direct naar inhoud van Artikel 3 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan N261, Reconstructie Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0867.BpN261reconstrnrd-va01

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een verkeersfunctie, met dien verstande dat:
    • 1. de wegas van de N261 en de A59 uitsluitend mag worden gesitueerd ter plaatse van de figuur 'as van de weg’;
    • 2. de N261 en de A59 niet meer dan 2 x 2 rijstroken mag bevatten;
  • b. met deze wegen verband houdende voorzieningen (daaronder begrepen bouwwerken, geen gebouwen zijnde), zoals busstroken, op- en afritten, kruisingen/ aansluitingen, parallelwegen, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, stuwen, pompkelders, trottoirs, bermen, bermsloten, taluds, verlichting, verkeersregelinstallaties, bewegwijzering, abri’s en telefooncellen, fietskluizen en fietsparkeerplaatsen, evenwel met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • c. langzaamverkeersroutes;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. watergangen met onderhoudsstroken en waterberging;
  • f. kunstwerken;
  • g. voorwerpen van beeldende kunst;
  • h. waterlopen en waterpartijen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een geluidscherm of geluidswal;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - keerwand', voor een keerwand met een maximale hoogte van 1,5 meter;
  • k. wildtunnels en faunapassages;
  • l. niet eerder genoemde voorzieningen van algemeen nut;
  • m. niet eerder genoemde waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut en waterhuishoudkundige voorzieningen worden gebouwd;
  • b. de maximale oppervlakte van een gebouw bedraagt 30 m²;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 4 meter bedragen, met uitzondering van voorwerpen van beeldende kunst en kunstwerken. Het bepaalde in 3.4.2 is van toepassing;
  • b. overkappingen zijn niet toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering maximaal 12 meter bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de hoogte van geluidschermen of geluidswallen de hoogte zoals is aangegeven in het akoestisch onderzoek "Akoestisch onderzoek reconstructie Wet geluidhinder Wegverkeerslawaai: N261 Tilburg-Waalwijk, 17 februari 2011, inclusief memo d.d. 30 maart 2011", opgenomen in een bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van deze regels. Deze hoogte mag niet meer dan 1 meter worden verhoogd of verlaagd;
  • e. in afwijking van het bepaalde in 3.1 sub i mag de aanduiding 'geluidscherm' aan weerszijden met maximaal 50 meter worden verlengd.

3.3 Nadere eisen

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het bevorderen van de verkeersveiligheid;
  • b. het bevorderen van de sociale veiligheid;
  • c. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

3.4.2 Uitvoering

Bij de uitvoering van de aanleg van de wegen, kunstwerken en andere met deze wegen verband houdende voorzieningen als bedoeld in 3.1 dient voldaan te worden aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op nabijgelegen geluidsgevoelige objecten dan wel aan de berekende geluidswaarden, zoals bepaald in het "Akoestisch onderzoek reconstructie Wet geluidhinder Wegverkeerslawaai: N261 Tilburg-Waalwijk, 17 februari 2011, inclusief memo d.d. 30 maart 2011", zoals opgenomen in een bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van deze regels.

Verder mogen bij de uitvoering van de aanleg van de wegen, kunstwerken en andere met deze weg verband houdende voorzieningen als bedoeld in 3.1 geen negatieve effecten plaatsvinden op het grondwater.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Wegas

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 sub a, onder 1 en toestaan dat de wegas maximaal 1 meter naar beide zijden verschoven mag worden, onder de voorwaarde dat uit onderzoek blijkt dat er geen strijdigheid is met de Wet Geluidhinder of andere relevante wetgeving.

3.5.2 Rijstroken

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 sub a, onder 2 en toestaan dat het aantal rijstroken vermeerderd mag worden, onder de voorwaarde dat uit onderzoek blijkt dat er geen strijdigheid is met de Wet Geluidhinder of andere relevante wetgeving.