Plan: | Gemengd gebied herziening 1 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0867.bpWWgemengdgbherz1-ON01 |
Bij besluit van 7 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "Gemengd gebied" vastgesteld. Bij tussenuitspraak van 8 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1030), heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 7 juni 2018 te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij het besluit van 17 september 2020 het bestemmingsplan "Gemengd gebied" gewijzigd en opnieuw vastgesteld. Op basis hiervan heeft de Afdeling bestuursrechtspraak vande Raad van State (hierna Raad van State) einduitspraak gedaan op 24 februari 2021 (201805998/2/R2).
Sinds vaststelling van het bestemmingsplan in 2018 is een aantal ondergeschikte omissies geconstateerd. Deze partiele herziening heeft tot doel om deze omissies te herstellen. In Hoofdstuk 2 is uiteen gezet wat de wijzigingen precies inhouden.
Het plangebied valt onder het bestemmingsplan Gemengd Gebied, zoals op 17 september 2020 door de gemeenteraad is vastgesteld en waarover de Raad van State op 24 februari 2021 uitspraak heeft gedaan. Daarbij heeft de Raad van State de gemeente opdracht gegeven om artikel 6, lid 6.1, onder k, van de planregels voor zover dat betrekking heeft op de activiteit "detailhandel" uit de planregels te schrappen. Deze onherroepelijke versie van het bestemmingsplan is op www.ruimtelijkeplannen.nl terug te vinden.
Hoofdstuk 2 geeft concreet aan welke aanpassingen doorgevoerd worden in het bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 is ingegaan op het beleidskader en de omgevingsaspecten. In hoofdstuk 4 wordt uitleg gegeven van de juridische aspecten van het bestemmingsplan. De overige aspecten die in een bestemmingsplan toelichting thuishoren: economische uitvoerbaarheid en maatschappelijke uitvoerbaarheid, komen in het hoofdstuk 5 aan bod.
Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven heeft dit bestemmingsplan tot doel wijzigingen in het vigerende bestemmingsplan aan te brengen. In dit hoofdstuk zijn de wijzigingen beschreven en gemotiveerd.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijziging die voortvloeit uit de uitspraak van de Raad van State van 24 februari 2021, zie Bijlage 1. In de uitspraak is naar aanleiding van het tegen het bestemmingsplan Gemengd Gebied ingestelde beroep artikel 6, lid 6.1, onder k, van de planregels voor zover dat betrekking heeft op de activiteit "detailhandel" vernietigd. Het plandeel betreft de uitsterfregeling die is opgenomen ten aanzien van detailhandel op achterpercelen. De Raad van State geeft aan dat deze bepaling niet deugdelijk is onderbouwd. De gemeente Waalwijk heeft dit onderdeel van de uitspraak verwerkt in het bestemmingsplan Gemengd Gebied (onherroepelijk).
In voorliggend bestemmingsplan wordt de uitsterfregeling zoals opgenomen in artikel 6, lid 6.1 onder k van de planregels weer van toepassing verklaard op detailhandel op achterpercelen. De uitsterfregeling bepaalt dat detailhandel niet is toegestaan, indien de activiteit detailhandel ten minste drie jaar is gestaakt en duurzaam beeïndigd is. Het bestemmingsplan bevat geen flexibiliteitsbepalingen om nieuwvestiging van detailhandel op het achterperceel mogelijk te maken.
De motivering voor deze uitsterfregeling is als volgt. De uitsterfregeling voor detailhandel op achterpercelen in het Gemengd Gebied past binnen het gemeentelijk beleid zoals opgenomen in de beleidsnotitie Gemengd Gebied die op 17 november 2015 door de raad van Waalwijk is vastgesteld. Hoofdlijn in de beleidsnotitie is dat publiekgerichte functies zoals detailhandel mogelijk zijn, mits het gebiedstype behouden blijft. Detailhandel dient gelet op de structuur en herkenbaarheid van het Gemengd gebied aan de straatzijde te worden gesitueerd zoals dat van oudsher voorkomt en niet in bijgebouwen achterop het perceel. Zelfstandige functies op achterpercelen gaan ten koste van de rust en privacy in de (aangrenzende) buitenruimten. Het is vanuit ruimtelijk oogpunt ongewenst dat er daarom zelfstandige functies op achterpercelen zijn, waar geen zicht op is vanuit de straatzijde. Met de uitsterfregeling wordt verrommeling in het achtererfgebied tegengegaan.
