Plan: | Paraplu herziening Duurzaamheid Waalwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0867.PHBPWWDuurzaamheid-va01 |
De gemeente Waalwijk is een aantrekkelijke gemeente om in te leven, wonen, werken, ondernemen en te verblijven. De gemeente wil samen duurzaam vooruit en wil daarbij samen met de inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties werken aan een schone en duurzame stad. Het opnemen van regels voor duurzaamheidsmaatregelen past goed binnen de gemeentelijke visie op duurzaamheid. Op deze manier staan de bouwregels het aanbrengen van isolatie of een groen dak niet in de weg. Dit draagt bij aan het faciliteren en stimuleren van het verduurzamen van de gebouwde omgeving van woningen en bedrijven. Het voorliggende paraplubestemmingsplan legt deze regels vast.
Het plangebied van deze parapluherziening behelst het gehele grondgebied van de gemeente Waalwijk, met uitzondering van de gronden waarvoor een beheersverordening geldt, of waarvoor bestemmingsplannen in voorbereiding zijn. De geldende beheersverordeningen worden opnieuw vastgesteld, met toevoeging van de regeling met betrekking tot duurzaamheid. In het bestemmingsplan 'Akkerlanen' en de andere in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen is al een regeling opgenomen ter implementatie van de onderhavige duurzaamheidsregeling.
In de navolgende afbeelding is het plangebied van het onderhavige paraplubestemmingsplan opgenomen.
Figuur 1: plangebied
In de regels zijn ruimere bouwmogelijkheden opgenomen om duurzaamheidsmaatregelen te vergemakkelijken. Deze regeling sluit aan op het doel van de Visie Duurzaam Waalwijk 2030, waarin de noodzaak van de veranderingen van het klimaat en de bijbehorende gevolgen centraal staan. De problemen vragen om een ambitieus en daadkrachtig ingrijpen. om dit te bereiken zijn drie hoofdthema's benoemd;
Initiatieven op al deze thema's zijn het meest succesvol als ze gezamenlijk en vanuit de inwoners en ondernemers zelf geïnitieerd worden. De gemeente heeft bij deze speerpunten richting particuliere eigendommen vooral een voorbeeld rol maar ook een faciliterende en stimulerende rol. Zodoende zijn regels aan voorliggend paraplu bestemmingsplan toegevoegd die deze beoogde aanpassingen faciliteren.
Voor elk bestemmingsplan moet een gemeente aantonen dat het plan uitvoerbaar is. Dat volgt namelijk uit artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Dit facetbestemmingsplan betreft het opnemen van ruimere normen voor bouwmogelijkheden om duurzaamheidsmaatregelen makkelijker te kunnen implementeren. Hiervoor zijn geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk. Er worden namelijk geen nieuwe functies toegelaten, maar uitsluitend duurzaamheidsmaatregelen. Onderzoek ten aanzien van de uitvoering is in dit plan daarom ook niet nodig.
Dit hoofdstuk gaat in op de regels van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit:
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting stelt men langs elektronische weg vast.
Voorliggende parapluherziening ziet uitsluitend op het wijzigen en/of toevoegen van een planregel inzake duurzaamheid in de regels van de geldende bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen, met uitzondering van het bestemmingsplan Akkerlanen. Op de verbeelding is daarom alleen een plancontour opgenomen. Voor het overige blijven de geldende verbeeldingen en regels van toepassing. Dit is geregeld in Artikel 2 Van toepassing verklaring van de regels.
Voor bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen die na de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan worden vastgesteld geldt het facetbestemmingsplan niet. Dat is ook niet bezwaarlijk omdat in deze bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen een regeling voor duurzaamheid wordt opgenomen.
Het navolgende stelt de gehanteerde opbouw van de bestemmingsregels aan de orde. Deze opbouw wijkt af van de algemeen gehanteerde opbouw van een bestemmingsplan, dit bestemmingsplan bevat immers geen bestemmingsregels. De opbouw van dit bestemmingsplan ziet er als volgt uit:
Dit wordt hieronder nader toegelicht.
Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen) en de van toepassing verklaring (Van toepassing verklaring). In de Begrippen wordt aangegeven wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan.
In de 'Van toepassing verklaring' is aangegeven hoe dit bestemmingsplan zich verhoudt tot eerder vastgestelde bestemmingsplannen. Vastgelegd is dat de regels van eerder vastgestelde bestemmingsplannen worden aangevuld met regels over duurzaamheid.
Hieronder zijn begrepen de anti-dubbeltelregel en de duurzaamheidsregel.
Het doel van de anti-dubbeltelregel (Artikel 3) is om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Kort gezegd, komt het erop neer, dat grond die één keer in beschouwing is genomen voor het toestaan van gebouwen, niet een tweede maal mag meetellen voor de toelaatbaarheid van andere gebouwen, als die grond inmiddels tot een ander bouwperceel is gaan behoren of nog behoort tot hetzelfde bouwperceel.
Er is een artikel toegevoegd over duurzaamheid, Artikel 4. Uit de praktijk is gebleken dat er behoefte bestaat aan een regeling in bestemmingsplannen die het mogelijk maakt om van bouwregels af te wijken ten behoeve van duurzaamheidsmaatregelen, bijvoorbeeld het toestaan van een iets hogere dakrand om zonnepanelen aan het zicht te onttrekken. Het gaat om regels voor het energieneutraal renoveren van een bestaand hoofdgebouw, waarbij onder voorwaarden bouwregels uit het bestemmingsplan mogen worden overschreden ten behoeve van schilisolatie. Daarnaast mogen bouwregels worden overschreden voor het aanbrengen van voorzieningen gericht op klimaatadaptatie voor een groen dak, groene gevel of waterberging (zoals een grindkoffer). Tot slot is vanwege de huidige eisen aan duurzaam bouwen uit het Bouwbesluit is een goothoogte van 3,3 meter voor bijbehorende bouwwerken nodig.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht (Artikel 5) en de slotregel (Artikel 6) opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Bro. Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht.
Het gebruik van gronden en bebouwing dat in strijd is met dit nieuwe bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft op de gebruikelijke wijze voor een periode van zes weken ter inzage gelgen. In deze periode kon een ieder een zienswijze indienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Het facetbestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het plan leidt daarom ook niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar geacht worden. Het is daarom ook niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.