direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen - 4
Plan: Bebouwde kom Hoogerheide - Woensdrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.HOWOxBP064xMOEDx00-VG02

Artikel 21 Wonen - 4

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen – 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van gestapelde woningen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', tevens detailhandel;
  • c. ter plaatse van de aan duiding 'dienstverlening', tevens dienstverlening;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horeca in maximaal categorie 3;

met dien verstande dat:

  • e. de onder b tot en met d genoemde functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding,

met daaraan ondergeschikt:

  • f. aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. erven en tuinen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels

Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 21.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

21.2.1 algemeen

op de onderhavige gronden is het toegestaan gebouwen geheel of ten dele ten dienste van wonen te bouwen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;

21.2.2 met betrekking tot de hoofdgebouwen:
  • a. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de voorgevels van de hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd in de gevellijn;
  • e. de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden;
  • f. op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • g. het aantal wooneenheden mag het per adres aangegeven maximum niet overschrijden:
    • 1. Aalbertsestraat 2 t/m 90 : maximaal 46 wooneenheden;
    • 2. KLM laan 20 t/m 34a : maximaal 08 wooneenheden;
    • 3. Meulenblok 1 t/m 20 : maximaal 20 wooneenheden;
    • 4. Oostlaan 1 t/m 53 : maximaal 27 wooneenheden;
    • 5. Pr. Hendrikstraat 40 t/m 42c : maximaal 08 wooneenheden;
    • 6. St. Lucasplein 20 t/m 132 : maximaal 57 wooneenheden;

21.2.3 met betrekking tot de bijgebouwen:
  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat voor bijgebouwen geldt, dat deze minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gesitueerd, met uitzondering van carports waarvoor geldt dat deze tot aan de feitelijke voorgevel mogen worden gesitueerd;
  • c. de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3,3 meter en de bouwhoogte maximaal 5,8 meter bedragen;

21.2.4 met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. op de gronden, gelegen achter de feitelijke voorgevel, mag de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 2 meter bedragen, met uitzondering van pergola's e.d., waarvan de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen, alsmede overkappingen, carports e.d., waarvan de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen en minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gesitueerd, met uitzondering van carports waarvoor geldt dat deze tot aan de feitelijke voorgevel mogen worden gesitueerd;
  • b. op de gronden, gelegen vóór de feitelijke voorgevel, mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 1 meter bedragen, met uitzondering van pergola's waarvan de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen.

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de parkeerruimte op eigen terrein.

21.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.2 sub f voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:

  • a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaarheid kan worden voorzien;
  • b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
  • c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.

21.5 Specifieke gebruiksregels
21.5.1 Tot een gebruik, in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval bedoeld:
  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf, het kweken en/of telen van verdovende middelen voor zover dit het voorzien in de eigen behoefte te boven gaat;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een beroep aan huis, dan wel bedrijfsmatige activiteiten, uitgezonderd het bepaalde in 21.5.2 en 21.5.3;
  • d. het gebruik van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van detailhandel in:
    • 1. brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen;
    • 2. volumineuze goederen;
    • 3. erotisch getinte artikelen;

21.5.2 het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden, gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van beroep aan huis, mits:
  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. per bouwperceel het oppervlak aan bebouwing dat hiervoor wordt gebruikt niet meer is dan 100 m²;

21.5.3 het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, passende in een woonomgeving, mits:
  • a. het betreft bedrijven die voorkomen onder categorie 1 en 2, zoals opgenomen in de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijven, alsmede bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk zijn te stellen;
  • b. het niet betreft geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • c. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, wat betekent dat maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bebouwing, met een absoluut maximum van 40 m², ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten gebruikt mag worden;
  • d. vast staat dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
  • e. het geen publiekgerichte voorziening betreft;
  • f. het gebruik de woonfunctie ondersteunt; dit houdt in dat degene die de activiteiten uitvoert tevens bewoner is van het hoofdgebouw;
  • g. het niet betreft zodanige verkeersaantrekkende activiteiten, dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • h. het aan de bestemming onttrekken van (een deel) van de bij het betreffende hoofdgebouw behorende garage slechts is toegestaan, indien op het bij de woning behorende erf vervangende parkeerruimte, bestaande uit ten minste één parkeerplaats, aanwezig is;
  • i. er geen sprake is van detailhandel;
  • j. de activiteit(en) niet leiden tot een onevenredige verstoring van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur binnen de gemeente;

21.5.4 woningvermeerdering in de vorm van woningsplitsing of anderszins is niet toegestaan, voor zover dit leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum.

21.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)

21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)

21.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)

 

21.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:

  • a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.