Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPbuitengebied-OH01

3.4 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Valkenswaard 2012
In het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) is in artikel 2.1 van de Wro opgenomen dat het voor iedere gemeente verplicht is een vastgestelde structuurvisie te hebben. De structuurvisie kent twee doelen, namelijk enerzijds een ruimtelijk toetsingskader en visie op hoofdlijnen voor de lange termijn (deel A). Anderzijds bevat de structuurvisie een ruimtelijk-functioneel programma en uitvoeringsplan voor de korte (en middellange) termijn (deel B).
 
De gemeente heeft de visie (deel A) opgesteld. Hiermee geeft ze richting aan de toekomst van Valkenswaard naar 2030. De wijze hoe daar ruimtelijk invulling aan is gegeven, staat beschreven in de verschillende thema’s zoals die volgen uit de toekomstvisie, namelijk bestuur, wonen, werken, vrije tijd en welzijn. Er is antwoord gegeven op de volgende drie vragen:
  • wat is de huidige situatie?
  • wat is onze ambitie?
  • wat gaan we daarvoor doen?
Deze thema’s kunnen echter niet los van elkaar worden gezien. Immers, de ruimte is schaars en het is van belang rekening te houden met de verschillen tussen de verschillende gebieden. Daarom is ook voor de specifieke gebieden (te weten: het stedelijk gebied, de uitbreidingen en het buitengebied) aangegeven wat de ambities zijn. Dit doet de gemeente door een onderscheid te maken in de wenselijkheid van een ontwikkeling, namelijk:
  • basisbeleid: dit zijn ontwikkelingen die mogelijk moeten zijn;
  • ambitie: dit zijn ontwikkelingen die de gemeente wil realiseren;
  • kansen benutten: dit zijn ontwikkelingen die zouden moeten kunnen;
  • voorkomen: dit zijn ontwikkelingen die de gemeente wil voorkomen.
De mogelijkheden voor ontwikkeling in het buitengebied zijn afhankelijk van het gebied waarin de ontwikkeling gewenst is. In natuur- en bosgebieden zijn er in de regel minder ontwikkelingen mogelijk dan in de agrarische gebieden.
 
Natuur- en bosgebieden
De hoofdstructuur van het buitengebied wordt bepaald door een aantal sterke dragers (in de omgeving). Dit zijn de drie beekdalen, de natuurgebieden de Malpie, de Plateaux, het Leenderbos, Groote Heide, Ph. De Jong wandelpark en de bosrijke stedelijke uitloopgebieden aan de noordrand. Voor de bossen ligt de nadruk op het versterken van de bossen en de verhoging van de ecologische waarden, bijvoorbeeld door omvorming van de vaak schrale naaldbossen tot een gemengd, structuurrijk bos van eiken, beuken en berken. Om de natuurontwikkeling verder uit te werken is een landschapontwikkelingsplan opgesteld.
 
Agrarische gebieden
Gelet op de grote bescherming die de natuurgebieden genieten, is er geen grote groei van de aanwezige agrarische bedrijven te verwachten. Dit wil niet zeggen dat er geen potenties zijn voor de landbouwsector. Wanneer uit een toets van duurzaamheid kan worden aangetoond dat een uitbreiding van een (intensieve) veehouderij zich niet negatief verhoudt tot de omliggende gebiedswaarden, kunnen individuele bedrijven nog groeien. Uitgangspunt blijft wel dat de ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt. Immers een gezond bedrijf betekent ook dat er ruimte is voor kwalitatieve aandacht van landschappelijke inpassing en beeldkwaliteit. Hiermee blijft een gebied een vitale en aantrekkelijke uitstraling behouden. 
 
Er liggen veel kansen voor plattelandsverbreding. De gemeente wil in dat kader maximale ruimte bieden voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven en hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (verblijfsrecreatie, dagrecreatie, kleinschalige bedrijvigheid, zorg, kunst en cultuur). Hierdoor ontstaat er ruimte om te komen tot een breed georiënteerde plattelandseconomie.
 
