direct naar inhoud van Artikel 14 Water
Plan: Mozaïek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPmozaiek-VA01

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden van de waterloop en bijbehorende oevers;
  • c. extensief recreatief medegebruik;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom': het behoud en de bescherming van een waardevolle boom;

met de daarbij behorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. voet- en fietspaden;
14.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 14.1 omschreven bestemmingen waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

14.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen.

14.2.2 waardevolle bomen

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom', dan wel binnen een afstand van 2 meter van de maximale kruinprojectie van de boom, mag, in afwijking van het bepaalde in artikel 14.2.1, niet worden gebouwd.

14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.3.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom', dan wel binnen een afstand van 2 meter van de maximale kruinprojectie van bomen, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport, energie- of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen.
14.3.2 Toegestane werkzaamheden

Het in lid 14.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:

  • a. werken en werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen;
  • b. werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • c. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

mits het verrichten van deze handelingen niet de dood of ernstige beschadigingen of ontsieringen van de boom tot gevolg (kunnen) hebben.

14.3.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning

De in lid 14.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits wordt aangetoond dat door de bouw en/of gebruik van de gronden de gronden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom niet wordt aangetast.

Ten behoeve van het verlenen van de ontheffing kan het bevoegd gezag een bomen effect rapportage verlangen, waaruit blijkt dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige gevolgen hebben voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke, monumentale of ecologische betekenis van de boom.