direct naar inhoud van 4.4 Historische kwaliteit
Plan: Mozaïek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPmozaiek-VA01

4.4 Historische kwaliteit

4.4.1 Archeologie

Het verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Nederland heeft dit verdrag in 1992 ondertekend en in 1998 geratificeerd. Het Verdrag van Malta (ook wel Verdrag van Valletta genoemd) is geïmplementeerd in de Monumentenwet. De wet op de archeologische monumentenzorg is in april 2006 door de Tweede Kamer aangenomen en in december van dat jaar door de Eerste Kamer bekrachtigd. Op 1 september 2007 is de wet als onderdeel van de monumentenwet in werking getreden. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische materiaal in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering.

Het is verplicht om in nieuwe bestemmingsplannen rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologisch waarden. Dit was in de voorgaande periode reeds een gebruikelijke praktijk.

Door SRE is voor de gehele gemeente Valkenswaard een Archeologische verwachtingenkaart opgesteld. In het plangebied gelden diverse archeologische verwachtingen, te weten categorie 2, 3, 4 en 5 en een deel zonder archeologische waarde (afbeelding 11). Voor de gebieden met acheologische verwachtingswaarde is om de mogelijk aanwezige archeologische waarden te beschermen een bestemming 'Waarde - Archeologie' passend bij de aanwezige waarden opgenomen. Onderstaand zijn per categorie de uitgangspunten van de bestemming 'Waarde Archeologie' opgenomen:

  • A. Categorie 2: Gebied van archeologische waarde. In deze gebieden is bij eerdere onderzoeken reeds aangetoond dat er concentraties archeologische resten voorkomen die als behoudenswaardig gekarakteriseerd kunnen worden. In deze gebieden is dus sprake van vastgestelde archeologische waarden. De archeologische resten op deze terreinen zijn echter minder geconcentreerd dan bij de vorige categorie en bovendien is vaak niet exact bekend waar de resten zich bevinden. Bodemingrepen zijn in principe niet toegestaan. Vanwege de aanwezige archeologische waarden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten van projectgebieden die groter zijn dan 100 m² en dieper gaan dan 0,3 m onder maaiveld.
  • B. Categorie 3: Gebied met een hoge archeologische verwachting, historische kern. Het gaat hier om oude en de vermoedelijk nog oudere verschoven woonkernen en gehuchten, waar op basis van historische bronnen, oude kaarten en nog aanwezige bebouwing een hoge archeologische verwachting geldt. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een vergunning vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten van projectgebieden die groter zijn dan 250 m² en dieper gaan dan 0,3 m –mv.
  • C. Categorie 4: In deze gebieden geldt op basis van geomorfologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten die groter zijn dan 500 m² en dieper gaan dan 0,3 m of 0,5 m bij esdek onder maaiveld.
  • D. Categorie 5: In deze gebieden geldt op basis van geomorfologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten die groter zijn dan 2.500 m² en dieper gaan dan 0,3 m of 0,5 m bij esdek onder maaiveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPmozaiek-VA01_0013.jpg"

Afbeelding 13: Uitsnede archeologische verwachtingskaart

Wanneer een ontwikkeling is voorzien, conform de mogelijkheden in het bestemmingsplan, in het deel van het plangebied met een archeologische verwachtingswaarde dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

4.4.2 Cultuurhistorie

De cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant biedt inzicht in de cultuurhistorische waarden van het plangebied (afbeelding 14).

Historische stedenbouw / geografie

De Kromstraat en de Luikerweg waren rond 1840 reeds aanwezig. Deze wegen zijn aangemerkt als historisch geografische lijnen (categroie redelijk hoog). Aangezien het bestemmingsplan consoliderend van aard is, is een nadere planologische bescherming ten opzichte van de cultuurhistorische waarden niet noodzakelijk. Het bestemmingsplan respecteert de huidige bebouwingsstructuur en biedt geen verdere ontwikkelingsmogelijkheden die deze waarden kunnen aantasten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPmozaiek-VA01_0014.jpg" 

Afbeelding 14: Uitsnede Cultuurhistorische waardenkaart

4.4.3 Monumenten

In het plangebied bevinden zich geen rijks- en gemeentelijke monumenten. Wel zijn er panden met cultuurhistorische waarden. In onderstaande tabel is weergegeven welke panden cultuurhistorisch waardevol zijn:

  • Luikerweg 114;
  • Luikerweg 50;
  • Luikerweg 53-55;
  • Luikerweg 54;
  • Luikerweg 56;
  • Molenstraat 6 t/m 22 (even);
  • Veldkappel hoek Luikerweg/Dommelsewg sect D nr 3205.

Voor een volledige omschrijving van de onderbouwing van de cultuurhistorisch waardevolle panden wordt verwezen naar bijlage 2 van het bestemmingsplan.