Niet-agrarische bedrijven horen in beginsel thuis op een bedrijventerrein en dus niet in het buitengebied. Een uitzondering wordt gemaakt voor de lichtste vorm hiervan, te weten de milieucategorie 1 en 2 bedrijven. Ook hiervoor zal in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied de maximale ruimte worden opgezocht. Deze ontwikkeling dient wel gepaard te gaan met landschappelijke kwaliteiten. Dit vraagt bij de ontwikkeling van het initiatief, dus wel een zekere afweging.
 
Valkenswaard wil zich profileren met diverse recreatieve voorzieningen. Naast de voorzieningen in de bebouwde kom (winkels, horeca, sportgelegenheden) zijn er ook in het buitengebied volop recreatieve mogelijkheden, onder andere door de aanwezigheid van diverse waardevolle natuurgebieden. Doel is om deze recreatieve activiteiten in de bebouwde kom te verweven met de recreatieve activiteiten in het buitengebied. Korte en soepel te overbruggen afstanden tussen deze activiteiten zijn daarbij van groot belang: recreatie van kern tot en met buitengebied.
 
De ontwikkeling van nieuwe verblijfs- en dagrecreatie in het buitengebied wordt gestimuleerd. Zo kan de recreatieve betekenis verder worden vergroot door langs toeristische en recreatieve netwerkroutes horeca- en andere rustpunten te creëren. Hierbij streeft de gemeente wel naar een zekere kwaliteitsverbetering. De gemeente Valkenswaard wil onder die voorwaarde graag meewerken aan nieuwe initiatieven om zo het toeristisch-recreatieve aanbod substantieel te verhogen.      
       
Betekenis voor het bestemmingsplan: Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om het gemeentelijk beleid, zoals weergegeven in de structuurvisie, juridisch vast te leggen. Voor het bestemmingsplan worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
  • behoud en bescherming van bos- en natuurgebieden;
  • aandacht voor een sterke agrarische sector in combinatie met een goede ruimtelijke kwaliteit;
  • het bieden van mogelijkheden voor neven- en vervolgfuncties op agrarische bedrijven;
  • waar mogelijk ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor dag- en verblijfsrecreatie.
   
Landschapsontwikkelingsplan Valkenswaard 2011-2020
Om de visie op het landschap uit te dragen, om sturing te geven aan veranderingen in het buitengebied en om concrete projecten tot uitvoering te brengen, heeft de gemeente Valkenswaard een Landschapsontwikkelingsplan opgesteld. Het is een op zichzelf staand plan, maar heeft duidelijke koppelingen met de structuurvisie en met het voorliggende bestemmingsplan Buitengebied. Het doel van het LOP is om bestaande landschappelijke waarden te behouden en te versterken. Daarbij wordt rekening gehouden met bestaand beleid en ontwikkelingen.
 
Betekenis voor het bestemmingsplan: In het LOP vindt een analyse plaats van sterktes en zwaktes, kansen en bedreigingen. Dit is vertaald in een visie, waarin per deelgebied 'maatregelen fysiek' en 'maatregelen beleid' worden genoemd.  De 'maatregelen beleid' zijn echter vooral aandachtspunten en zijn nog niet in die mate uitgewerkt dat dit al in het bestemmingsplan kan worden vertaald, of vergt nog nadere studie. Wel zal het bestemmingsplan mogelijkheden moeten bieden voor de 'maatregelen fysiek', oftewel natuur- en landschapsontwikkeling. In paragraaf 7.3 wordt dit nader toegelicht.
     
