Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPbuitengebied-OH01

5.1 Bodem en water

Algemeen
De tijd dat elke bodemvervuiling moest worden aangepakt ligt achter ons. Belangrijkste criterium hierbij is of de vervuiling zodanig is dat er sprake is van risico's voor gezondheid of milieu. In de praktijk blijken er vrijwel nooit risico's te zijn voor de gezondheid van mensen. Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen.
 
Op dit moment is er sprake van een omslag van saneren naar beheren en behoeven alleen de zogeheten "ernstige vervuilingen" in meer of mindere mate aangepakt te worden. De maatregelen worden daarbij afgestemd op de functie.
  
Regelgeving
Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen.
 
Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voorliggend bestemmingsplan regelt de bestaande situatie, uitvoering van bodemonderzoek is derhalve niet noodzakelijk. 
  
De kwaliteit van zowel grond- als oppervlaktewater is afhankelijk van het voorkomen van diverse stoffen en parameters. Hierbij is de belasting met nitraat en fosfaat een direct gevolg van het gebruik van meststoffen. In hoeverre de belasting met meststoffen doorwerkt in de grondwaterkwaliteit is te zien in de concentratie nitraat en fosfaat in het water. De concentratie nitraat in het grondwater in Nederland overschrijdt over het algemeen vooral op zandgronden de drinkwaternorm voor nitraat. De EG-richtlijn voor drinkwater spreekt van een maximaal toelaatbaar niveau van 50 mg NO3/liter. Daarnaast wordt er gestreefd naar een richtniveau van 25 mg N03/liter. In het bestemmingsplan Buitengebied 1989 is gesteld dat het grondwater in de gemeente Valkenswaard vanaf zo'n 30 meter beneden maaiveld van goede kwaliteit is. Op ongeveer 10 meter diepte is het water tussen de Keersop en de Dommel van goede kwaliteit en dat tussen de Dommel en de Tongelreep niet.
   
Conclusie
Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond dat de bodem geschikt is (of geschikt te maken is) voor de nieuwe bestemming. In het kader van een aanvraag van een bouwvergunning (omgevingsvergunning) moet een onderzoek worden uitgevoerd naar mogelijk aanwezige bodem- en grondwaterverontreinigingen. Voor de locaties binnen het plangebied waar een functiewijziging mogelijk wordt gemaakt, dient bij het aanvragen van de omgevingsvergunning te worden aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is, of is te maken, voor de be­oogde functiewijziging.
 
Wat de waterkwaliteit betreft geldt dat dit niet tot de reikwijdte van het bestemmingsplan behoort. Het bestemmingsplan bevat hier geen nadere regels voor.