Plan: | Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, herziening Breedschotsestraat 8-2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0879.BPbreedschotsestr8-VS01 |
het bestemmingsplan "Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, herziening Breedschotsestraat-2" van de gemeente Zundert met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0879.BPbreedschotsestraat8-VS01.
het bestemmingsplan “Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, herziening Breedschotsestraat-2" met de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0879.BPbreedschotsestraat8-VS01.
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen.
beroepsactiviteiten:
bedrijfsmatige activiteiten:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een op de verbeelding blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aanpijlende gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen danwel anderszins vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem, van algemeen belang zijn vanuit aardkundig oogpunt.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw.
een (gedeelte van een) bij een (bedrijfs)woning behorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de (bedrijfs)woning en dient voor de huisvesting van een gedeelte van een huishouden uit een oogpunt van mantelzorg.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een agrarisch bedrijf, zijnde een boomteelt-, bloembollenteelt-, heesterteelt-, of sierteeltbedrijf.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt, tevens zijnde een glasboomteeltbedrijf.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt, zijnde bijvoorbeeld een (vollegrond)teeltbedrijf, een grondgebonden veehouderij of een boomteeltbedrijf.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt, zijnde bijvoorbeeld een intensieve veehouderij of een intensieve kwekerij.
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf.
een bedrijf dat voornamelijk met behulp van landbouwwerktuigen diensten verleent aan, dan wel composteert en/of mest opslaat ten behoeve van (hoofdzakelijk) agrarische bedrijven.
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos-, of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Bijvoorbeeld: mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven, veetransport bedrijven, verhuurbedrijven van landbouwwerktuigen en veehandelsbedrijven.
een niet-agrarisch bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos-, of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Bijvoorbeeld: dierenasiels, dierenklinieken, hondenkennels, gebruiksgerichte paardenhouderijen, proefbedrijven en instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs.
een door burgemeester en wethouders aangewezen onafhankelijke en als zodanig geregistreerde deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek.
een terrein zoals bedoeld in artikel 1 onder c van de Monumentenwet.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
een werkplaats of verzameling van werkplaatsen van een kunstenaar of ambachtsman.
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals die lijst is opgenomen in Staat van bedrijfsactiviteiten, behorende bij deze regels.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
vlakvormige verzameling van gebouwen buiten bestaand stedelijk gebied.
kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster.
lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg buiten bestaand stedelijk gebied.
een aangegeven percentage, dat de grootte van (het deel van) een bouwperceel of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Overnachtingsaccommodatie bestaande uit een of meerdere gastenkamers (niet zijnde een appartement of een zelfstandig woonverblijf), gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in de (bedrijfs)woning in andere bijbehorende bouwwerken bij de woning en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten daaronder niet begrepen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, niet zijnde de bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken.
de totale vloeroppervlakte die wordt gebruikt voor de uitoefening van een bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, met uitzondering van parkeervoorzieningen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is.
herstel van beeklopen ten aanzien van vorm (recht of meanderend), ruimte voor beekprocessen (sedimentatie en erosie) en waterkwaliteit, gericht op het terugbrengen van de gebiedseigen kwaliteiten van de betreffende beekloop
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
bebouwing en/of gebruik bestaande ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een gebouw ten behoeve van de uitbreiding van een hoofdgebouw, danwel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak.
een gebouw dat bestaat uit een voormalige agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde ongelede gebouw opgenomen voormalige bedrijfsruimten, waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher ongeleed aan elkaar verbonden zijn (bijvoorbeeld een langgevelboerderij of kortgevelboerderij).
