Woning Noorderweg 119 A

Beschrijving omgeving

De locatie ligt aan de Noorderweg 119 A direct aan de zuidzijde van de weg op een afstand van circa 100 m ten westen van de Oosterdwarsweg. De Wormer is een van de beroemdste Nederlandse droogmakerijen. De Noorderweg en de Zuiderweg vormden - tot de aanleg van de tussen beide wegen gelegen A7 - de twee belangrijkste noordoost-zuidwestlopende ontsluitingswegen. De A7 loopt op een afstand van circa 700 m parallel aan de Noorderweg en Zuiderweg. Haaks op de Noorderweg en de Zuiderweg liggen de Oosterdwarsweg en de Westerdwarsweg.

Aan weerszijden van de Noorderweg en de Zuiderweg komen vooral verspreid gelegen agrarische bedrijven voor. Bij een aanzienlijk deel van deze agrarische bedrijven komt nog de oorspronkelijke stolpboerderij voor, waarbij de bebouwing bestaat uit een bijna vierkante tot iets langgerekte beganegrondlaag en een bijzonder hoge kap in de vorm van een punt- of tentdak dan wel een kort schilddak.

Nabij de kruising met de A7 liggen een aantal woningen aan de Westerdwarsweg. Verder komt naoorlogse bebouwing (zowel agrarisch, recreatief als bedrijfsmatig) voor langs de Oosterdwarsweg, namelijk ter hoogte van de aansluiting op de rijksweg tot aan de kruising met de Noorderweg en de Zuiderweg. Een uitgebreide gebiedsanalyse en randvoorwaarden voor de locatie zijn opgenomen in Bijlage 1.

Beschrijving bouwplan

Het bouwplan betreft de bouw van een vrijstaande woning met garage/schuur en terras. De woning wordt gebouwd in de vorm van een voor de gemeente Wormerland karakteristieke stolpboerderij. Het bouwplan wordt gerealiseerd op een grasperceel van circa 0,35 ha, gelegen tussen de Noorderweg en het bij de woning behorende bedrijf. Mede door de ligging van het perceel aan een hoofdwetering, is er sprake van een bijzondere locatie. De woning wordt gebouwd achter de denkbeeldig doorgetrokken voorgevelrooilijn van de woningen op de twee belendende woonpercelen aan de Noorderweg op een afstand van circa 19 m uit de Noorderweg en 15 m uit de sloot.

De basisvorm van de in de stolpvorm opgenomen woning bestaat uit een rechthoekige stolpvormige plattegrond met aan de achterzijde een uitbouw. In de uitbouw bevinden zich de keuken en bijkeuken.

De grote kap wordt aan de zijvlakken en het achtervlak voorzien van enkele dakvensters en/of dakkapellen. De uitbouw wordt gerealiseerd onder een zadeldak met een nokhoogte van circa 6 m. Het grondvlak van de woning, inclusief garage/berging en terras, bedraagt circa 13 x 11 m. De goot- en nokhoogte bedragen 3,5 m en 8,5 m.

De stolpwoning wordt aan de straatzijde uitgevoerd met een representatieve voorgevel met een daarbij opgenomen rijk versierd dakhuis, topgevel en een op een stoep geplaatste voordeur voorzien van risaliet. De voorgevel beschikt over een groot aantal gevelopeningen. De zijgevels beschikken over een geringer aantal, deels ook kleinere gevelopeningen. De aan het zicht van de openbare weg onttrokken achtergevel beschikt over dubbele openslaande tuindeuren en een ondergeschikte uitbouw. Deze uitbouw is voorzien van een zijdeur ter hoogte van het tussen het hoofdgebouw en de garage gelegen centrale deel van het middenerf.

Voor de architectuur en vormgeving is direct aansluiting gezocht bij de voor de droogmakerij Wormer karakteristieke stolpwoningen. De hoofdentree van de woning ligt aan de straatzijde. Aan deze zijde heeft de woning een symmetrische gevel- en dakpartij. In het dakvlak wordt de centrale entreepartij ruimtelijk ondersteund door de bouw van een middenrisaliet met de met pilasters uitgevoerde voordeurpartij en een zogeheten dakhuis. Dit halsvormige dakhuis wordt beëindigd door een vereenvoudigde klokgevel. Opvallend zijn ook de versierde goot- en noklijsten, de penanten op de hoeken van de voorgevel en de houten schilden bij de dakkapellen.

De gevels bestaan uit siermetselwerk en houten kozijnen met bovenliggende rechte en gebogen rollagen. De vensters worden uitgevoerd met een roedenverdeling; de voordeur bezit een panelenverdeling en een bovenlicht.

Door de gekozen situering van de woning op het beschikbare perceel ontstaat er een grote op het zuiden en zuidwesten gelegen tuin. Hierdoor loopt de voortuin als het ware door naar het achtererf. Op het achtererf van de nieuw te bouwen woning staat - op een afstand van circa 7 m aan de zuidoostzijde van de woning - een circa 170 m² grote schuur ten behoeve van een garage, bergruimte en een dierenverblijf. De plattegrond en het kapplan van de schuur tonen een krukhuisachtige opzet van de bebouwing. De schuur bestaat grotendeels uit metselwerk. Aan de zijde van de woning is de schuur voorzien van een sierlijke overkapping met 'schrobvloer'. De aan deze zijde gelegen gevel bestaat evenals de topgevels uit houten delen. De schuur wordt voorzien van een met keramische pannen bedekte kap.

In het bouwplan wordt rekening gehouden met de aanleg van 3 parkeerplaatsen op het eigen erf.

Conclusie

Door de situering van de bebouwing ten opzichte van de naastgelegen bebouwing en binnen het perceel en door de gekozen architectuur die refereert aan de voor de streek karakteristieke stolpboerderijen, is er sprake van een goede inpassing binnen het bebouwingslint van de Noorderweg. Bovendien wordt het zicht naar de achterliggende omvangrijke bedrijfsbebouwing in hoge mate afgeschermd. Er wordt gezorgd voor voldoende parkeerruimte op het eigen erf waardoor parkeren aan de openbare weg niet nodig is.