direct naar inhoud van Regels
Plan: Het Koetshuis, vervolg Fase 2
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0867.BPUWWKoetshver2-va01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Driessen", vastgesteld op 14 juni 2013 door de gemeenteraad van Waalwijk, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Driessen" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Begrippen

2.1 plan:

het bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "Het Koetshuis, vervolg Fase 2" met identificatienummer NL.IMRO.0867.BPUWWKoetshver2-va01 van de gemeente Waalwijk.

2.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (openbare) groenvoorzieningen;
  • b. kleinschalige recreatieve voorzieningen, zoals: speelgelegenheden hondenuitlaatplaatsen en trapveldjes;
  • c. waterlopen, waterpartijen en wadi’s;
  • d. fiets/voetpaden;
  • e. calamiteitenverkeer voor noodhulpdiensten, zoals brandweer en ambulances,
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. geluidwerende wand;

met aan lid a tot en met f ondergeschikte:

  • h. tuinen;
  • i. verhardingen;
  • j. parkeervoorzieningen en perceelsontsluitingen;
  • k. nuts- en wko-voorzieningen;

met de bij lid a tot en met k behorende andere bouwwerken.

3.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, waaronder begrepen straatmeubilair, ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a mogen overschrijdende bouwdelen van bouwwerken in de aangrenzende bestemming 'Bedrijf', waaronder begrepen muren, pilasters, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen en ondergrondse funderingen, worden gebouwd, indien de overschrijding van de bestemmingsgrens niet meer dan 1 m bedraagt.

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en toegangspaden tot de gebouwen.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd waarbij geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m,of niet hoger dan 2 meter op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelsafscheiding in functionele relatie staat, achter de voorgevelrooilijn en op meer dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen bestaande andere bouwwerken worden gehandhaafd;
  • c. overschrijdende bouwdelen van bouwwerken in de aangrenzende bestemming zoals bloemvensters, gevelversieringen en dergelijke mogen worden gebouwd, mits de overschrijding niet meer dan 50 cm bedraagt.

Artikel 5 Tuin - Parkeren

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en de handhaving van ten minste één parkeerplaats per woning, waarbij de oppervlakte van de parkeerplaats ten minste 18 m2 dient te bedragen;
  • b. tuinen en toegangspaden tot de gebouwen.
5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd waarbij geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen bestaande andere bouwwerken worden gehandhaafd;
  • c. overschrijdende bouwdelen van bouwwerken in de aangrenzende bestemming zoals bloemvensters, gevelversieringen en dergelijke mogen worden gebouwd, mits de overschrijding niet meer dan 50 cm bedraagt.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 5.2 voor de bouw van een carport, waarbij:

  • a. de hoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • b. de oppervlakte niet meer dan 20 m2 mag bedragen;
  • c. de carport dient te worden gesitueerd op een afstand van ten minste 1 m achter (de lijn die kan worden getrokken in het verlengde van) de voorgevel van de woning.

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten en pleinen;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterpartijen en wadi's;
  • f. speelvoorzieningen;

met aan lid a tot en met f ondergeschikte:

  • g. tuinen;
  • h. bergbezinkvoorzieningen;
  • i. nuts- en wko-voorzieningen
  • j. autowasvoorzieningen;
  • k. uitlaatplaatsen voor honden;
  • l. ambulante handel;

met de bij lid a tot en met l behorende andere bouwwerken, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, waaronder begrepen straatmeubilair en ondergrondse bergbezinkvoorzieningen, ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van overschrijdende bouwdelen van bouwwerken in de aangrenzende bestemming, mits de overschrijding niet meer dan 50 cm bedraagt.

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdgebouwen ten behoeve van woonhuizen al dan niet in combinatie met de uitoefening van:
    • 1. beroepsmatige activiteiten tot een maximum van 50 m²;
    • 2. bedrijfsmatige activiteiten na afwijking van de regels;

met de bij lid a behorende:

  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuinen en erven;
  • d. andere bouwwerken.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouw

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ‘aaneengebouwd’ mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' mogen uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • e. een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • h. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is weergegeven;
  • i. voor vrijstaande woningen dient de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 m te bedragen.
7.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Bij iedere woning mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat:

  • a. de maximale grondoppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan 70 m²;
  • b. het achtererfgebied van de woning voor niet meer dan 50% van de oppervlakte bebouwd wordt;
  • c. van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk:
    • 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 meter;
    • 2. de dakhelling niet meer mag bedragen dan de dakhelling van de woning;
    • 3. de hoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • d. van een vrijstaand bijgebouw en/of overkapping:
    • 1. de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 2. de dakhelling niet meer mag bedragen dan 450;
    • 3. de hoogte niet meer dan 4,5 m mag bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d mogen bestaande bijbehorende bouwwerken worden gehandhaafd.
7.2.3 Andere bouwwerken

De hoogte van andere bouwwerken ten hoogste mag bedragen:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
  • b. voor pergola's: 3 m;
  • c. vlaggenmasten 6 m;
  • d. voor het overige: 2,5 m.
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d mogen bestaande andere bouwwerken worden gehandhaafd.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 7.1 en artikel 23 (Algemene gebruiksregels) van het bestemmingsplan "Driessen" het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  • a. het hoofdgebouw ten behoeve van beroepsmatige activiteiten op meer dan 50 m² van het bruto-vloeroppervlak;
  • b. vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van wonen.
  • c. gronden en bijgebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde 7.1.1 lid a onder 1 en 2 en artikel 7.3 voor de uitoefening van:

  • beroepsmatige activiteiten in bijgebouw(en);
  • bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en/of bijgebouw(en), niet zijnde een overkapping met een open constructie;

mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent onder meer dat:
    • 1. uitsluitend medewerking wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijven en beroepen, mits:
      • het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
      • het geen inrichtingen betreft zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI);
    • 2. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
    • 3. het gebruik naar aard met het karakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw en/of de bijgebouwen uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. op het bij de woning behorende bouwperceel voldoende parkeergelegenheid aanwezig is en gehandhaafd blijft;
  • e. het geen uitoefening van detailhandel betreft met uitzondering van beperkte detailhandel als niet-zelfstandige en ondergeschikte activiteit rechtstreeks voortvloeiend uit de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
  • f. per bouwperceel maximaal 50 m² van het bruto-vloeroppervlak ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik wordt genomen.

 

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "Het Koetshuis, vervolg Fase 2".

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 11 maart 2014.

De Secretaris, De Burgemeester,

J. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld