direct naar inhoud van Artikel 16 Maatschappelijk – Militaire vliegbasis
Plan: Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP045xMOEDxOO-VG01

Artikel 16 Maatschappelijk – Militaire vliegbasis

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk – Militaire vliegbasis" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een militaire vliegbasis;
  • b. medegebruik;
  • c. het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de EHS;
  • d. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden;
  • e. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 50.1.1dient in acht te worden genomen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 50.1.4 dient in acht te worden genomen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'kerkepad', een kerkepad. De regeling opgenomen in artikel 50.1.6dient in acht te worden genomen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – weg', de geluidzone van het wegverkeer;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 50.1.9 dient in acht te worden genomen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 1', een zone 1;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 2', een zone 2;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 3', een zone 3;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 4', een zone 4;

met daaraan ondergeschikt:

  • o. verhardingen, wegen en parkeervoorzieningen;
  • p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 20 meter, met uitzondering van de verkeerstoren welke maximaal 40 meter mag bedragen;
  • c. de maximaal toegestane bebouwingoppervlakte/percentage bedraagt:
  • 1. zone 1: 2000 m²;
  • 2. zone 2: 190 m²;
  • 3. zone 3: 1,24%;
  • 4. zone 4: 15%;
  • d. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen.

16.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '3' bedraagt;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 6 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 10 meter.

16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt:

  • a. zone I: maximaal 15 meter, met dien verstande dat de hoogte van radartorens maximaal 25 meter en de hoogte van zendmasten maximaal 100 meter mogen bedragen;
  • b. zone II t/m IV: maximaal 15 meter;
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2,5 meter;
  • d. per woning is één overkapping toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m²;
  • e. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

16.4 Afwijken van de bouwregels
16.4.1 Overschrijding afstand tot bestemmings- en perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven minimale afstanden tot een (zijdelingse) perceelgrens dan wel bestemmingsgrens mits:

  • a. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast.
  • b. daardoor de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig worden geschaad.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. detailhandel;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • c. seksinrichtingen;
  • d. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  • e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
  • f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning met uitzondering van mantelzorg.

16.6 Afwijken gebruiksregels

n.v.t.

16.7 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De regelingen zoals opgenomen in artikel 46 en 50 dienen in acht te worden genomen.

16.8 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

n.v.t.

16.9 Wijzigingsbevoegdheid

n.v.t.