Milieubeleidsplan Valkenswaard
In het Milieubeleidsplan van de gemeente Valkenswaard (2011)  zijn de hoofdlijnen en de beleidsuitgangspunten met betrekking tot het uit te voeren milieubeleid voor de periode 2011-2013 vastgelegd. De taakvelden die worden onderscheiden zijn: bodem, water, natuur en landschap, verkeer, lucht, geluid, klimaatbeleid, duurzaam bouwen, afval, externe veiligheid, vergunningverlening en handhaving, communicatie, informatie en educatie en een duurzame gemeentelijke organisatie. Per taakveld is aangegeven wat de taakstellingen zijn en op welke wijze de gemeente denkt deze doelstellingen te realiseren.
 
Er zijn 35 taakstellingen opgenomen. Voor het buitengebied kunnen de volgende taakstellingen van belang zijn:
  1. zoveel mogelijk water terugbrengen in de waterkringloop. Bij inbreidingslocaties en rioolrenovaties wordt het regenwater van aangesloten verhard oppervlak binnen de gemeente afgekoppeld van het gemengde rioleringsstelsel.
  2. gebiedseigen water zoveel mogelijk vasthouden om zodoende verdroging tegen te gaan via een watertoets bij planologische processen.
  3. bosbeheer: In de komende jaren is er een gevarieerder bos met een meer aaneengesloten structuur (opheffen van losse snippers).
  4. natuurontwikkeling in combinatie met beleefbaarheid: Voor de komende jaren ligt de nadruk op de natuurontwikkeling in combinatie met beleefbaarheid van het Dommeldal en het dal van de Keersop. Met de beleefbaarheid wordt bedoeld het vergroten van de toegankelijkheid op verantwoorde en toch attractieve wijze van met name het Dommeldal, ook vanuit België.
  5. landschap: het LOP is in 2011 door de raad aangenomen. In de daarop volgende periode is het LOP goed geïntegreerd geraakt in de ruimtelijke planvorming. 
Betekenis voor het bestemmingsplan: Het Milieubeleidsplan sluit aan bij de principes van een duurzaam waterbeheer, zoals in het kader van de Watertoets bij het bestemmingsplan wordt betrokken. Daarnaast zal het bestemmingsplan natuurontwikkeling mogelijk maken. Voor het LOP zie de voorgaande tekst.
 
Gebiedsvisie en geurverordening gemeente Valkenswaard-Zuid en omgeving
De Wet geurhinder en veehouderij biedt gemeenten de mogelijkheid om de wettelijke geurnormen of de wettelijke afstandsmaten voor bepaalde gebieden aan te passen door middel van een gemeentelijke geurverordening. Het vaststellen van een geurverordening moet worden onderbouwd in een gebiedsvisie. De gemeente Valkenswaard heeft een gebiedsvisie opgesteld voor Valkenswaard- Zuid. In de geurverordening zijn geurnormen opgenomen voor:
  • de woonkern Dommelen;
  • het woongebied Valkenswaard-Zuid;
  • het gemengd gebied Valkenswaard-Zuid;
  • het bedrijventerrein Valkenswaard-Zuid.
Per type gebied zijn aangepaste geurnormen opgenomen (variërend van 6,0 tot 14,0 ouE/m3).
 
Betekenis voor het bestemmingsplan: Wanneer het bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen toelaat, bijvoorbeeld door het toestaan van nieuwe, geurgevoelige functies, moet rekening worden gehouden met de normen uit de verordening voor de genoemde gebieden.
       
Luchtkwaliteitsplan 2009-2014
In de gemeenten Valkenswaard en Waalre is veel aandacht voor verbetering van de luchtkwaliteit. Een belangrijk streven van beide gemeenten is een algemene verbetering van de luchtkwaliteit, in het belang van de gezondheid van de burgers. Daarom hebben beide gemeenten in 2009 samen een Luchtkwaliteitsplan opgesteld. Het Luchtkwaliteitsplan brengt een aantal recente ontwikkelingen samen en beschrijft de stand van zaken ten aanzien van maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit.
  
De norm voor fijn stof wordt als gevolg van de autonome ontwikkeling in 2011 gehaald. Er zijn voor het halen van deze norm dus geen aanvullende maatregelen nodig. Voor stikstofdioxide zijn extra maatregelen nodig om de normen te kunnen halen.
 
Betekenis voor het bestemmingsplan: Het bestemmingsplan heeft vanwege het behoudende karakter geen invloed op de luchtkwaliteit. Zie ook paragraaf 5.2.
 
Integraal mantelzorgbeleid gemeente Valkenswaard 2008-2011 
De gemeente Valkenswaard stelt zich ten doel om al haar kwetsbare burgers zoveel mogelijk als volwaardige burgers te laten participeren in de samenleving. Dit is een streven, maar kan nooit volledig zijn. Mantelzorgers zijn onmisbaar bij de verzorging van naasten. De ontvangers van mantelzorg passen binnen de term kwetsbare burgers. Daarnaast is het van belang dat de mantelzorgers niet tot de groep kwetsbare burgers gaan behoren. Vandaar dat de uiteindelijke doelstelling van dit integrale mantelzorgbeleid is: Optimale (h)erkenning en ondersteuning van mantelzorgers in de Valkenswaardse samenleving.
De beleidsnota formuleert een 20-tal actiepunten die moeten leiden tot het verbeteren van de huidige situatie.
 
Betekenis voor het bestemmingsplan: Het bestemmingsplan zal een regeling opnemen voor mantelzorg.
  
Beleidskader Economische Zaken 2012-2015
Economie is een dynamisch beleidsterrein waarop zich de afgelopen jaren belangrijke ontwikkelingen hebben voorgedaan. In de Toekomstvisie van Valkenswaard zijn werken en vrije tijd (ook gericht op de vrijetijdssector) zeer belangrijke thema’s, waarbij is gekozen voor het richten van de blik op Brainport. Deze en andere ontwikkelingen vragen om een nieuw geactualiseerd economisch beleidskader. Een beleidskader dat richtinggevend is van karakter en wordt geconcretiseerd middels economische actieprogramma’s, waarin concrete projecten en activiteiten zullen worden benoemd.
 
In het economisch beleidskader wordt ingezet op een lage werkloosheid en het verbeteren van het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven. Teneinde deze ambities te realiseren wordt voor de termijn van het beleidskader (4 jaar) ingezet op de volgende vier speerpunten. Dit zijn:
  1. Herstructurering: De reeds gestarte herstructurering van bedrijventerrein Schaapsloop 1 is een belangrijke kans om concrete verbeteringen in het vestigingsklimaat van Valkenswaards grootste bedrijventerrein te realiseren.
  2. Brainport: Het versterken van de verwevenheid van het lokale bedrijfsleven en de gemeente met Brainport is een belangrijke economische kans en onderdeel van de Toekomstvisie.
  3. Startersbeleid: Valkenswaard kent relatief veel startende ondernemers. Gezien het economische belang van startende ondernemers wordt getracht door het ontwikkelen van een startersbeleid deze kracht te versterken.
  4. Vrijetijdseconomie: Deze sector is een belangrijke kracht van de lokale economie en in lijn met de Toekomstvisie wordt voor deze sector ingezet op groei.
Voornoemde speerpunten zijn gekozen na een analyse van de lokale economie. De betreffende vier speerpunten zijn belangrijke economische kansen voor Valkenswaard en de gemeente wil daarbij een belangrijke stimulerende rol spelen. Samenwerking met partners uit bedrijfsleven, onderwijs en overheid, zowel uit de eigen gemeente als daar buiten, is daarbij van groot belang en wordt actief opgezocht.
 
Tenslotte wordt in de nota ingegaan op het ontwikkelingsperspectief van de voor Valkenswaard relevante sectoren:
 
Industrie en bouwnijverheid
Voor deze sectoren gaat de aandacht vooral uit naar het reeds gevestigde bedrijfsleven. Kenmerkend voor deze vorm van bedrijvigheid is de concentratie op bedrijventerreinen en dus het belang van het vestigingsklimaat aldaar.
 