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, vliering en kelder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
aaneengesloten terrein, waarbinnen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere permanente voorzieningen ten behoeve van eenzelfde bestemming worden geconcentreerd.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de vloeroppervlakte van een ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een bouwwerk gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
een centrum waar vergader- c.q. cursusruimten voor de verhuur worden aangeboden en waar het aanbieden van drank- en etenswaar in relatie tot de gehouden vergaderingen c.q. cursussen e.d. in ondergeschikte mate is toegestaan.
afgedekte gronden ten behoeve van de bovengrondse teelt van planten in containers.
gebouw waar materieel wordt opgeslagen ten behoeve van vervaardiging van met bloemen versierde voertuigen.
locatie waar met bloemen versierde voertuigen worden vervaardigd.
tijdelijk bouwwerk, dat dient als onderkomen voor de opbouw van met bloemen versierde voertuigen, die deelnemen aan het jaarlijkse bloemencorso.
de als zodanig aangeduide waarden opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW), alsmede gemeentelijke- en rijksmonumenten en de in bestemmingsplannen aangeduide beeldbepalende panden.
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdende met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
een instelling waar mensen gedurende de dag worden begeleid, verzorgd en beziggehouden, zonder de mogelijkheid tot overnachting.
bedrijfsmatige uitoefening van diensten op het gebied van recreatie, sport-, educatie of cultuur welke geheel of in overwegende mate in de open lucht worden aangeboden binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang, met de daarbij behorende voorzieningen.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
qua oppervlakte beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van eigen goederen/producten vanuit een bedrijf dat die goederen/producten vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
detailhandel in auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting waaronder meubels.
bedrijfsmatige activiteiten gericht op dienstverlening aan het publiek, zoals een zorgboerderij, kinderopvang, medische zorg, groepspraktijk, adviesbureau, automatiseringsbedrijf.
het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 cm (gemeten vanaf het peil) ten behoeve van agrarisch gebruik.
een op de verbeelding aangegeven lijn die de grens inhoudt van een differentiatie.
een als zodanig door differentiatiegrenzen omsloten vlak, dat dient ter verbijzondering van een bestemming.
een horecabedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt.
bestaand agrarisch bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieuoogpunt (ammoniak, stank en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is om het ter plaatse uit te breiden.
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
bij dit bestemmingsplan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd.
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapstructuur en de belevingswaarde.
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover dit plan een dergelijke inrichting niet verbiedt.
afschermende (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwvlak van een agrarisch bedrijf, een niet-agrarisch bedrijf of woning.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een ander plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving en die nauwelijks of geen invloed heeft op de gegeven bestemmingen.
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat natuur of overig, waar uitbreiding, (her)vestiging of nieuwvestiging van een intensieve veehouderij onmogelijk is en waar de ontwikkelingsmogelijkheden van overige veehouderijen zijn beperkt;
een agrarisch bedrijf dat zich toelegt op het telen of veredelen van fruit in of op de open grond (de teelt onder afdekmateriaal en in tijdelijke kweektunnels daarbij inbegrepen).
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een niet-agrarisch bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op (de ondersteuning bij) het gebruik van het paard als hulpmiddel voor de recreërende mens, zoals maneges, paardenverhuurbedrijven en paardenstallingsbedrijven.
bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in onderdeel D van bijlage 1 van het Bor.
een standaard eenheid voor de bepaling van de omvang van een agrarisch bedrijf, zoals die gehanteerd wordt door het Landbouw Economisch Instituut (LEI).
gevaarlijke stoffen en gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud/herstel van watersystemen en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk bestemd voor het houden van recreatief nachtverblijf in permanent daarvoor ingerichte ruimten met gemeenschappelijke verblijven.
Veehouderij (een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren) waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving ligging van de bedrijfslocatie.
Eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe.
verplaatsen van een bestaand agrarisch bedrijf van het ene agrarisch bouwblok naar het andere agrarisch bouwblok waar de agrarische activiteiten zijn gestaakt.
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mogen worden gebruikt.
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn ligging, constructie, afmetingen en/of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, bedrijfsmatig bieden van hotel- of groepsaccommodatie (tevens een bed&breakfast of pension), bedrijfsmatig bieden van vermaaks- of wellnessfaciliteiten, of bedrijfsmatig bieden van congres- of vergaderfaciliteiten, een en ander al dan niet in combinatie met elkaar.
horeca van zeer beperkte omvang ten dienste van andere functies
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet.
de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder begrepen:
de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, van verwanten of andere personen;
waarden in verband met een specifieke waterhuishoudkundige situatie voor daaraan gebonden organismen (planten en dieren), leefgemeenschappen en potenties voor de ontwikkeling daarvan, met daarbij behorende kwantitatieve aspecten (zoals hoge waterstand, stabiel waterpeil) en/of kwalitatieve aspecten (voedselarm, onvervuild), zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten-, of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een (sta)caravan;
gebouw waarbinnen bedrijfsmatig diensten worden verleend of waar de administratie van een bedrijf wordt verricht.
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienen voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 m.
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,50 m boven het peil, onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
kleinschalig (tot 25 kampeerplaatsen) kampeerterrein (tussen 1 maart tot en met 31 oktober), waarbij uitsluitend zijn toegestaan kampeermiddelen en eenvoudige ondersteunende voorzieningen zoals watertappunten, sanitairgelegenheid, informatieborden en zitbanken. Stacaravans zijn niet toegestaan.
een kleinschalige vorm van horeca, waar niet-alcoholische dranken worden geschonken voor gebruik ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren.
functionele eenheid bestaande uit, bos en overige natuur, al dan niet in combinatie met agrarische bedrijfsgronden waarop één of meer wooneenheden met karakteristieke verschijningsvorm van allure zijn gesitueerd.
gebruikswaarde, belevingswaarde, en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.
ecologisch en/of landschappelijk waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha, onder een agrarische productiefunctie.
educatieve, (sociaal-)medische, (sociaal-)culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een kerk, school, kinderopvang, naschoolse opvang, verenigingshuis, hospice, ziekenhuis, huisartsenpost en dergelijke.
een niet-agrarisch bedrijf, dat is gericht op het verzorgen en dresseren en trainen van paarden voor de ruitersport alsmede het geven van paardrijlessen.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering Den Haag, 2009.
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid etcetera aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, onder andere zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.
aantal m² kasoppervlakte.
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.
projectie van een al dan niet gekoppeld agrarisch bouwvlak op een locatie die volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet is voorzien van een zelfstandig bouwvlak.
het door het aanwezige agrarische bedrijf geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm;
het (her)vestigen van een agrarisch bedrijf op een agrarisch bouwblok met een bedrijfsvorm die op de (her)vestigingslocatie niet eerder aanwezig was;
een toplaag bestaande uit hoofdzakelijk zand, klei, veen en andere natuurlijke bodemmaterialen.
het opbrengen van grond elders op de bestaande toplaag.
een gebied dat ingevolge dit plan beschermd wordt in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde.
een onoverdekt terrein bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden.
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
de grens van een bouwperceel.
het gebruik van een gebouw of ander onderkomen als woonruimte op een wijze die ingevolge de bepalingen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in het bevolkingsregister waarin dat gebouw is gelegen; of indien betrokkene op meer dan één adres woont het gebruik van het gebouw of ander onderkomen als verblijf waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten met dien verstande dat van permanente of tijdelijke bewoning voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse door betrokkene meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door de betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders over een hoofdverblijf kan worden beschikt.
teeltondersteunende voorziening die voor onbepaalde tijd wordt gebruikt, niet zijnde een kas.
Een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting die op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning door een derde bewoond mag worden, wordt met betrekking tot de inrichting voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen beschouwd als onderdeel van die inrichting.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld of voortgebracht en hooguit op ambachtelijke wijze buiten of op het eigen bedrijf zijn verwerkt.
een agrarisch bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het door middel van een gericht fok- en/of africhtingsprogramma trachten een paard op een hoger niveau te brengen, waardoor de waarde van dat paard in het economisch verkeer toeneemt, zoals (op)fokbedrijven, hengstenstations, africhtings- en trainingsbedrijven.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
een bedrijf dat het bedrijfsmatig verstrekken van verblijfs- of dagrecreatie tot doel heeft.
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
een woning ten behoeve van tijdelijk recreatief verblijf en niet bedoeld is voor permanente bewoning.
een nog niet volwaardig bedrijf met een zodanige arbeidsomvang, dat toch van een bedrijfsmatige beroepsuitoefening kan worden gesproken en dat een serieuze aanzet kan zijn tot een doorgroei naar een volwaardig bedrijf.
gebied dat noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan.
een aanduiding op de planverbeelding dat aangeeft dat bebouwing op verschillende locaties behoort tot één (agrarisch) bedrijf of woning en derhalve één bestemmingsvlak aanwezig is.
gebied dat mogelijk in de toekomst noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde/richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte.
een recreatieve inrichting in hoofdzaak gericht op de lichaamsverzorging door het bieden van mogelijkheden tot (stoom)baden en - niet erotische - massage, met als ondergeschikte activiteit het verstrekken van kleine etenswaren en alcoholvrije of alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Het versnipperen en afvoeren van houtafval;
een terrein ten behoeve van lichamelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn c.q. bevorderd worden en waarvoor bepaalde regels gelden.
de Staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
Agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
ondersteunende voorzieningen die een onderdeel zijn van de vollegronds bedrijfsvoering van een tuinbouwbedrijf of boomkwekerij.
een plaats in de buitenlucht bij een horecagelegenheid waar eten en drinken genuttigd kan worden.
het tijdelijk, gedurende maximaal 6 maanden per jaar (afhankelijk van de teelt), bouwen en/of aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen.
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten.
een demontabel en/of relatief eenvoudig verwijderbaar gebouw ten behoeve van huisvesting voor mantelzorg, bestaande uit één bouwlaag en geschikt voor woonverblijf.
een inrichting gericht op de verkoop, al dan niet overdekt, van producten waarin het hoofdaccent gericht is op artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen of daarmee samenhangende producten.
vestiging van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling waarbij gebruik wordt gemaakt van een bestaand bestemmingsvlak of bouwvlak waarbinnen dit bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m² toestaat.
locatie voor kamperen dan wel het op een standplaats plaatsen van kampeermiddelen gedurende het gehele jaar of vrijwel het gehele jaar.
een vrij in het open veld staande schuur, die wordt gebruikt voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden en/of voor de opslag van agrarische producten en/ of voor de opslag van agrarische werktuigen.
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie of kennissen.
een verharding bestaande uit baksteen, tegels, beton en/of asfalt, alsmede daarmede vergelijkbare vaste/gesloten materialen.
de verkoopruimte, d.w.z. het voor het winkelend publiek toegankelijke deel van (het bruto oppervlak van) een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter toonbanken en kassa's.
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur. Hervestiging of uitbreiding van veehouderijen is mogelijk, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.
Het vestigen van een nieuw agrarisch bedrijf op een bestaand agrarisch bouwblok waar de eerdere agrarische activiteiten zijn gestaakt.
een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch als op milieu hygiënisch opzicht.
de op de verbeelding aangegeven lijn (bouwgrens), die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
wijziging van de begrenzing van een bouwvlak, zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte en zonder dat dit de ruimtelijke kwaliteit aantast.
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d., voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen.
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van detailhandel, inclusief het gebruik voor ambachtelijke bedrijvigheid, voor zover dat gebruik in verband staat en essentieel onderdeel is van de ter plaatse uitgeoefende detailhandel, zoals bijvoorbeeld onderhoud, reparatie en installatie.
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden;
vrijstaande woning:
een woning, waarbij het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken, geen gemeenschappelijke wand heeft met een naastgelegen hoofdgebouw dan wel daar bijbehorende bouwwerken;
twee-aaneengebouwde woning:
een woning, die deel uitmaakt van een blok van twee aan elkaar gebouwde hoofdgebouwen (twee-onder-één kap);
aaneengebouwde woning:
een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee als woning aan elkaar gebouwde hoofdgebouwen;
gestapelde woning:
een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.
een bedrijf dat ambachtelijk ijs en aanverwante producten produceert.
een vorm van horeca waar dranken worden geschonken en ijs wordt geserveerd voor consumptie ter plaatse.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals die genoemd worden in de bedrijfsklassen 81, 82, 83, 84 en 85.3 van de Bedrijfstak nr. 8 van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek opgestelde Standaard Bedrijfsindeling (SBI), zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
de opvang van mensen met een zorgvraag hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwvlak, waarbij het meewerken op het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van realisatie of therapie.
