Lobelia-Spinder-Rugdijk, 2e wijziging (natuurontwikkeling Baan achter de Plakken)
Status: | vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.0855.WYZ2017003-e001 |
Plantype: | wijzigingsplan |
Toelichting
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Plan en plangebied
1.1 Aanleiding tot planontwikkeling
Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleidskader
3.1 Natuurontwikkeling en beheer
Hoofdstuk 1 Plan en plangebied
1.1 Aanleiding tot planontwikkeling
Aanleiding
Op ‘Landgoed Huis ter Heide’ te Loon op Zand - gelegen circa 1,8 kilometer ten noorden van het plangebied - zijn Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland gezamenlijk voornemens het begraven in de natuur mogelijk te maken door een deel van de gronden in te richten en te gebruiken ten behoeve van een natuurbegraafplaats.
Compensatie
Als gevolg van de aanleg van een bosparkeerplaats en een werkschuur ter plaatse van de beoogde natuurbegraafplaats, is sprake van een beperkte aantasting van de ecologische waarden en kenmerken van het NNB. Voor ruimtebeslag in het NNB is in de Verordening ruimte van provincie Noord-Brabant een compensatieverplichting vastgelegd. