direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Bebouwde kom Hoogerheide - Woensdrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.HOWOxBP064xMOEDx00-VG02

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. begeleid wonen;
  • b. bibliotheek;
  • c. cultuur en ontspanning;
  • d. gemeenschapshuis;
  • e. gemeentehuis;
  • f. gezondheidszorg;
  • g. onderwijs, inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse opvang;
  • h. openbare dienstverlening;
  • i. ouderenhuisvesting;
  • j. religie;
  • k. sociale activiteiten;
  • l. welzijnsinstelling;
  • m. zorgvoorzieningen (inclusief dagactiviteiten voor mensen met een begeleidings- en /of zorgvraag);
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne', een brandweerkazerne;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens panden met cultuurhistorische waarden;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', tevens detailhandel of dienstverlening met een maximale vloeroppervlakte van 400 m² en horeca in de vorm van een cafetaria c.q. restaurant;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een geluidwerende voorziening in de vorm van een geluidscherm;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal', een geluidwerende voorziening in de vorm van een aardewal;
  • t. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens een kantoor;
  • u. ter plaatse van de aanduiding 'militaire zaken', tevens een kantoor van de marechaussee;
  • v. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', opslag;
  • w. ter plaatse van de aanduiding 'religie', een kerk;
  • x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – ambulancepost', tevens een ambulancepost met de daarbij behorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • y. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening', speelvoorzieningen;
  • z. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – dagopvang, tevens een dagopvang voor ouderen;
  • aa. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – garage openbare werken', tevens een garage voor openbare werken;
  • ab. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – kinder- en buitenschoolse opvang', kinder- en buitenschoolse opvang';
  • ac. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – kinderdagverblijf', een kinderdagverblijf, hoofdzakelijk voor kinderen met een verpleegkundige/medische achtergrond incl. bijbehorende praktijkruimte, aanvullende thuiszorg en ondergeschikte kantoorvoorzieningen;
  • ad. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – mortuarium', tevens een mortuarium;
  • ae. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - politie', tevens een politiekantoor;
  • af. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', tevens een sporthal;
  • ag. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', tevens verenigingsactiviteiten c.q. sociaal-culturele activiteiten;
  • ah. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling', tevens bejaardentehuizen;
  • ai. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', tevens zorgwoningen,

met dien verstande dat:

  • aj. wonen niet is toegestaan, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'wonen' waar wonen in de vorm van een bedrijfswoning is toegestaan,

met daaraan ondergeschikt:

  • ak. erven en tuinen;
  • al. één horecavoorziening per locatie;
  • am. speelvoorzieningen;
  • an. terrassen;
  • ao. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen;
  • ap. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • aq. waterlopen en waterpartijen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • c. hoofdgebouwen dienen met de voorgevel in de op de verbeelding aangegeven gevellijn te worden gebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden;
  • e. op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;

13.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen;
  • b. buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter;
  • c. de hoogte van verlichtingsarmaturen mag maximaal 6 meter bedragen.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de

afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de parkeerruimte op eigen terrein.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:

  • a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaarheid kan worden voorzien;
  • b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
  • c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. voor de uitoefening van een bedrijf;
  • b. voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
  • c. seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings;
  • d. bewoning van gebouwen;
  • e. van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)

13.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

13.7.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' de volgende  werken of werkzaamheden te verrichten:
  • a. het gedeeltelijk wijzigen van de voorgevel of de dakconstructie van gebouwen;

13.7.2 het verbod als bedoeld in 13.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
  • a. het normale beheer en onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

13.7.3 de werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
  • a. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffend bestemming is toegekend;
  • b. door de werken of werkzaamheden hetzij direct hetzij indirect de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan.

13.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
  • c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale beheer en onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

13.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)