direct naar inhoud van Artikel 11 Sport
Plan: Mozaïek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPmozaiek-VA01

Artikel 11 Sport

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportterreinen, sportieve en recreatieve doeleinden en daarbijbehorende voorzieningen, waaronder mede begrepen ondergeschikte horecabedrijven (kantines) en kleinschalige detailhandel;

met de daarbijbehorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. erven en terreinen;
  • e. evenementen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. wegen en paden.
11.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 11.1 omschreven bestemmingen, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

11.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het maximum bebouwingspercentage bedraagt 100%;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van tribunes, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 meter, van lichtmasten maximaal 18 meter, van vangnetten en ballenvangers maximaal 6 meter en die van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter.
11.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelegen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. het maximum bebouwingspercentage bedraagt 50% tot een oppervlakte van maximaal 150 m2;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen in of minimaal 1 meter uit de zijdelingse perceelsgrens te worden gebouwd;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 5,5 meter;
  • e. de maximale dakhelling bedraagt 45 graden.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen gesitueerd vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. erfafscheidingen gesitueerd achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. vlaggenmasten, waarbij de bouwhoogte maximaal 6 meter bedraagt;
  • b. voor het bouwen van overkappingen zijn de bepaling van artikel 11.2.2 overeenkomstig van toepassing.