Plan: | Wijzigingsplan Noorderweg 94 in Wijdewormer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0880.BW2016005014-0401 |
1.1: Aanleiding van het project
De Firma Wayside heeft een agrarisch bedrijf, gelegen aan de Noorderweg 94 in de Wijdewormer. De Firma Wayside heeft het plan om dit huidige melkveebedrijf (melkkoeien) om te schakelen naar een melkgeiten bedrijf. Omdat de bestaande gebouwen qua omvang en inrichting niet voldoen aan de eisen voor dierwelzijn zal er een nieuwe stal gebouwd worden om de melkgeiten in te huisvesten. De bouw van deze nieuwe stal kan niet op het huidige bouwvlak gerealiseerd worden. Dit betekend dat het bouwvlak vergroot zal moeten worden. In het vigerend bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om onder voorwaarden het bouwvlak te vergroten. Voorliggend wijzigingsplan maakt de vergroting van het bouwvlak juridisch-planologisch mogelijk.
1.2: Ligging plangebied
Het plangebied ligt aan de Noorderweg 94 te Wijdewormer. In figuur 1 is de ligging van het plangebied aangegeven.
1.3: Vigerend bestemmingsplan
Het plangebied ligt in het bestemmingsplan “Landelijk gebied Wormerland” (onherroepelijk 5 november 2008) van de gemeente Wormerland. De gronden zijn bestemd als “Agrarisch gebied met landschapswaarden”. In figuur 2 is het bouwperceel gesitueerd. Middels een relatieteken zijn de twee bouwpercelen aan elkaar gekoppeld. Tussen de dikke zwarte lijnen is het bouwvlak aangeduid waarbinnen bebouwing mag zijn gesitueerd.
In artikel 3.7 van het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders om onder voorwaarden het agrarisch bouwvlak te vergroten. De voorwaarden voor het vergroten van het bouwvlak zijn:
De voorgenomen realisatie van de nieuwe geitenstal en daarmee het vergroten van het bouwvlak past niet in het vigerende bestemmingsplan maar wel binnen de grenzen van de wijzigingsbevoegdheid. In dit wijzigingsplan is de invulling toegelicht en op de noodzakelijke punten onderbouwd.
1.4: Leeswijzer
In de planbeschrijving, hoofdstuk 2, wordt ingegaan op de huidige situatie en de beoogde ontwikkeling. In hoofdstuk 3 is het relevante beleid beschreven en in hoofdstuk 4 is de NBvergunning beschreven. Ten slotte vindt in hoofdstuk 5 de toetsing van de beoogde ontwikkeling aan de wijzigingsregels plaats.
De Firma Wayside is in 2011 gestopt het melken van koeien. Deze koeien werden gemolken op een locatie aan de Zuiderweg nr. 48 in de Wijdewormer. Op de locatie aan de Noorderweg 94 werd het jongvee opgefokt. Door de regelgeving waren de toekomst mogelijkheden zeer beperkt en heeft de Firma besloten om in 2011 te stoppen met het melken van koeien. Zowel de koeien als het jongvee zijn toen verkocht. Inmiddels heeft de Firma Wayside het plan om geiten te gaan melken op de locatie aan de Noorderweg. Het plan is om een bedrijf te starten met toekomst mogelijkheden. De firma Wayside heeft het voornemen om in de komende jaren door te groeien naar 990 melkgeiten. Omdat de bestaande gebouwen te klein zijn zal er een nieuwe stal gebouwd moeten worden om deze geiten te kunnen huisvesten. Deze nieuwe stal zal niet passen binnen het vigerende bouwvlak. Een vergroting van het bouwvlak is dan ook noodzakelijk.
2.1: Bestaande situatie
De planlocatie is gevestigd op de Noorderweg 94, gelegen in de Wijdewormer. Het betreft een agrarisch bedrijf waar voorheen koeien werden gemolken. Daarna is er een aantal jaar jongvee opgefokt op deze locatie. De bestaande stal zal gebruikt worden voor het opfokken van de jonge geitjes. De melkgeiten komen in een nieuwe stal.
Het bedrijf heeft de beschikking over 28 hectare land. Hier zal op een duurzame manier gras geteeld worden. Naast ruwvoerwinning zal het grasland gebruikt worden om de geiten te weiden.
