direct naar inhoud van Regels
Plan: De Bibliotheek, Fase 13, De Bovenkasten
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0867.WWUWBIBFASE13-va01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Driessen", vastgesteld op 14 juni 2013 door de gemeenteraad van Waalwijk, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Driessen" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Begrippen

2.1 plan:

het bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "De Bibliotheek, Fase 13, De Bovenkasten" met identificatienummer NL.IMRO.0867.WWUWBIBFASE13-va01 van de gemeente Waalwijk.

2.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (openbare) groenvoorzieningen;
  • b. kleinschalige recreatieve voorzieningen, zoals: speelgelegenheden hondenuitlaatplaatsen en trapveldjes;
  • c. waterlopen, waterpartijen en wadi’s;
  • d. fiets/voetpaden;
  • e. calamiteitenverkeer voor noodhulpdiensten, zoals brandweer en ambulances,
  • f. speelvoorzieningen;

met aan lid a tot en met f ondergeschikte:

  • g. tuinen;
  • h. verhardingen;
  • i. parkeervoorzieningen en perceelsontsluitingen;
  • j. nuts- en wko-voorzieningen;

met de bij lid a tot en met j behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen straatmeubilair, ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn overhangende bouwdelen van de aangrenzende bestemming Wonen toegestaan.

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en toegangspaden tot de gebouwen.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd waarbij geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn overhangende bouwdelen van de aangrenzende bestemming Wonen toegestaan.

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten en pleinen;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterpartijen en wadi's;
  • f. speelvoorzieningen;

met aan lid a tot en met f ondergeschikte:

  • g. tuinen;
  • h. bergbezinkvoorzieningen;
  • i. nuts- en wko-voorzieningen
  • j. autowasvoorzieningen;
  • k. uitlaatplaatsen voor honden;
  • l. ambulante handel;

met de bij lid a tot en met l behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen.

5.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen straatmeubilair en ondergrondse bergbezinkvoorzieningen, ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn overhangende bouwdelen van de aangrenzende bestemming Wonen toegestaan.

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdgebouwen ten behoeve van woningen al dan niet in combinatie met de uitoefening van:
    • 1. beroepsmatige activiteiten tot een maximum van 50 m²;
    • 2. bedrijfsmatige activiteiten na afwijking van de regels;

met de bij lid a behorende:

  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuinen en erven;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouw

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de bouwaanduiding ‘aaneengebouwd’ mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de goothoogte ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakkapel' niet meer bedragen dan 9 m;
  • e. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is weergegeven.
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Bij iedere woning mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat:

  • a. de maximale grondoppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan 70 m²;
  • b. het achtererfgebied van de woning voor niet meer dan 50% van de oppervlakte bebouwd wordt;
  • c. van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk:
    • 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 meter;
    • 2. de dakhelling niet meer mag bedragen dan de dakhelling van de woning;
    • 3. de hoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • d. van een vrijstaand bijgebouw en/of overkapping:
    • 1. de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 2. de dakhelling niet meer mag bedragen dan 450;
    • 3. de hoogte niet meer dan 4,5 m mag bedragen;
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste bedragen:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
  • b. voor pergola's: 3 m;
  • c. vlaggenmasten 6 m;
  • d. voor het overige: 2,5 m.
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d mogen bestaande overige bouwwerken worden gehandhaafd.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 6.1 en artikel 23 (Algemene gebruiksregels) van het bestemmingsplan "Driessen" het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  • a. het hoofdgebouw ten behoeve van beroepsmatige activiteiten op meer dan 50 m² van het bruto-vloeroppervlak;
  • b. vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van wonen.
  • c. gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde 6.1.1 lid a onder 1 en 2 en artikel 6.3 voor de uitoefening van:

  • beroepsmatige activiteiten in bijgebouw(en);
  • bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en/of bijgebouw(en), niet zijnde een overkapping met een open constructie;

mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent onder meer dat:
    • 1. uitsluitend medewerking wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijven en beroepen, mits:
      • het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
      • het geen inrichtingen betreft zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI);
    • 2. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
    • 3. het gebruik naar aard met het karakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw en/of de bijgebouwen uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. op het bij de woning behorende bouwperceel voldoende parkeergelegenheid aanwezig is en gehandhaafd blijft;
  • e. het geen uitoefening van detailhandel betreft met uitzondering van beperkte detailhandel als niet-zelfstandige en ondergeschikte activiteit rechtstreeks voortvloeiend uit de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
  • f. per bouwperceel maximaal 50 m² van het bruto-vloeroppervlak ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik wordt genomen.

 

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "De Bibliotheek, Fase 13, De Bovenkasten".

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 16 december 2014.

De Secretaris, De Burgemeester,

J. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld