelden de volgende regels:
evenementen van categorie 1 ter plaatse van de aanduiding ‘evenemententerrein’:
zijn toegestaan voor maximaal 6 dagen per jaar met een maximale duur van 1 dag per evenement;
het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van het evenement mag ten hoogste 2 dagen duren, onmiddellijk voorafgaand aan het evenement en/of onmiddellijk na afloop van het evenement;
mogen per evenement maximaal 2.500 bezoekers trekken;
evenementen van categorie 1 ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – horeca 2a’:
zijn uitsluitend toegestaan binnen de ter plaatse aanwezige gebouwen;
zijn toegestaan voor maximaal 6 dagen per jaar met een maximale duur van 1 dag per evenement;
het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van het evenement mag ten hoogste 2 dagen duren, onmiddellijk voorafgaand aan het evenement en/of onmiddellijk na afloop van het evenement;
mogen per evenement maximaal 500 bezoekers trekken;
evenementen van categorie 1 ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – horeca 2b’:
zijn uitsluitend toegestaan binnen de ter plaatse aanwezige gebouwen;
zijn toegestaan voor maximaal 6 dagen per jaar met een maximale duur van 1 dag per evenement;
het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van het evenement mag ten hoogste 2 dagen duren, onmiddellijk voorafgaand aan het evenement en/of onmiddellijk na afloop van het evenement;
mogen per evenement maximaal 1130 bezoekers trekken;
evenementen van categorie 2 ter plaatse van de aanduiding ‘evenemententerrein’:
zijn toegestaan voor maximaal 12 dagen per jaar met een maximale duur van 2 dagen per evenement;
het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van het evenement mag ten hoogste 2 dagen duren, onmiddellijk voorafgaand aan het evenement en/of onmiddellijk na afloop van het evenement;
mogen per evenement maximaal 2.500 bezoekers per dag trekken;
evenementen van categorie 2 ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – horeca 2a’:
zijn uitsluitend toegestaan binnen de ter plaatse aanwezige gebouwen;
zijn toegestaan voor maximaal 12 dagen per jaar met een maximale duur van 2 dagen per evenement;
het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van het evenement mag ten hoogste 2 dagen duren, onmiddellijk voorafgaand aan het evenement en/of onmiddellijk na afloop van het evenement;
mogen per evenement maximaal 500 bezoekers per dag trekken;
evenementen van categorie 2 ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – horeca 2b’:
zijn uitsluitend toegestaan binnen de ter plaatse aanwezige gebouwen;
zijn toegestaan voor maximaal 12 dagen per jaar met een maximale duur van 2 dagen per evenement;
het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van het evenement mag ten hoogste 2 dagen duren, onmiddellijk voorafgaand aan het evenement en/of onmiddellijk na afloop van het evenement;
mogen per evenement maximaal 1130 bezoekers per dag trekken;
evenementen van categorie 3:
zijn uitsluitend toegestaan binnen de ter plaatse aanwezige gebouwen;
zijn het hele jaar toegestaan;
mogen per evenement maximaal 500 bezoekers per dag trekken;
bij de evenementen zoals bedoeld onder a tot en met g dient voldaan te worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in de bijlage bij deze regels: Parkeernota Landgraaf 2008, d.d. 4 december 2007’, waarbij nooit meer dan 60% van het totale terrein met de aanduiding ‘evenemententerrein’ per evenement gebruikt mag worden;
evenementen van categorie 1, 2 en 3 mogen niet gelijktijdig plaatsvinden;
evenementen zoals bedoeld in artikel 3.4.5 onder a tot en met g kunnen niet gelijktijdig plaatsvinden tenzij voldaan kan worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in de bijlage bij deze regels: Parkeernota Landgraaf 2008, d.d. 4 december 2007’;
er treden geen onomkeerbare gevolgen voor het landschap op;
de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4.6 Verboden gebruik
Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen voor en/of als:
risicovolle inrichtingen;
zoneringsplichtige inrichtingen;
wonen;
het opslaan, storten of bergen van materialen, voorwerpen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
verkooppunt voor motorbrandstoffen.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.5 sub a en sub d, ten behoeve van het toestaan van een evenement in categorie 1 of 2 ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' met maximaal 4.000 bezoekers per dag, mits:
in het themapark, buiten het evenement, geen andere activiteiten plaatsvinden;
voldaan worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in de bijlage bij deze regels: Parkeernota Landgraaf 2008, d.d. 4 december 2007’;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.5 sub a en sub d, ten behoeve van het toestaan van een evenement in categorie 1 of 2 ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' met maximaal 5.000 bezoekers per dag, mits:
voor het betreffende evenement een parkeerplan overhandigd wordt waaruit blijkt dat de parkeerbehoefte kan worden opgevangen.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Algemeen
Het is verboden om ter plaatse van de aanduidingen 'bos' en 'landschapswaarden' zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
het bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem.
3.6.2 Voorwaarden verlenen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waarden, belangen en doeleinden van de als 'bos' of 'landschapswaarden' aangeduide gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
3.6.3 Uitzondering
Het in artikel 3.6.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
werkzaamheden, normale onderhouds- en beheerswerkzaamheden zijnde;
werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd;
werken of werkzaamheden die noodzakelijk zijn ten behoeve van de ecologische structuur en/of waterhuishouding, de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap of natuur.