Regels
Artikel 6.1 onder k is als volgt gewijzigd:
"k. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' ten behoeve van respectievelijk de activiteit 'dienstverlening', 'maatschappelijk', 'detailhandel', 'supermarkt', 'detailhandel volumineus', 'horeca', 'niet publieksgerichte voorziening' of 'achterperceel', gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;"
In artikel 6.1 onder a van de planregels is opgenomen dat wonen is toegestaan in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken. Per bouwperceel is maximaal 1 (bedrijfs)woning toegestaan. Dit artikel dient te worden aangepast zodat maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten per bestaand bouwperceel. Het begrip 'bestaand' was reeds in Artikel 1 Begrippen opgenomen.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
"wonen in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten, met dien verstande dat:".
In artikel 6.6.3 van de planregels is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bed & breakfast mogelijk te maken. De maximale gebruiksduur dient te worden beperkt tot één week, net als in de andere bestemmingen.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
"de maximale gebruiksduur voor gebruikers van de bed & breakfast voorziening is één week;".
In artikel 8.2.5 van de planregels zijn bouwregels voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, opgenomen. Onder sub d wordt een afwijkende bouwhoogte voor reclame-uitingen toegestaan. De verwijzing naar sub d is onjuist en dient te worden gewijzigd naar sub c.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
In artikel 8.4 van de planregels zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen. De subleden lopen niet door. Dit dient te worden hersteld.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
In de planregels zijn bouwregels opgenomen over de toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied. Dit dient te worden verruimd naar bebouwingsgebied én zijerfgebied. Daar waar de toegestane oppervlakte wordt berekend aan de hand van de oppervlakte van het bebouwingsgebied dient dit tevens te worden gewijzigd naar bebouwingsgebied én zijerfgebied.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
In de planregels zijn algemene voorwaarden opgenomen die van toepassing zijn op afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden. In verschillende artikelen is als voorwaarde opgenomen dat bij ontwikkelingen aan de achterzijde sprake dient te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Deze voorwaarde dient ook te gelden voor ontwikkelingen aan de zijkant, voor zover gelegen in het achtererfgebied. Dit dient te worden aangepast in de regels om verwarring te voorkomen.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
In de planregels is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om het gebruik van een woning voor huisvesting van personen die geen huishouden vormen mogelijk te maken. Om gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De eerste twee afwijkingsvoorwaarden worden reeds gesteld in de gemeentelijke 'Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk'. Deze voorwaarden zijn overbodig en kunnen worden geschrapt.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
Het perceel aan Heistraat 149 te Sprang-Capelle is bestemd als 'Gemengd - Agrarisch' en aangeduid als 'intensieve veehouderij'. De eigenaar van het perceel maakt gebruik van de provinciale 'ruimte-voor-ruimte regeling'. Om gebruik te kunnen maken van deze regeling dient er 300 m3 aan stallen te worden gesloopt. Ook dient de aanduiding 'intensieve veehouderij' te worden verwijderd van het perceel. Dit is juridisch-planologisch vastgelegd in voorliggend bestemmingsplan.
Verbeelding
De aanduiding 'intensieve veehouderij' is verwijderd van het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
"c. in afwijking van het bepaalde onder b geldt voor het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle dat de oppervlakte van de gebouwen en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde behorend bij een veehouderij, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoning(en) en de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning, ten hoogste de omvang mag hebben van gebouwen die feitelijk aanwezig zijn op het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle, indien de gebouwen geamoveerd zijn in het kader van de provinciale ruimte-voor-ruimte regeling."
"d. Het bepaalde onder a. en b. is niet van toepassing op bouwwerken op het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle die ingevolge lid 7.2.1 onder c geamoveerd zijn in het kader van de provinciale ruimte-voor-ruimte regeling."
Op het perceel aan Sprangsevaart, kadastraal bekend gemeente Sprang sectie C nummers 3258 en 3257, is de bouwaanduiding 'maximum oppervlakte (120m2)' opgenomen. In verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een afwijkend oppervlakte is deze maatvoering niet meer relevant. De bouwaanduiding is verwijderd.
