- plan:
het bestemmingsplan ‘Herziening groenstroken Huijbergen’ van de gemeente
Woensdrecht;
- bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0873.HUYBxBP101xHERZx02-VG01 met de bijbehorende regels;
- verbeelding:
a analoge verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Herziening
groenstroken Huijbergen’ bestaande uit 1 kaartblad;
b digitale verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Herziening
groenstroken Huijbergen’: NL.IMRO.0873.HUYBxBP101xHERZx02-VG01:
- aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid,
waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik
en/of het bebouwen van deze gronden;
- aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
- aaneengebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee
aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
- aangebouwd bijgebouw:
een met een overlap van minimaal 1,2 meter aan het hoofdgebouw, geheel of
gedeeltelijk, verbonden bijgebouw; anders is sprake van een vrijstaand
bijgebouw;
- afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en
waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg
gewenst is;
- agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van
het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van
dieren;
- akkerbouwbedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van
het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen);
- archeologisch verwachtingsgebied:
gebied, aangegeven op de provinciale Indicatieve Kaart Archeologische
Waarden , waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische
vondsten of sporen te verwachten zijn;
- bebouwd oppervlak:
het totaal van de oppervlakten van bouwwerken voor zover deze een grotere
hoogte hebben dan 1,2 meter, met dien verstande dat pergola’s, erf-/
perceelafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten;
- bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- bebouwingspercentage:
een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van
het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
- bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
- bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld
voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de
bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
- begeleid wonen:
een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met
(voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uursbegeleiding);
- beroep aan huis:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend,
waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een
ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in
overeenstemming is;
- beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep
aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling,
inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
- bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
- bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
- bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm
onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch
opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen
en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
- bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
- bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering
gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip
van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
- bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige,
bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
- bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
- bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen
zijnde zijn toegelaten;
- bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal,
die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of
indirect steun vindt in of op de grond;
- carport:
een dakconstructie, hoofdzakelijk bedoeld voor de stalling van voertuigen,
aan maximaal drie zijden begrensd door wanden, waarvan in ieder geval de
naar feitelijke voorgevel gekeerde zijde geen wand heeft;
- cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en
ontspanning, waaronder musea en toeristische attracties;
- Cultuurhistorische Waardenkaart:
door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde kaart met
indicatieve archeologische waarden, versie 26 september 2006;
- dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
- dakopbouw:
een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of de
dakrand van het dak, dat het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;
- detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop),
verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die
goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in
de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige
detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
- dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van
economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn
begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard
daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering
van een garagebedrijf en een seksbedrijf;
- dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij publiek rechtstreeks (al dan
niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel
en internetcafé;
- discotheek:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor
gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend
mechanische/elektronische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een
wezenlijk onderdeel vormen;
- eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
- functioneel bouwperceel:
Een samengesteld stuk grond, voortkomend uit een woonbestemming en de
aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen’ en/of
‘specifieke vorm van wonen – te bebouwen en gebruiken als wonen’ wat als
één bouwperceel gezien wordt;
- feitelijke voorgevel:
De voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw en/of het verlengde hiervan;
Ter verduidelijking is de onderstaande afbeelding gemaakt:
- gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of
gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
- geluidbelasting vanwege industrieterrein:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde
plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig
op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende
motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de
Wet geluidhinder;
- geluidbelasting vanwege een spoorweg:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde
plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald
spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld
in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- geluidbelasting vanwege wegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde
plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald
weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet
geluidhinder;
- geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet
geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond
industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of
het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere
geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit
grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden
binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van
vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
- gemengd:
een combinatie van minimaal twee gelijkwaardige functies van hoofdgroepen
van bestemmingen;
- gestapelde woningen:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven
elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een
eenheid beschouwd kan worden;
- gevellijn:
de als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn, die strak loopt langs de
voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen;
- grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
- hoeksituaties:
een situatie en/of verkaveling waarbij aan het perceel twee of meer
aaneengesloten zijden openbaar gebied grenst;
- hoge verwachtingswaarde:
grote kans op archeologische vondsten of informatie;
- hogere grenswaarde:
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de
voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld
op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen
zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs
wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- hoofdgebouw:
een gebouw dat, in architectonisch en/of functioneel opzicht als het
belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
- horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken,
het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig
verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek,
feestzaal en partyboerderij, te onderscheiden in:
horeca van categorie 1:
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en
waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in
hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt. Daaronder worden begrepen:
een ijssalon, een koffie- en/of theehuis;
horeca van categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken
van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden.
Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en
broodjeszaken/lunchroom, konditorei, afhaal-centrum, eetwinkels, restaurant;
horeca van categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken
van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het
verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te
worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen;
Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs,
juice- en healthbar;
horeca van categorie 4:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van
vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het
geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende
muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren:
Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een
zalencentrum (met nachtvergunning);
horeca van categorie 5:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken
van nachtverblijf.
Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige
logiesverstrekkers;
- horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter
plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één
en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering
van een seksbedrijf;
- houtteelt:
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op
gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe
afwijking is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de
Boswet;
- IHCS (Inner Horizontal and Conical Surface):
het plangebied is gelegen binnen het zogenaamde Inner Horizontal and
Conical Surface van de vliegbasis; dit gebied is vastgesteld ten behoeve van
de vliegverkeersveiligheid.
In het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) is opgenomen,
conform de ICAO-normen, rondom de gehele luchthaven een obstakelvrij vlak
van 45 meter hoog boven het maaiveld is gelegen met een straal van 4 km
rond de landingsdrempel, dat overgaat in een conisch vlak met helling van
5% tot 145 meter hoog boven het maaiveld over een afstand van 2 km;
- kantoor:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in
ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen,
waaronder congres- en vergaderaccommodatie;
- kantine:
aan sportactiviteiten ondergeschikte horecavoorziening;
- kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan
uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van
vruchten, bloemen of planten;
- kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in de bij de planregels behorende "Staat van bedrijven" (Bedrijvenlijst
ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde
bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee
gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een
woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
- kwetsbaar object:
a woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen,
woonschepen of woonwagens als bedoeld in onderdeel b, onder 1;
b gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte
van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
1 ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
2 scholen, of
3 gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van
minderjarigen;
c gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een
groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
1 kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer
dan 1500 m2 per object, of
2 complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het
gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en
winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per
winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt,
hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
d en kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van
meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
- lage verwachtingswaarde:
kleine kans op archeologische vondsten of informatie;
- levensloopbestendige woning:
een woning die zodanige ruimtelijke kwaliteiten heeft dat de kans groot is dat
een huishouden er in verschillende levensstadia goed kan wonen;
- maatschappelijk(e voorzieningen):
religieuze, onderwijs- (inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse opvang)
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke
voorzieningen, voorzieningen voor het openbaar bestuur, voorzieningen ten
behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van
openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten
dienste van deze voorzieningen;
- mantelzorg:
het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het
fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten
organisatorisch verband;
- middelhoge verwachtingswaarde:
gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie;
- niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
- omgevingsvergunning:
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo);
- overkapping:
een bouwwerk, geen gebouwzijnde, omsloten door maximaal één wand en
voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;
- pergola:
open constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander
materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij
direct of indirect steun vindt in of op de grond en bestemd om er klim- en
leiplanten langs te laten groeien;
- peil:
a voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct
aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet
direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij
voltooiing van de bouw;
c indien in of op het water wordt gebouwd:
- het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te
houden waterpeil);
- permanente bewoning:
bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet
daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt;
- praktijkruimte:
een gebouw, dat door zijn indeling uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd om
te worden gebruikt ten behoeve van beoefenaars van vrije beroepen, zoals
advocaten, architecten, artsen, therapeuten, assuradeurs en notarissen;
- productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd
en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie
ondergeschikt is aan de productiefunctie;
- prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met
een ander tegen betaling;
- recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de
bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
- recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of
verblijfsrecreatie;
- seksbedrijf:
de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie
of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling
of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische
aard tegen betaling;
- stacaravan:
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
- terras:
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een
horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen
vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe
consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
- twee-aaneengebouwde woning:
een woning de onderdeel uitmaakt van twee aaneengebouwde woningen;
- verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten
behoeve van de detailhandel; (let op: dit is dus de netto vloeroppervlakte);
- volwaardig bedrijf:
een bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van ten minste één volledige
arbeidskracht en waar-van het behoud ook op langere termijn in voldoende
mate en op duurzame wijze is verzekerd op een in bedrijfseconomisch en
milieuhygiënisch opzicht verantwoorde wijze;
- voorzieningen van algemeen nut:
voorzieningen ten behoeve van op het openbare net aangesloten
nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of
wegverkeer;
- voorgevel:
de meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw aan de straatzijde of het
openbaar gebied;
- voorkeursgrenswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan
worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen
zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs
wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- vrijstaand bijgebouw:
een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw; een bijgebouw dat een
overlap van minder dan 1,2 meter met het hoofdgebouw heeft wordt
aangemerkt als een vrijstaand bijgebouw;
- Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- vrijstaande woning:
een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
- wet / wettelijke regelingen:
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen
c.q. verordeningen en dergelijke, dienen deze regelingen te worden gelezen
zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het vastgesteldplan,
tenzij anders bepaald;
- winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld
is te worden gebruikt voor de detailhandel;
- woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één
afzonderlijk huishouden;
- woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven
elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als
een eenheid beschouwd kan worden;
- woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of
geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua
uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
- zijdelingse perceelsgrens:
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel
verbindt;
- zomerhuis:
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve
bewoning.
- zorgwoning:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw bestemd voor het wonen voor
mensen die in lichte dan wel overwegende mate hulpbehoevend zijn, al dan
niet met gemeenschappelijke voorzieningen.