Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bremweg 1 + Leidingweg Ongenummerd
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0873.BUITxBP053xHERZx10-VG01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 bestemmingsomschrijving
 
De op de verbeelding voor “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de uitoefeningvan een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  2. per bestemmingsvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan;
  3. wonen in een bedrijfswoning;
  4. ter plaatse van de aanduiding ‘intensieve veehouderij’, een intensieve veehouderij;
  5. verkoop van zelfvoortgebrachte of streekeigen producten als nevenactiviteit tot maximum oppervlakte van 100 m²;
  6. de stalling van caravans in de bestaande bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 1.000 m²;
  7. nevenactiviteiten in de vorm van kleinschalig- en groepskamperen en mini- en midicampings en een dagrecreatieve attractie in het verlengde van het agrarisch bedrijf;
  8. ter plaatse van de aanduiding ‘archeologische verwachtingswaarde’, tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde;
  9. ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische verbindingszone’, de ecologische verbindingszone;
  10. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – groenelement’, een groenelement;
  11. ter plaatse van de aanduiding ‘geluidszone – weg’, de geluidszone van het wegverkeer;
  12. ter plaatse van de aanduiding ‘geluidszone – vliegveld’, de geluidszone van het vliegverkeer;
  13. ter plaatse van de aanduiding ‘geluidszone – windturbine’, de geluidszone van een windturbine; 
met de daarbij behorende:
  1. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen;
  2. voorzieningen van algemeen nut;
  3. infrastructurele voorzieningen;
  4. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. waterlopen en waterpartijen.
  
3.2 bouwregels
 
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
 
3.2.1 Bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels
  1. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 5,5 meter;
  2. de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 10 meter;
  3. binnen de gebouwen mag ten hoogste één bouwlaag gebruikt worden voor het houden van dieren, met uitzondering van volière- en scharrelstallen, waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden voor het houden van dieren.           
3.2.2 Bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
  1. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden ‘0’ of ‘2’ woningen bedraagt;
  2. de maximale goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt 5,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
  3. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen of mag in ieder geval niet meer bedragen dan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan;
  4. de bedrijfswoning mag niet zijn gelegen binnen de ‘geluidszone – weg’; (p.m. indien de ontheffing voor hogere grenswaarden wordt verleend, komt deze voorwaarde te vervallen);
  5. de bedrijfswoning mag niet zijn gelegen binnen de ‘geluidszone – vliegveld’; (p.m. indien de ontheffing voor hogere grenswaarden wordt verleend, komt deze voorwaarde te vervallen);
  6. de maximale goothoogte voor bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5 meter;
  7. de afstand van het bijgebouw tot de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde ervan mag maximaal 5 meter bedragen;
  8. Afstand tot de perceelsgrens dient maximaal 5 meter te bedragen;
  9. het gezamenlijk oppervlakte aan bijgebouwen mag maximaal 100 m² bedragen. 
3.2.3 Sanitaire voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen:
Voor het bouwen van sanitaire voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen gelden de volgende regels:
  1. de oppervlakte bedraagt maximaal 25 m²;
  2. de goothoogte van een gebouw voor sanitaire voorzieningen bedraagt maximaal 2,5 meteren de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,5 meter;
  3. De afstand tot de perceelsgrens bedraagt maximaal 5 meter;
  4. de bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
 
3.2.4 Bouwwerken ten behoeve van midicampings en minicampings:
Voor het bouwen ten behoeve van midicampings en minicampings gelden de volgende regels:
  1. de totale oppervlakte van sanitaire voorzieningen dient buiten de bestaande bedrijfsgebouwen maximaal 25 m² te bedragen;
  2. de goothoogte van een gebouw voor sanitaire voorzieningen bedraagt maximaal 2,5 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,5 meter;
  3. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  4. de hoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 5 meter;
  5. de overige gebouwde voorzieningen in het kader van de midi- en minicampings met dagrecreatieve attactie, dienen in de bestaande bedrijfsgebouwen te worden gerealiseerd. 
3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
  1. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 15 meter bedragen;
  3. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke op de bouwgrens gebouwd mogen worden;
  4. sleufsilo’s, mestsilo’s en (folie)mestbassins, paardenbakken, containervelden, waterbassins en kadaverplaatsen moeten worden aangelegd binnen het bouwvlak;
  5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.
  
3.3 nadere eisen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing ten behoeve van:
  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. een goede woonsituatie;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;  
3.4 afwijking van de bouwregels
 
3.4.1 Overschrijding afstand tot bestemmings- en perceelsgrenzen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een afwijking te verlenen van de voorgeschreven minimale afstanden tot de (zijdelingse) perceelsgrens dan wel bestemmingsgrens mits:
  1. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  2. daardoor de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig worden aangetast; 
3.4.2 Vergroten bedrijfsgebouwen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een afwijking te verlenen voor het vergroten van de bestaande goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de maximale goothoogte van een bedrijfsgebouw bedraagt 7,5 meter en de maximale hoogte bedraagt 12 meter;
  2. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;  
3.5 specifieke gebruiksregels
 
3.5.1 Verbod:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.3 lid 1 onder c Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik:
  1. voor het plaatsen, het doen of laten plaatsen van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  2. voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. voor het ten verkoop opslaan van landbouwwerktuigen of onderdelen daarvan;
  4. voor het kennelijk ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn;
  5. als opslag, stort- of bergplaats – al dan niet ten verkoop – van ongebruikte of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gericht beheer van de gronden;
  6. voor de uitoefening van enige tak van handel en/of bedrijf met uitzondering van een agrarisch bedrijf als bedoeld in de bestemmingsbeschrijving en van verkoop in het klein als niet zelfstandig onderdeel van waren, die in het betreffende bedrijf worden geproduceerd;
  7. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de agrarische bedrijfswoning;
  8. seksinrichtingen. 
3.5.2 Beroep aan huis:
Het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en/of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van beroep aan huis, mits:
  1. de woonfunctie op het perceel primair blijft;
  2. per bouwperceel het oppervlak aan bebouwing dat hiervoor wordt gebruikt niet meer is dan 60 m².  
3.6 afwijking van gebruiksregels
n.v.t.
 
3.7 Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden
 
Het is op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders verboden ter plaatse aangeduide waarden de volgende werken en/of werkzaamheden (zie bijlage 2) te verrichten:
 
3.7.1 Archeologische verwachtingswaarde:
  1. afgraven, vergraven, egaliseren;
  2. draineren, onderbemalen, graven sloten dieper dan 1 meter;
  3. verharden oppervlakte van minimaal 100 m², aanleg leidingen dieper dan 1 meter; 
3.7.2 Specifieke vorm van groen – groenelement::
  1. diepploegen, indrijven;
  2. draineren, onderbemalen, graven sloten;
  3. rooien van beplanting;
  4. verharden oppervlakte, aanleg leidingen dieper dan 1 meter; 
3.7.3 specifieke vorm van groen – te behouden groenelement:
  1. het verrichten van handelingen, die de dood van de bomen en/of beplanting of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  2. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  3. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;  
3.8 Omgevingsvergunning voor de sloop van bouwwerken
n.v.t.
  
3.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.