Verbeelding
Op het perceel aan Sprangsevaart, kadastraal bekend gemeente Sprang sectie C nummers 3258 en 3257, is de aanduiding 'maximum oppervlakte (120m2)' verwijderd.
Het perceel aan Tilburgseweg 2a te Sprang-Capelle is bestemd als 'Gemengd - Bedrijf'. Op het perceel is per abuis geen bouwvlak aanwezig. Dit dient te worden hersteld.
Verbeelding
Op het perceel Tilburgseweg 2a te Sprang-Capelle is een bouwvlak opgenomen.
Het perceel aan 't Vaartje 54 te Waspik is bestemd als 'Gemengd - Agrarisch' en aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf'. Op het perceel is een winkel in ruitersportartikelen aanwezig. De winkel was reeds toegelaten op basis van het voormalige bestemmingsplan 't Vaartje. Het bedrijf dient te worden opgenomen in het bestemmingsplan.
Verbeelding
Het perceel aan 't Vaartje 54 te Waspik is aangeduid als 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit'.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
't Vaartje 54 | Waspik | - overig agrarisch bedrijf, type paardenhouderij - (neven)activiteiten: detailhandel in ruitersportartikelen max. 100 m2 |
Het perceel aan Westeinde 33 te Waalwijk is bestemd als 'Gemengd'. Op het perceel was voor inwerkingtreding van het bestemmingsplan Gemengd Gebied een bedrijf legaal gevestigd. Het bedrijf dient te worden opgenomen in het bestemmingsplan.
Verbeelding
Het perceel aan Westeinde 33 te Waalwijk is aangeduid als 'bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit'.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
Westeinde 33 | Waalwijk | autoreparatiebedrijf (excl. plaatwerken, spuitwerken en tectyleren), sbi-cat 2/B |
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met het (gemeentelijk) beleid en met omgevingsaspecten, zoals bodem en water. Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het onherroepelijk bestemmingsplan Gemengd Gebied. De herziening bevat geen ontwikkelingsmogelijkheden. De wijzigingen in de herziening zijn van beperkte omvang en van ondergeschikte aard. Een verwijzing naar de omgevingsaspecten en het beleidskader in de toelichting van het bestemmingsplan Gemengd Gebied volstaat dan ook. Zie deze link.
In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de juridische regeling van het bestemmingsplan 'Gemengd gebied herziening 1'. De juridische regeling bestaat uit een verbeelding en de regels. De onderdelen verbeelding en regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dienen dan ook altijd gezamenlijk geraadpleegd en gelezen te worden. De plantoelichting heeft geen rechtskracht.
Het voorliggende bestemmingsplan 'Gemengd gebied herziening 1' is een gedeeltelijke herziening van het geldende bestemmingsplan Gemengd Gebied (onherroepelijk). Deze herziening is een aanvulling op het bestemmingsplan Gemengd Gebied. Deze herziening bestaat uit een verbeelding en een set regels. De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaarden (SVBP 2012).
De verbeelding
Gronden en locaties waar naar aanleiding van de herziening een aanpassing van de nu geldende regelingen plaatsvindt, zijn op de verbeelding met enkelbestemmingen weergegeven. Dit is geregeld in artikel Van toepassing verklaring van de regels.
Regels
In verband met de leesbaarheid van het voorliggende plan is een complete set regels opgenomen. Door middel van groene markering en doorhalingen is aangegeven welke regels en veranderingen in de regels onderdeel uitmaken van het de herziening.
Alleen de regels die onderdeel uitmaken van de herziening kunnen ter discussie worden gesteld (zienswijzen en beroep bij de Raad van State). Omdat een groot deel van de regels van het bestemmingsplan Gemengd Gebied gewoon van kracht blijft en met deze herziening niet wordt gewijzigd, kan hier geen bezwaar tegen worden gemaakt. Inhoudelijk zijn die regels immers niet aangepast.
Voor een nadere beschrijving van de regels wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Gemengd Gebied. Zie deze link.
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
Voorbereidingsfase
Conform artikel 3.1.1. van het Bro moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de Rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het voorliggende plan wordt voorgelegd aan de betrokken overlegpartners.
Ontwerpfase
Het ontwerpbestemmingsplan wordt op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening voor een periode van zes weken als ontwerp ter inzage gelegd. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze in te dienen. De ingediende zienswijzen worden samengevat en beantwoord in de Nota van Zienswijze.