Bij de voorbereiding van een vastgesteldbestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als
bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd
met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg
voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan
in het geding zijn. Indien het gaat om een bestemmingsplanherziening van geringe omvang
dan wel van in planologisch opzicht ondergeschikt belang, waarbij niet of in geringe mate
herschikking van betrokken belangen aan de orde is, zou kunnen worden volstaan met een
simpel overleg of zal wellicht zelfs geen overleg behoeven plaats te vinden, aldus de nota van
toelichting (blz. 29; Stb. 2008, 145).
Een vastgesteldbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage
gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op
het plan. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt.
Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er
de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop
van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld
dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een
beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de
inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure
eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.