direct naar inhoud van Artikel 9 Leiding - Gas
Plan: Partiële herz. Buitengeb. 1998 OLV ter Duinenlaan 199-203
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP060xHERZx13-VG01

Artikel 9 Leiding - Gas

9.1 Bestemmingsomschrijving


De voor "Leiding – Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gastransportleiding.

9.2 Bouwregels


9.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.


9.2.2 Ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' is het niet toegestaan om te bouwen binnen een zone van 5 meter aan beide zijden van de hartlijn.


9.2.3 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.


9.2.4 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5 meter bedragen.

9.3 Nadere eisen (n.v.t.)

9.4 Afwijken van de bouwregels


Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.

9.5 Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)

9.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden


9.6.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

  • a. Bodem:
    het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven, diepploegen, indrijven of ophogen;
  • b. Waterhuishouding:
    het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
  • c. Infrastructuur:
    verharden oppervlakte, het aanleggen van leidingen;
  • d. Beplantingen:
    het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen.


9.6.2 Normaal onderhoud

Het in 9.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.


9.6.3 Toelaatbaarheid

Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 09.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende hoofd- of medebestemming zijn toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bosbouwkundige en/of landbouwkundige waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

9.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)

9.8 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)