direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Veghel-West, herstelplan Noordkade 5 en NCB-laan 10
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.VE02al010000BP2014-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

Op 23 mei 2013 heeft de gemeenteraad van Veghel het bestemmingsplan "Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk" vastgesteld. Naar aanleiding van beroep dat ingesteld is tegen dit besluit, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 28 mei 2014 uitspraak gedaan.

Aan de percelen NCB-laan 10 en Noordkade 5 is de bestemming "Bedrijf" toegekend. Ingevolge artikel 3, lid 3 . 1 , aanhef en onder a, van de planregels zijn de voor "Bedrijf" aangewezen gronden bestemd voor bedrijven die zijn genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten onder de categorieen 1 en 2, met daaraan ondergeschikt kantoren, dienstverlening en een kantine ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik.

Het betoog was dat de raad ten onrechte het plandeel met de bestemming "Bedrijf" heeft vastgesteld voor de percelen NCB-laan 10 en Noordkade 5, voor zover een regeling ontbreekt waardoor bedrijfsactiviteiten van categorie 3.2 worden toegestaan als bedoeld in de Lijst van bedrijfsactiviteiten. Zonder deze regeling worden de bedrijfsmogelijkheden beperkt. Bedrijfsactiviteiten van categorie 3.2 waren onder het vorige bestemmingsplan toegestaan.

Op 23 april 2013 is er een omgevingsvergunning verleend, die in de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorziet, voor het verrichten van overslagactiviteiten. De omgevingsvergunning heeft betrekking op het gebruik voor bedrijfsactiviteiten van categorie 3.2 en dat in het kader van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is een melding voor deze activiteiten gedaan. Ter zitting heeft de raad erkend dat deze activiteiten ten onrechte niet als zodanig in het plan zijn toegestaan. Gelet hierop bestaat aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre niet met de te betrachten zorgvuldigheid is voorbereid.

De Raad van State heeft daarom het besluit van de raad van de gemeente Veghel van 23 mei 2013 vernietigd, voor zover het betreft het ontbreken van een regeling voor het plandeel met de bestemming "Bedrijf" voor de percelen NCB-laan 10 en Noordkade 5 waardoor bedrijfsactiviteiten van categorie 3.2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten als zodanig worden toegestaan.

De Raad van State draagt de raad van de gemeente Veghel op om binnen 26 weken na de verzending van de uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen over het toestaan van bedrijfsactiviteiten in de categorie 3.2 en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied wordt begrensd door de kadastrale percelen gemeente Veghel, sectie H, nummer 877, 1562, 1577, 1582, 2026 en 2027, plaatselijk bekend als Noordkade 5 en NCB-laan 10. Deze percelen zijn globaal begrensd door de Noordkade, de NCB-laan en de bebouwing aan het Heilig Hartplein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0860.VE02al010000BP2014-VG01_0001.png"

Figuur 1: Begrenzing plangebied

1.3 Doel van het bestemmingsplan

Het doel van het bestemmingsplan is het treffen van een bestemmingsregeling voor de bestemming 'Bedrijf' van de percelen Noordkade 5 en NCB-laan 10 met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State van 28 mei 2014.

1.4 Vigerende bestemmingsplannen

De bestemming 'Bedrijf' van de percelen Noordkade 5 en NCB-laan 10 is door de Raad van State in stand gehouden, met dien verstande dat zij de gemeente opdraagt om een aanvullende regeling te treffen. Het vigerende bestemmingsplan blijft daarmee 'Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk'.

1.5 Leeswijzer

Aan de hand van de ruimtelijke en de functionele structuur wordt in hoofdstuk 2 de visie op het plangebied beschreven. In hoofdstuk 3 is een toelichting gegeven op de regels en worden de keuzes en gedachten die ten grondslag liggen aan de bestemmingsplanregeling toegelicht. Hoofdstuk 4 gaat in op de economische uitvoerbaarheid en hoofdstuk 5 op de maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 RUIMTELIJK KADER

2.1 Inleiding

De beschrijving van de huidige ruimtelijke en functionele situatie in het plangebied en de directe omgeving van bestemmingsplan "Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk" blijft van toepassing. Daar onderhavig bestemmingsplan bedoeld is om de bestaande situatie te consolideren, conform de uitspraak van de Raad van State, en niet om nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, is er geen nadere ruimtelijke overweging nodig. De verantwoording van de in het plan gemaakte keuze van bestemmingen en de beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding van van bestemmingsplan "Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk" blijven van toepassing.

