direct naar inhoud van Artikel 4 Cultuur en ontspanning
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPcentrum-VA01

Artikel 4 Cultuur en ontspanning

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ateliers;
  • b. bioscopen;
  • c. bowlingbanen;
  • d. creativiteitscentra;
  • e. dansscholen;
  • f. musea;
  • g. muziekscholen;
  • h. theaters;
  • i. horecabedrijven tot en met de categorie Horeca 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • j. horecabedrijven tot en met de categorie Horeca 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
  • k. wonen op de verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • l. behoud van cultuurhistorische waarde, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';


met de daarbijbehorende

  • m. gebouwen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • o. erven en terreinen;
  • p. groenvoorzieningen;
  • q. parkeervoorzieningen;
  • r. waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 4.1 omschreven bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak met (een gedeelte van) de voorgevels in de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • b. het maximale bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt 100%;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen gesitueerd vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. erfafscheidingen gesitueerd achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. vlaggenmasten, waarbij de bouwhoogte maximaal 6 meter bedraagt;
  • b. voor het bouwen van overkappingen zijn de bepalingen van artikel 4.2.1 overeenkomstig van toepassing.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijken m.b.t. afstand t.o.v. de bouwgrens

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 lid a voor het bouwen van hoofdgebouwen maximaal 2 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits:

  • a. de vormgeving van de straatwand, bezien uit stedenbouwkundig en architectonisch oogpunt, niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de van de weg afgekeerde bouwgrens niet wordt overschreden.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:
    • 1. wonen behoudens ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
    • 2. kamerverhuur: met uitzondering van de verhuur van maximaal 1 kamer voor maximaal 1 persoon.
  • b. het gebruik van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
4.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
4.5.1 Cultuurhistorische waarde

Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de monumentencommissie. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien en nadat het college het advies van de monumentencommissie in overweging heeft genomen en een positief besluit heeft genomen.