Een intensieve of een grondgebonden veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op het landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
de periode van 1 mei tot 1 oktober.
gebied waarbinnen een ecologische verbindingszone is of wordt gerealiseerd.
een gebouw in gebruik als zelfstandige woning gericht op het verlenen van zorg.
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf (conform de Verordening Ruimte een 'overig niet-grondgebonden bedrijf') waar gewassen worden geteeld of dieren worden gekweekt (niet zijnde vee), waarbij nagenoeg geen gebruik wordt gemaakt van daglicht. Voorbeelden hiervan zijn: champignons, witlof, vis, schaaldieren, wormen en maden.
een op zichzelf staand gebouw, niet deel uitmakende van een complex van bebouwing.
De kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
De afstand tot de bebouwing en de as van de (hoofd)weg, een parallelweg niet meegerekend.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
De grootste afstand in meters tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel en/of hart van scheidingsmuren.
Vanaf het peil tot de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Deel van het bouwvlak dat bebouwd mag worden, uitgedrukt in procenten.
Voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestaande grenzen niet meer bedraagt dan 1 m.
De voor 'Agrarisch - AHS Plus' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen, kavelpaden en sloten.
Op de voor 'Agrarisch - AHS plus' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden:
Regels voor gebouwen zijn:
Regels voor teeltondersteunende voorzieningen zijn:
tijdelijke en permanente teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan;
de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 m;
Regels voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn:
paardenbakken zijn niet toegestaan;
De bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen bedraagt maximaal 1,5 m;
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmeting van bebouwing ten behoeve van:
de verkeersveiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving;
het behoud en herstel van de bestaande ruimtelijke karakteristiek;
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3 lid 2.4 sub c voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde een erf- of perceelsafscheiding, met een grotere hoogte, tot maximaal 6 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest ten behoeve van enig bedrijf;
buitenopslag;
de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan;
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en duurzame instandhouding van de landschappelijke inpassing/beplantingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving indien niet wordt voorzien in tenminste 3.958 m3 waterberging;
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 3 lid 6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds een omgevingsvergunning is verleend;
welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan reeds legaal in uitvoering zijn;
Onder de in artikel 3 lid 6.3 genoemde waarden worden verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de bestemming 'Agrarisch-AHS plus' te wijzigen in de bestemming 'Bos' of ' Natuur' ten behoeve van natuurontwikkeling, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
overdracht of aankoop van gronden ten behoeve van de natuurvorming geschiedt op basis van vrijwilligheid;
De voor 'Agrarisch met waarden - Beekdal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een bij de schaal en de aard van het gebied passend agrarisch grondgebruik;
water en waterhuishoudkundige doeleinden;
Op de voor 'Agrarisch met waarden - Beekdal' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden:
Regels voor gebouwen zijn:
Regels voor teeltondersteunende voorzieningen zijn:
permanente teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – permanente tov';
Regels voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmeting van bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4 lid 2.4 sub c voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde een erf- of perceelsafscheiding, met een grotere hoogte, tot maximaal 6 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
het is verboden om permanente teeltondersteunende voorzieningen aan te leggen;
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 4 lid 6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in artikel 4 lid 6.1 sub b genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken en/ of werkzaamheden danwel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind;
De omgevingsvergunning voor de in artikel 4 lid 6.1 sub b onder 7 genoemde werkzaamheden wordt slechts verleend nadat het betrokken waterschapsbestuur is gehoord;
Onder de in artikel 4 lid 6.3 sub a genoemde waarden worden verstaan:
ten aanzien van de in artikel 4 lid 6.1 sub b onder 1, 2, 4 en 5 genoemde werken of werkzaamheden: de landschappelijke en ecologische waarden en de landschapselementen;
ten aanzien van de in artikel 4 lid 6.1 sub b , onder 1, 2, 3 en 7 genoemde werken of werkzaamheden: de cultuurhistorische waarden de landschapselementen;
ten aanzien van de in artikel 4 lid 6.1 sub b , onder 4 genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de ecologische verbindingszone voor uitwisseling van flora en fauna tussen natuurgebieden;
Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de bestemming 'Agrarisch-met waarden Beekdal' te wijzigen in de bestemming 'Bos' of 'Natuur' ten behoeve van natuurontwikkeling, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
overdracht of aankoop van gronden ten behoeve van de natuurvorming geschiedt op basis van vrijwilligheid;