Commerciële dienstverlening
Er worden geen acties ondernomen die specifiek gericht zijn op de sector commerciële dienstverlening. Er wordt niet voor gekozen om in te zetten op de zorgsector, omdat dit mogelijk de vergrijzing versterkt. Verder wordt geconstateerd dat gegeven de huidige leegstand en een verwachte blijvend lagere behoefte in de kantorenmarkt, het niet zinvol is om in te zetten op meer ruimte voor kantoren.
 
Vrijetijdssector
Primair worden beleidskeuzen voor bijvoorbeeld horeca en toerisme & recreatie gemaakt in de gelijknamige beleidskaders. Gezien het belang van deze sector voor de lokale economie, wordt in voorliggend beleidskader de noodzaak van een goed vestigingsklimaat en ruimte voor ondernemerschap voor deze vorm van bedrijvigheid onderstreept. Voor deze sector wordt ingezet op groei. Dit is mede ingegeven door het feit dat de aanwezige bedrijvigheid in deze sector elkaar kan versterken en dat het kan bijdragen aan het behoud van de bovenlokale functie van Valkenswaard op het gebied van detailhandel en horeca. Dit zijn onderdelen van een goed lokaal voorzieningenniveau.
 
Agrarische sector
Voor deze sector vindt een verschuiving plaats van de primaire voedselproductie naar een toenemend belang van duurzame energieproductie, agrarisch natuurbeheer en verbrede landbouw, dat ook in het Landschapsontwikkelingsplan 2012 nader zal worden belicht. Het bieden van mogelijkheden voor verbreding naar nevenactiviteiten op het gebied van toerisme & recreatie is daarbij in het bijzonder een kans.
 
Betekenis voor het bestemmingsplan: Het bestemmingsplan kent met name een betekenis voor de vrijetijdssector en de agrarische sector. Er wordt, binnen de mogelijkheden van beleid, wet- en regelgeving, met name ruimte geboden aan het bevorderen van de lokale economie door ruimte te bieden aan recreatieve (neven)activiteiten
  
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard 2013-2017
De gemeente Valkenswaard en het Waterschap De Dommel zijn overtuigd van de noodzaak om een goed
functionerend rioolsysteem voor de inzameling en behandeling van afvalwater te beheren. Hierbij heeft de
gemeente de verantwoordelijkheid voor de werking van het afvoersysteem naar de rioolwaterzuivering en het waterschap voor het functioneren van deze zuivering. Deze taakstelling sluit prima aan bij de wettelijke
verplichting conform de Wet milieubeheer. Hierin is met ingang van 1994 de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater geregeld. Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) is hiervoor een belangrijk hulpmiddel. Het opstellen van een dergelijk rioleringsplan is sinds 1 maart 1993 tevens verplicht gesteld.
 
De gemeente heeft vanaf 1 januari 2008 te maken met de volgende drie zorgplichten, waarvan de zorgplichten hemelwater en grondwater nieuw zijn:
  • Inzameling en transport van stedelijk afvalwater;
  • Inzameling en verwerking van overtollig hemelwater;
  • Inzameling en verwerking van overtollig grondwater.
Het vGRP heeft de status van een beleidsplan en betreft een lokale doorvertaling van het Rijks-, Waterschap- en provinciale beleid en wetgeving. Het vGRP kent geen directe planologische doorwerking, maar de beleidsuitgangspunten dienen wel door te werken in ruimtelijke afwegingen.
 
Betekenis voor het bestemmingsplan: Het bestemmingsplan bevat geen specifieke regels in relatie tot het inzamelen en verwerken van water. Gelet op het consoliderende karakter van het bestemmingsplan, is hier ook geen noodzaak toe.