Plan: | Buitengebied, herziening De Coevering 2-3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0860.BU01aa230000BP2013-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0860.BU01aa230000BP2013-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening De Coevering 2-3" van de gemeente Veghel;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de in procenten uitgedrukte maximale som van de oppervlakten van de bouwwerken, in verhouding tot het grondoppervlak van het bouwperceel dan wel het grondoppervlak gelegen binnen het bouwvlak per bouwperceel;
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor:
wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgevoerd;
bebouwing die op het tijdstip van eerste terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is, dan wel na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarbij de bouwaanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een bij het hoofdgebouw behorend gebouw, daaronder begrepen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een dakterras, onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
de grens van een bouwvlak;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
recreatief gebruik van gronden voor een periode niet langer dan een dag;
elke bovenbeëindiging van een gebouw;
een ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak, vooral bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bouwwerk ten behoeve van de toegang tot een gebouw;
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat blijkens kadastrale gegevens behoort tot het perceel waarop dat gebouw is geplaatst;
een ondergeschikt uitgebouwd gedeelte (uitbouw) van een woning aan een gevel, in één bouwlaag;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw(en) dat door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op het bouwperceel kan worden aangemerkt;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan1,20 meter boven peil is gelegen;
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak;
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op minimaal 1,75 meter onder peil;
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;
elke stallingsgelegenheid op zowel openbaar als particulier terrein ten behoeve van een motorvoertuig op méér dan twee wielen;
kadastraal perceel;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een en ander tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een perceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingennet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
de grens van het bouwvlak gelegen aan de zijde van de weg;
voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin liggende bruggen of duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of bouwwerk;
alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies of inrichtingen met toebehoren;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
een complex van ruimten die dient voor de huisvesting van:
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de binnenzijde van gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de binnenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van een bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het bouwkundig peil tot aan het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren);
de maten van het kadastrale perceel, dan wel, wanneer er geen sprake is van een gedeeld kadastraal perceel, de feitelijke oppervlakte van het perceel behorende bij het gebouw.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in artikel 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken wordt uitsluitend verleend als is voorzien in een goede landschappelijke inpassing.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2 om toe te staan dat kleinschalige dierverblijven worden opgericht, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Bos', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Bos' of 'Water', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in de in artikel 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, welke hydrologisch neutraal ontwikkeld worden indien sprake is van nieuwbouw.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken wordt uitsluitend verleend als is voorzien in een goede landschappelijke inpassing.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.3 onder a en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw eenmalig wordt vergroot, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.3 onder a en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw wordt vergroot met maximaal 50 m2 ten behoeve van minder validen. Hierbij dient artikel 4.2.3 in acht te worden genomen. Alvorens een afwijking wordt verleend winnen Burgemeester en Wethouders advies in omtrent de (medische) noodzaak bij een deskundige.
De in artikel 4.4 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 8.2 voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en/of bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 8.2 voor het gebruik van een aanbouw of bijbehorend bouwwerk, of een gedeelte van een hoofd- of bedrijfsgebouw of bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 8.2 en logies en ontbijtvoorzieningen toestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 30 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in artikel 5.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in artikel 5.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 5.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende provinciaal archeoloog.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel-, goot- en kroonlijsten, luifels, erkers, entrees, stoeptreden, dorpels, dakkapellen, balkons en overstekende daken en soortgelijke bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwhoogten, bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 2 meter bedraagt.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een maximale ondergrondse bouwdiepte van 10 meter onder peil, met dien verstande dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken wordt uitsluitend verleend als is voorzien in een goede landschappelijke inpassing.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.3 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan het gebruik van onbebouwde gronden als:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.3 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 8.1 valt niet het opslaan van nieuwe bouwmaterialen en puin en andere bouwmaterialen op gronden waarop of waarin onderhouds-, herstel- of sloopwerkzaamheden worden uitgeoefend, mits deze zaken voor de uit te voeren werkzaamheden noodzakelijk zijn of van het bouwwerk dat hersteld of gesloopt wordt afkomstig zijn.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeers- en sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, een afwijking verlenen van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeers- en sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Bij een afwijking van de bestemmingsplanregels, die onderdeel uitmaken van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 2.9 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, welke onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij toepassing van nadere eisen, welke onderdeel uitmaken van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Deze regels worden aangehaald onder de titel:
'Buitengebied, herziening De Coevering 2-3'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van: ......-......-............
De voorzitter: De griffier:
........................ ........................