Hoofdstuk 3 PLANOPZET

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planvorm voor het bestemmingsplan. Tevens wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag liggen en welke regeling wordt voorgesteld.

3.2 Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevatten de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

Planvorm

Het bestemmingsplan "Veghel-West, herstelplan Noordkade 5 en NCB-laan 10" voorziet in een gedetailleerde bestemmingsregeling voor bedrijfsmatige activiteiten.

Plankaart en regels

Op de verbeelding (plankaart) zijn alle functies zodanig bestemd dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn verder ontheffings- en wijzigingsregels opgenomen.

Bestemmingsvlak en bouwvlak

De in het plangebied aanwezige bestemmingen bestaan uit één vlak: een enkelbestemmingsvlak of een dubbelbestemmingsvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Op de verbeelding is aangegeven welke typologiën woningen er gebouwd mogen worden en met welke hoogte, met in achtneming van de in de regels gestelde randvoorwaarden.

Aanduidingen

Op de plankaart is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringsaanduidingen (waaronder de goot- en bouwhoogte en het bebouwingspercentage).

Opbouw planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • 1. inleidende regels;
  • 2. bestemmingsregels;
  • 3. algemene regels;
  • 4. overgangs- en slotregel.

3.3 Inleidende regels

Begrippen

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte, oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

3.4 Bestemmingsregeling

De bouw- en gebruiksregels binnen de bestemming (Bedrijf) worden hier beschreven. Daarnaast zijn afwijking- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen, om het plan de benodigde flexibiliteit te geven. Er is een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden.

3.5 Algemene regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

Antidubbeltelbepaling

Een antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene aanduidingsregels

Op de verbeelding is een aanduiding opgenomen ten behoeve van bescherming ‘Geluidzone – Industrie’, als gevolg van het gezoneerde bedrijventerrein aan de Noordkade.

Algemene bouwregels

Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn, zijnde 2,5 m voor stoepen, entrees, veranda's, balkons en dergelijke, 2 m voor erkers en serres en 1,5 m voor andere ondergeschikte onderdelen.

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.

De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.

Algemene afwijkingsregels

In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.

Werking wettelijke regelingen

In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.

3.6 Overgangsrecht en slotregels

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.

Overgangsrecht

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel

Deze regel bevat de titel van het plan.

3.7 Handhaving

Een van de uitgangspunten bij het ontwikkelen van een bestemmingsplan is dat het plan handhaafbaar dient te zijn. Handhaving van het ruimtelijk beleid is een voorwaarde voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit.

De handhaving van de regelgeving van het bestemmingsplan is de bevoegdheid van burgemeester en wethouders. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bevat hiervoor de wettelijke grondslag. Het gaat daarbij met name om de planregels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. De Wabo bevat een algemeen verbod om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan.

De planregels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Handhaving van het plan zal in de praktijk primair plaatsvinden via de bestemmingsplantoets in het kader van de omgevingsvergunning en door feitelijk toezicht op de aanwezigheid van bouwwerken en op de gebruiksactiviteiten.

Hoofdstuk 4 MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de manier waarop bewoners van Veghel en andere overheden zijn betrokken in de voorbereiding van dit plan.

4.2 Vooroverleg

Over het bestemmingsplan 'Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk' is overeenkomstig artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mondeling overleg gevoerd met de volgende overlegpartners:

  • 1. provincie Noord-Brabant
  • 2. Waterschap Aa en Maas.

De uitkomsten van dit overleg zijn verwerkt in het bestemmingsplan. Daar het onderhavige plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt ten opzichte van het bestemmingsplan dat reeds voorgelegd is, wordt geen noodzaak gezien om over onderhavig ontwerpbestemmingsplan opnieuw vooroverleg te voeren met genoemde instanties.

4.3 Zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan heeft van 11 september 2014 tot en met 22 oktober 2014 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn er geen zienswijzen ingediend.