In onderstaande foto is duidelijk te zien op welke wijze het huidige bouwvlak is ingericht en welke bebouwing aanwezig is.
2.2: Toekomstige situatie
Om de melkgeiten te huisvesten zal er een nieuwe stal gebouwd moeten worden. Deze stal zal 66 meter lang en 35 meter breed worden. De stal wordt een potstal, de geiten zullen op stro gehuisvest worden. Dit komt ten goede aan het welzijn van de geiten. Het voorste gedeelte (eerste 16 meter) van de stal zal gebruikt worden voor de carrousel (melkstal), tanklokaal, kantine en separatieruimte.
In onderstaande afbeelding is de nieuwe ligboxenstal met melkstal in zijn totaal weergegeven in een luchtfoto. De nieuwe stal is in de lengte richting achter de bestaande stallen gesitueerd. Hierdoor valt de nieuwe stal niet zo op vanaf de weg (Noorderweg). Daarnaast blijft de “doorkijk”, ruimte tussen de stallen en de bebouwing van de Noorderweg 93, open. Hierdoor blijft het open karakter van de polder behouden.
2.3: Bouwvlak
Omdat het bestaande bouwvlak te klein is om de nieuwe stal op te plaatsen zal het bouwvlak vergroot moeten worden. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 3.7) die het mogelijk maakt om een agrarisch bouwvlak te vergroten tot 1,5 hectare.
2.3.1: Huidige bouwvlak
In figuur 5 is het bestaande bouwperceel weergegeven. Middels een relatieteken zijn de twee bouwpercelen aan elkaar gekoppeld. Binnen het bouwperceel ligt het bouwvlak, binnen dit bouwvlak mogen gebouwen gebouwd worden. Tussen de dikke zwarte lijnen is het bouwvlak aangeduid waarbinnen bebouwing mag zijn gesitueerd. Het bouwvlak begint op 16 meter vanaf de wegsloot.
Het bouwperceel aan de overkant van de weg is bestemd voor het opslaan van kuilvoer en mag niet bebouwd worden.
De oppervlakte van het bestaande bouwvlak (binnen dikke zwarte lijnen) bedraagt ongeveer 0,9 hectare. De exacte maat van het bouwvlak bedraagt 96 meter diep en 94 meter breed. Dit bouwvlak is voor een groot gedeelte al bebouwd met bestaande gebouwen. De nieuwe stal kan niet tussen de bestaande stallen en de Noorderweg 93 (Wen de Jong) geplaatst worden omdat de stal dan te dicht bij de woning van de Noorderweg 93 komt. Dit mag niet vanwege de regels omtrent geurnormen (Wet geurhinder en veehouderij) die voor geiten gelden. Het bouwvlak zal naar achteren (in de diepte) vergroot worden om aan de afstandregels omtrent geurnormen te voldoen. Een voordeel hiervan is dat de “doorkijk”, ruimte tussen de stallen en de bebouwing van de Noorderweg 93, open blijft (zie figuur 4). Hierdoor blijft het open karakter van de polder behouden.
2.3.2: Vergrootte bouwvlak
Het vergrootte bouwvlak zal 94 meter breed en 160 meter lang (diep) bedragen. Hiermee bedraagt de oppervlakte van het vergrootte bouwvlak 1,5 hectare. In figuur 6 ziet u een tekening van het vergrootte bouwvlak (rode lijnen).
Omdat de eerste 16 meter vanaf de wegsloot niet bebouwd mag worden zal het bouwvlak beginnen op 16 meter vanaf de wegsloot. Omdat het bouwvlak op 16 meter vanaf de wegsloot begint zal deze op 176 meter diepte eindigen. In figuur 7 zijn de maten van het vergrootte bouwvlak weergegeven.
Figuur 7: Afmeting vergrootte bouwvlak
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het voor het plangebied relevante vigerende beleidskader. Paragraaf 3.1 besteedt aandacht aan het Rijksbeleid. In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op het provinciaal beleid. In paragraaf 3.3 is het gemeentelijk beleid beschreven.
3.1: Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, vastgesteld op 13 maart 2012) staan de plannen van de Rijksoverheid voor ruimte en mobiliteit. Uit de SVIR blijkt dat het Rijk zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten gaat zitten en zich op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de belangen voor Nederland als geheel richt. Verstedelijkings- en landschapsbeleid laat het Rijk over aan de provincies en gemeenten. De uitbreiding van het bouwvlak ligt in een gebied waar nationale belangen nummer 4, 8 en 11 aan de orde zijn. Dit is respectievelijk het belang van de ondergrond, zoals bijvoorbeeld de ondergrondse infrastructuur en archeologie (nr. 4), het belang van het verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast (nr. 8) en het belang van het beschermen van natuurgebieden zoals Natura 2000 gebieden (nr. 11).
3.2: Provinciaal beleid
Structuurvisie Noord Holland 2040, Kwaliteit door veelzijdigheid
Met de structuurvisie 'Kwaliteit door veelzijdigheid' (vastgesteld 23 mei 2011) wil de provincie Noord-Holland bestaande kwaliteiten verder ontwikkelen. Om het gewenste toekomst beeld te realiseren wordt ingezet op de drie hoofdbelangen: Ruimtelijke kwaliteit, Duurzaam ruimtegebruik en Klimaatbestendigheid. De provincie Noord-Holland wil steden optimaal benutten en de landschappen open houden, maar ook ruimte bieden aan de economie en woningbouw.
Een vitale plattelandseconomie is belangrijk voor de Noord-Hollandse economie en een voorwaarde voor de leefbaarheid van gebieden. Het uitgangspunt is een ontwikkelingsgerichte strategie, met de ambitie dat daar waar nieuwe economische activiteiten mogen worden ontwikkeld, ook de kwaliteit van het gebied toeneemt.
De Provincie Noord-Holland onderscheidt voor de landbouw daarbij twee zones, een zone voor grootschalige landbouw en een zone voor gecombineerde landbouw. Het betreffend agrarisch bouwperceel ligt in de zone voor gecombineerde landbouw. In de zone voor gecombineerde landbouw zijn landschappelijk kwetsbare gebieden zoals veenweidegebieden of cultuurhistorisch waardevolle gebieden karakteristiek. Het landschap bepaalt waar en welke ruimte wordt geboden aan de bedrijfsontwikkeling. In de gebieden waar schaalvergroting niet of slechts gedeeltelijk mogelijk is, wordt meer ruimte geboden voor nieuwe economische activiteiten (verbreding). Vormen van nieuwe economische activiteiten zijn agrarisch natuurbeheer, landschapsbehoud, recreatie, verkoop aan huis, verwerking vanproducten, zorg, educatie en energie.
Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie
In maart 2013 is de meest recente Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie (Prvs) vastgesteld. Voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid staan de provincie, naast de bekende bestuurlijke middelen als subsidies, overleg, convenanten en dergelijke, diverse juridische instrumenten ter beschikking, zoals de Prvs. De Prvs is het aangewezen instrument als het gaat om algemene regels omtrent de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen of ruimtelijke onderbouwingen.
De locatie is gelegen in een gebied dat door de provincie is aangewezen als ´gebied voor gecombineerde landbouw´. Artikel 28 is voor deze situatie van toepassing. In dit artikel wordt gesteld dat agrarische bouwpercelen in het 'gebied voor gecombineerde landbouw' maximaal 1,5 hectare groot mogen zijn. In afwijking hiervan kan een bestemmingsplan voorzien in een groter bouwperceel tot ten hoogste 2 ha mits de noodzaak daartoe blijkt uit een bedrijfsplan.
3.3: Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Wormerland 2025
Het gemeentelijke beleid is vastgesteld in de Structuurvisie Wormerland 2025. Met de vaststelling van de structuurvisie wordt tegelijkertijd de ambitie voor Wormerland voor 2025 vastgelegd. Deze laat zich als volgt vertalen:
Wormerland is een diverse gemeente met een schat aan cultuurhistorische waarden. Dit door een samenspel van veenweidelandschap, het water, de droogmakerijen en de karakteristieke kernen. De gemeente heeft meerdere gezichten en wordt gekenmerkt door een landschappelijke tweedeling. De noordelijke helft bestaat uit het open veenweidegebied waar rust, ruimte, natuur en extensieve recreatie hand in hand gaan. Het zuidelijke deel bestaat uit de droogmakerij De Wijde Wormer, waar openheid, agrarische productie en duurzame energie in samenhang bestaan. De kernen en de linten liggen op het snijvlak van deze twee landschappen.
Het veenweidegebied is het unieke open landschap met hoge natuurwaarden, maar vormt eveneens een onderdeel van het regionale recreatieve routenetwerk. Met oog voor de natuuren landschapswaarden is het veenweidegebied toegankelijk voor verschillende kleinschalige vormen van extensieve recreatie, passend bij het karakter van het landschap. De droogmakerijen vormen het agrarisch productiegebied voor de gemeente. Agrariërs hebben hier alle ruimte om een duurzame en klimaatbestendige bedrijfsvoering voort te zetten. Een duurzame agrarische productie met oog voor de toekomst en ruimte voor verbreding van de agrarische sector voert hier de boventoon. De gestelde ambitie is gebaseerd op de huidige en gewenste identiteit van Wormerland en kent een aantal componenten die als het ware als de hoofdopgaven (visie op hoofdlijnen) van deze structuurvisie kunnen worden geformuleerd. Deze visie op hoofdlijnen betreft:
Wijdewormer
De droogmakerijen in de gemeente Wormerland verschillen qua functioneel gebruik enigszins van elkaar. De Wijde Wormer is een overwegend agrarische droogmakerij met een sterke agrarische sector. Voor De Wijde Wormer ligt de nadruk dan ook op het verder uitbouwen en versterken van een duurzame agrarische sector. Dit uiteraard binnen de bestaande mogelijkheden van wet- en regelgeving. De agrariër in De Wijde Wormer krijgt de ruimte om zijn bedrijfsvoering verder uit te bouwen en schaalvergroting mogelijk is. Het is daarbij van belang dat deze schaalvergroting zorgvuldig wordt ingepast in het landschap. Denk hierbij aan het respecteren van historische kavelgrenzen, de blokvormige verkavelingstructuur en nieuwe investeringen in het landschap. Daarnaast is een zogeheten verbreding op het gebied van recreatie toegestaan. Verder kunnen dakvlakken van agrarische bedrijven gebruikt worden voor vormen van duurzame zonne-energie. Ook zijn kleinschalige vormen van windenergie toegestaan.
Gebiedsbescherming in Nederland is geregeld middels de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998, welke in 2005 in werking is getreden. Deze gebieden worden Natura 2000 gebieden genoemd. In de omgeving van de Wijdewormer zijn een aantal Natura 2000 gebieden gesitueerd. De Natura 2000 gebieden Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder en het gebied Ilperveld, Varkensplan, Oostzanerverld & Twiske liggen het dichtst in de buurt van de Wijdewormer. Om deze gebieden te beschermen tegen een te hoge stikstof depositie uit de omgeving is het noodzakelijk om een Natuurbeschermings (NB) vergunning aan te vragen bij de provincie Noord-Holland. Deze vergunning toetst of de uitbreiding of wijziging van de bedrijfsvoering geen grote nadelige effecten heeft op de nabij liggende Natura 2000 gebieden.
NB-vergunning
Op 13 oktober 2015 heeft de Firma Wayside bij de provincie Noord-Holland een NBvergunning aangevraagd voor het melken van 1.000 geiten inclusief bijbehorend jongvee van 300 stuks. Op 7 januari 2016 heeft de provincie de NB- vergunning afgegeven voor het houden van 1.000 geiten ouder dan 1 jaar (C1.100)2, 250 opfokgeiten van 61 dagen tot en met 1 jaar (C 2.100) en 50 opfokgeiten tot 60 dagen (C3.100). Deze NB- vergunning is als bijlage toegevoegd.
Met behulp van het programma V-stacks is de geurbelasting op geurgevoelige objecten (burgerwoningen) berekenen. Uit deze berekening blijkt dat het huisvesten van 1.000 melkgeiten en 300 stuks jongvee een te hoge geurbelasting oplevert. Om de geurbelasting binnen de geurnormen te houden mogen er maximaal 990 melkgeiten en 100 stuks jongvee gehuisvest worden op deze locatie (zie bijlage 1). Daarom zal de Firma Wayside maximaal 990 geiten en 100 stuks jongvee gaan huisvesten op deze locatie.
5.1: Toetsing
In artikel 3.7 van het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders om onder voorwaarden het agrarisch bouwvlak te vergroten. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de voorwaarden waar aan moet worden voldaan conform de regels van het vigerende bestemmingsplan voor het vergroten van het agrarisch bouwvlak.
5.2 Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat het beoogde plan voldoet aan voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid uit het vigerende bestemmingsplan.