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
het behoud en/ of herstel van de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen natuurwetenschappelijke, landschappelijke en/ of cultuurhistorische waarden;
het behoud, het herstel en/ of de ontwikkeling van de ecologische waarde, ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone;
extensief recreatief medegebruik;
extensief agrarisch gebruik, zoals beweiding, ten dienste van natuurbeheer;
water en waterhuishoudkundige doeleinden;
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden:
voor bouwwerken ten behoeve van het natuurbeheer, niet zijnde lichtmasten, geldt een maximale bouwhoogte van 4 m en een maximale oppervlakte van 10 m²;
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik van gronden voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
het aanleggen en/ of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen van meer dan 200 m²;
de aanleg van ondergrondse leidingen;
het vellen of rooien van bomen en ander houtgewas;
Het in artikel 5 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, is verleend en/ of legaal in uitvoering zijn;
welke het normale beheer en/ of onderhoud betreffen;
De in artikel 5 lid 4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken en/ of werkzaamheden danwel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind;
Onder de in artikel 5 lid 4.3 sub a genoemde waarden worden verstaan:
ten aanzien van de in artikel 5 lid 4.1 sub a genoemde werken of werkzaamheden: de natuurwaarden;
ten aanzien van de in artikel 5 lid 4.1 sub c genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de gronden voor behoud, beheer en herstel van watersystemen;
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemming(en) tevens medebestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen andere aangewezen dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 13.
Op deze gronden mogen, overeenkomstig de planregels die gelden voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, indien er sprake is van:
bouwwerken ter vervanging of vernieuwing van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of veranderd;
bouwwerken met grondwerkzaamheden dieper dan 0,50 m, voor zover bouwwerken met een maximale oppervlakte van 500 m² worden opgericht of uitgebreid;
bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 500 m², voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd, dieper dan 0,50 m;
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 6 lid 2 ten behoeve van het oprichten of uitbreiden van bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 500 m², waarbij de daadwerkelijk uit te voeren grondwerkzaamheden dieper dan 0,50 m en meer dan 500 m² bedraagt, mits:
op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door burgemeester en wethouders goedgekeurd rapport, in voldoende mate is vastgesteld dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door burgemeester en wethouders goedgekeurd rapport, in voldoende mate is vastgesteld dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad; of
de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door burgemeester en wethouders goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten kunnen worden verstoord:
Indien burgemeester en wethouders niet beschikken over een voor de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning toereikend archeologisch onderzoek, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Burgemeester en wethouders vragen advies aan een door burgemeester en wethouders aangewezen archeologisch deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 6 lid 4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6 lid 4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, zoals genoemd in artikel 6 lid 4.3 sub c wordt de archeologisch deskundige als bedoeld in artikel 6 lid 3.3 om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in die zin dat de planverbeelding wordt gewijzigd door een of meerdere bestemmingsvlakken of gedeeltes daarvan met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' van de planverbeelding te verwijderen, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in hoofdstuk 2 van dit bestemmingsplan gelden, voor zover van toepassing, ook in geval van ondergronds bouwen en met dien verstande, dat:
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal is toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Reconstructiewetzone – verwevingsgebied' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen binnen de overige planregels.
Bij een omgevingsvergunning kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen, om overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de op de verbeelding ingetekende bestemmingsgrenzen met maximaal 15 m te verschuiven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
Voor een besluit tot wijziging geldt de procedure zoals die is opgenomen in artikel 3.6, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan.
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 1 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Bij een omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van artikel 14 lid 1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Artikel 14 lid 1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder mede begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14 lid 2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 14 lid 2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 14 lid 2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, herziening Breedschotsestraat 8 - 2" van de gemeente Zundert.