direct naar inhoud van Regels
Plan: De Villa C, 31 woningen
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0867.WWBPUVillaC31won-va01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Driessen", vastgesteld op 14 juni 2013 door de gemeenteraad van Waalwijk, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Driessen" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Begrippen

2.1 plan:

het bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "De Villa C, 31 woningen" met identificatienummer NL.IMRO.0867.WWBPUVillaC31won-va01 van de gemeente Waalwijk.

2.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

2.3 achtererfgebied:

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;

2.4 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is

Artikel 3 Wijze van meten

3.1 Ondergeschikte bouwdelen

ondergeschikte bouwdelen zoals als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. Dakopbouwen, dakkapellen en erkers worden als niet ondergeschikt aangemerkt.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en toegangspaden tot de gebouwen;
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd waarbij geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b. zijn ondergeschikte bouwdelen van de aangrenzende bestemming 'Wonen' toegestaan, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten en pleinen;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterpartijen en wadi's;
  • f. speelvoorzieningen;

met aan lid a. tot en met f. ondergeschikte:

  • g. tuinen;
  • h. bergbezinkvoorzieningen;
  • i. nuts- en wko-voorzieningen
  • j. autowasvoorzieningen;
  • k. uitlaatplaatsen voor honden;
  • l. ambulante handel;

met de bij lid a. tot en met l. behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen.

5.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen straatmeubilair en ondergrondse bergbezinkvoorzieningen, ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd.
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. zijn ondergeschikte bouwdelen van de aangrenzende bestemming 'Wonen' toegestaan, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdgebouwen ten behoeve van woningen al dan niet in combinatie met de uitoefening van:
    • 1. beroepsmatige activiteiten tot een maximum van 50 m²;
    • 2. bedrijfsmatige activiteiten na afwijking van de regels;

met de bij lid a. behorende:

  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuinen en erven;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouw

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de bouwaanduiding ‘aaneengebouwd’ mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • e. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is weergegeven.
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Bij iedere woning mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat:

  • a. de maximale grondoppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan 70 m²;
  • b. het achtererfgebied van de woning, voor zover dit buiten het bouwvlak is gelegen, voor niet meer dan 50% van de oppervlakte bebouwd wordt;
  • c. van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk:
    • 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 meter;
    • 2. de dakhelling niet meer mag bedragen dan de dakhelling van de woning;
    • 3. de hoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • d. van een vrijstaand bijgebouw en/of overkapping:
    • 1. de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 2. de dakhelling niet meer mag bedragen dan 45o;
    • 3. de hoogte niet meer dan 4,5 m mag bedragen;
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste bedragen:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
  • b. voor pergola's: 3 m;
  • c. vlaggenmasten 6 m;
  • d. voor het overige: 2,5 m.
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Strijdig gebruik

Onverminderd het bepaalde in lid 6.1 en artikel 23 (Algemene gebruiksregels) van het bestemmingsplan "Driessen" het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  • a. het hoofdgebouw ten behoeve van beroepsmatige activiteiten op meer dan 50 m² van het bruto-vloeroppervlak;
  • b. vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van wonen;
  • c. gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde 6.1.1 lid a onder 1 en 2 en artikel 6.3 voor de uitoefening van:

  • beroepsmatige activiteiten in bijgebouw(en);
  • bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en/of bijgebouw(en), niet zijnde een overkapping met een open constructie;

mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent onder meer dat:
    • 1. uitsluitend medewerking wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijven en beroepen, mits:
      • het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
      • het geen inrichtingen betreft zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI);
    • 2. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
    • 3. het gebruik naar aard met het karakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw en/of de bijgebouwen uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. op het bij de woning behorende bouwperceel voldoende parkeergelegenheid aanwezig is en gehandhaafd blijft;
  • e. het geen uitoefening van detailhandel betreft met uitzondering van beperkte detailhandel als niet-zelfstandige en ondergeschikte activiteit rechtstreeks voortvloeiend uit de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
  • f. per bouwperceel maximaal 50 m² van het bruto-vloeroppervlak ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik wordt genomen.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Voorwaardelijke verplichting parkeren

Bij het bouwen en het wijzigen van het bestaande gebruik zoals toegestaan op grond van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2, dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid voor autovoertuigen en fietsen overeenkomstig de 'Parkeernormennota gemeente Waalwijk', die op 9 december 2015 in werking is getreden. Indien de voorgenoemde parkeernormennota gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "De Villa C, 31 woningen".

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 6 december 2016.

De Secretaris, De Burgemeester,

J. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld