De als 'Ecologische verbindingszone' aangewezen gronden zijn naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ecologische ader met natte gebieden.
In afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen mag op de Lid 1 bedoelde gronden niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in Lid 2 voor de bouw van andere bouwwerken ten dienste van de doeleinden als bedoeld in Lid , indien geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de ecologische ader.
Op de gronden als bedoeld als bedoeld in Lid 1 is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
- het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
- het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
- het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het anderszins indringen van voorwerpen;
- het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;
- het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
- het vellen of rooien van houtgewas.
Het in lid 4 opgenomen verbod geldt niet voor:
- werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer;
- werken en werkzaamheden, die op tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
- werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 4 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de ecologische ader ontstaat of kan ontstaan.