direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Uden Centrum 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPUdenCentrum2013-VA01

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing en de gronden.

20.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mag aan de bebouwing geen verandering worden aangebracht ten aanzien van de volgende karakteristiek/kenmerken:
    • 1. situering van gebouwen;
    • 2. goot- en bouwhoogte van gebouwen;
    • 3. voorgevelbreedte van gebouwen;
    • 4. kaprichting van gebouwen;
    • 5. dakhelling van gebouwen.
  • b. het bepaalde onder a geldt niet voor kleine, ondergeschikte uitbreidingen op meer dan 3 meter achter de voorgevelrooilijn, met een oppervlakte van maximaal 10 m2 en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 20.2 voor zover er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische waarde en het beeldbepalende karakter van de aanwezige bebouwing en de karakteristieke inrichting van het gebied.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op of in deze gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. verleggen van bestaande paden en wegen;
  • b. bestraten of herstraten van de bestaande profielen, in die zin dat cultuurhistorische elementen verloren gaan;
  • c. het vellen, rooien, dempen, egaliseren of verwijderen van karakteristieke beplanting, groenstructuren of waterpartijen dan wel het verrichten van werkzaamheden die ernstige beschadiging of de dood of verdwijning van karakteristieke beplanting of groenstructuren tot gevolg kunnen hebben.

20.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 20.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

20.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 20.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien noodzakelijk voor het in de enkelbestemming toegestane gebruik van de grond, en indien door werkzaamheden geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische waarde en het beeldbepalende karakter van de aanwezige bebouwing en de karakteristieke inrichting van het aangewezen gebied.

20.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
20.5.1 Slopen

Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen, delen van gebouwen of erfafscheidingen dan wel andere bouwwerken te slopen anders dan ter uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend of ter vernieuwing van onderdelen, welke uit oogpunt van onderhoud noodzakelijk is.

20.5.2 Uitzonderingen

De lid 20.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien noodzakelijk voor het in de enkelbestemming toegestane gebruik van de grond, en in geval van gedeeltelijke sloop, indien door de sloopwerkzaamheden geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische waarde en het beeldbepalende karakter van de aanwezige bebouwing en de karakteristieke inrichting van het aangewezen gebied.

20.5.3 Toelaatbaarheid

Het in lid 20.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:

  • a. sloopwerkzaamheden die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemming van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. sloopwerkzaamheden, die op het tijdstip, waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.