direct naar inhoud van Artikel 5 Horeca
Plan: Partiële herz. Buitengeb. 1998 OLV ter Duinenlaan 199-203
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP060xHERZx13-VG01

Artikel 5 Horeca

5.1 Bestemmingsomschrijving


De voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca van maximaal categorie 3;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', tevens voor parkeervoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding, 'maatschappelijk', tevens voor een maatschappelijke functie;
  • d. ter plaatse van de aanduiding, 'cultuurhistorische waarden', het behoud van panden met cultuurhistorische waarden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding, 'specifieke vorm van horeca – hotel', uitsluitend horeca van categorie 5;


met daaraan ondergeschikt:

  • f. erven en tuinen;
  • g. terrassen;
  • h. waterlopen,waterpartijen en andere waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. verhardingen en groenvoorzieningen.

5.2 Bouwregels


5.2.1 Algemeen

  • a. Parkeren dient op eigen terrein of binnen de aangrenzende groenbestemming plaats te vinden.


5.2.2 met betrekking tot de hoofdgebouwen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het maximale bebouwingspercentage aan hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan aangegeven is op de verbeelding;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte' geldt dat het gebruik ten behoeve van de horecafunctie niet meer mag bedragen dan 800 m² BVO.


5.2.3 met betrekking tot de bijbehorende bouwwerken:

  • a. het maximale aantal vierkante meters aan bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt 50 m²;
  • b. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3,3 meter en de bouwhoogte maximaal 5,8 meter bedragen, tenzij een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dienen te worden.


5.2.4 met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak maximaal 4 meter bedragen;
  • b. buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte maximaal 6 meter mag bedragen.

5.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de brandveiligheid;
  • f. de parkeerruimte op eigen terrein.

5.4 Afwijken van de bouwregels (n.v.t)

5.5 Specifieke gebruiksregels


Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. voor de uitoefening van een bedrijf;
  • b. voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
  • c. seksinrichtingen, coffeeshops, discotheken en bardancings;
  • d. van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)

5.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van het beeldbepalende pand ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast;
  • c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  • 1. het normale beheer en onderhoud betreffen;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

5.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)