direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Woongebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPWKUDEN-VA01

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat geen geluidsgevoelige functie is toegestaan, indien deze niet aanwezig zijn ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan;
  • b. beperkte horecavoorzieningen die ondergeschikt zijn aan en ten dienste staan van de doeleinden als genoemd in sub a;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens voor horecabedrijf categorie I, met een maximaal bruto-vloeroppervlak van 150 m²;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – kwekerij'', tevens voor een kwekerij, inclusief de huisvesting van de gemeentelijke plantsoenendienst en opslag van materiaal, dat ten dienste staat van deze functie;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens voor wonen, met dien verstande dat wonen op de begane grond niet is toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens voor één bedrijfswoning;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – ontmoetings- en vergaderruimte', tevens een ontmoetings- en vergaderruimte, waarbij tevens maximaal 1 woning per bouwperceel is toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - sportschool', tevens voor een sportschool;
  • i. voorzieningen van algemeen nut;
  • j. de daarbij behorende voorzieningen, waaronder in ieder geval begrepen parkeervoorzieningen;
  • k. water, waterbergingen en watergangen.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' en maximum bebouwingspercentage' mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan is aangegeven; indien geen maximum bebouwingspercentage is opgenomen mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • c. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen de op de verbeelding aangeduide bouwvlakken, met uitzondering van:
      • bijgebouwen en overkappingen behorende bij woningen;
      • een klokkentoren nabij de kerk aan het Piusplein (verbeelding 8);
      • stallingen voor (brom)fietsen.
  • d. voor het bouwen van voorzieningen van algemeen nut gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel. Voorzieningen van algemeen nut zijn overal binnen de bestemming toegestaan.

Voorzieningen van algemeen nut   Eis  
maximale goothoogte   6 m¹  
maximale bouwhoogte   9 m¹  
maximale oppervlakte   15 m²  

13.3 Gebouwen, niet zijnde woningen en daarbij behorende bijgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde woningen en daarbij behorende bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. voor de klokkentoren nabij de kerk aan het Piusplein geldt een maximale hoogte van 20 m¹ (verbeelding 8);
  • b. de maximale hoogte van stallingen voor (brom)fietsen maximaal 3 m¹;
  • c. de genoemde goot- en bouwhoogten zijn niet van toepassing op de koepel en de minaret van de Moskee aan de Pres. Kennedylaan (verbeelding 9);
  • d. de genoemde goot- en bouwhoogten zijn niet van toepassing op de Standerdmolen aan de Standerd 4 (verbeelding 11). Hier geldt een maximale 'vluchthoogte' (hoogste punt van de wieken) van 26 m¹.

13.4 Woningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. woningen moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Woningen   Eis  
maximale bouwdiepte   15 m¹  
maximale breedte   15 m¹  
maximale goothoogte   6 m¹  
maximale bouwhoogte   9 m¹  
maximale afstand tot voorgevellijn   2 m¹  
minimale afstand tot beide zijdelingse
perceelsgrenzen  
3 m¹  

  • b. in aanvulling op en/of in afwijking van het bepaalde sub a gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de voor- en zijgevel mogen uitsluitend worden overschreden door erkers, met dien verstande dat:
      • de breedte van de erker aan de voorgevel niet meer mag bedragen dan 60% van de breedte van het hoofdgebouw;
      • de breedte van de erker aan de zijgevel niet meer mag bedragen dan 40% van de zijgevel van het hoofdgebouw;
      • de maximale diepte van een erker 25% van de diepte van de voor-, respectievelijk zijtuin mag bedragen met een maximum van 1, 50 m¹;
      • de goothoogte van de erker mag niet meer bedragen dan 3 m¹, met dien verstande dat boven die hoogte een afscheiding met een open constructie is toegestaan met een hoogte van maximaal 1 m¹ dan wel een kapconstructie;
      • de afdekking van een erker aan de voorzijde van een hoofdgebouw mag worden doorgezet tot en met de entree in dezelfde gevel van het hoofdgebouw;
      • wat betreft de maximale bouwdiepte van hoofdgebouwen geldt de restrictie, dat de achtertuin altijd minimaal 10 meter diep dient te zijn.

13.5 Bijgebouwen bij woningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen geldt de volgende bepaling:

  • a. bijgebouwen bij woningen moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Bijgebouwen bij woning   Eis  
maximale goothoogte   3 m¹  
maximale bouwhoogte   5 m¹  
maximale gezamenlijke oppervlakte   50 m²  
minimale afstand tot de voorgevellijn   5 m¹  
minimale afstand tot zijdelingse perceelgrens bij bijgebouw   3 m¹  

13.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maatvoeringseisen zoals aangegeven in tabel 1 met dien verstande dat de maximale hoogte van de muur rondom het klooster aan de Veghelsedijk (verbeelding 12) maximaal 2 m¹ mag bedragen.

13.7 Overkappingen bij woningen

Voor het bouwen van overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de situerings- en maatvoeringseisen zoals aangegeven in tabel 2.

De oppervlakte van overkappingen wordt niet meegerekend bij de totale oppervlakte van bijgebouwen op een bouwperceel.

13.8 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 30 ten aanzien van:

  • a. de bouwhoogte en/of goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.9 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksuele dienstverlening.

Tabel 1: Bouwvoorschriften voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Maximale bouwhoogte   erf-
afscheidingen  
tuinmeubilair en speeltoestellen   vlaggenmasten en
antennes  
overige
bouwwerken  
Binnen bouwvlak   2 m1   3 m1   6 m1   3 m1  
Buiten bouwvlak   2 m1, waarvan 1 m1 gesloten mag zijn en boven die hoogte een voor 80 % open constructie   3 m1   6 m1   3 m1  

Tabel 2: Bouwvoorschriften voor overkappingen bij woningen

Situerings- en maatvoeringseisen   Eis  
  overkapping mag alleen achter de voorgevellijn worden gebouwd  
minimale afstand tussen voorgevellijn en voorzijde overkapping   1 m¹  
maximale goothoogte   3 m¹  
maximale bouwhoogte   5 m¹  
het maximale oppervlak   25 m²