direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene aanduidingsregels
Plan: Ruimte voor Ruimte Buntven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.HUYBxBP055xMOEDx00-VG01

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 geluidzone - industrie
7.1.1 Algemeen

Ter plaatse van de de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn geen geluidsgevoelige functies toegestaan.

7.1.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1.1 ten behoeve van de bouw of uitbreiding van een woning of een ander geluidsgevoelig object, indien de de geluidsbelasting op de gevels van het geluidsgevoelige object niet hoger is dan de verkregen hogere grenswaarde.

7.2 luchtvaartverkeerzone

Binnen de beschermingszone 'luchtvaartverkeerzone' geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde c.q. voor een hogere bebouwing dan de maximum bouwhoogte van 56 meter boven N.A.P. tot 156 meter boven N.A.P. met een hellingshoek van circa 6º (100 meter horizontaal en 10 meter verticaal) in verband met de IHCS dat aangeeft het beschermingsgebied van de IHCS.

7.3 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden bedoeld voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening;
  • b. Het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de voor deze gronden geldende bestemmingen, zijn uitsluitend toelaatbaar indien daardoor de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van het betreffende grondwaterbeschermingsgebied.
7.4 vrijwaringszone - molenbiotoop
7.4.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bedoeld als molenbiotoop. De gronden zijn bestemd als obstakelvrije ruimte ten behoeve van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig. Onder obstakel moet voor de uitleg van dit artikel bouwwerken en beplanting worden verstaan.

7.4.2 Bouwregels
  • a. in afwijking van het bepaalde bij de mede aangewezen bestemming(en) is het verboden op deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning enig bouwwerk te bouwen hoger dan 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk en de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen, indien daardoor de functie van de molens als werktuig en de waarde als landschappelijk element niet onevenredig worden geschaad. Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende molen;
  • b. het onder a. vervatte verbod geldt niet voor bouwwerken waarvan de bouwhoogte lager is dan 6 meter.
7.4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. het is verboden op de in lid 7.4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
    • 2. het ophogen van gronden;
    • 3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.
  • b. het onder a vervatte verbod geldt niet voor:
    • 1. beplanting waarvan de kruinhoogte lager is dan 6 meter;
    • 2. werk en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming van die gronden gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die welke voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
    • 3. werk en werkzaamheden, welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
    • 4. het aanbrengen van antennes en zend- en lichtmasten;
  • c. werk en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien door het werk of de werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht. Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld onder a te verlenen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende molen.
7.5 vrijwaringszone - radar
7.5.1 Algemeen

Binnen de 'vrijwaringszone - radar' geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde c.q. voor een hogere bebouwing dan de maximum bouwhoogte van 63 meter boven N.A.P. teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.

7.5.2 Afwijken
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.5.1 onder de voorwaarde dat de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed;
  • b. voorafgaand aan de beslissing omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning dient schriftelijk advies te zijn ingewonnen van het Ministerie van Defensie, DGW&T, directie Brabant.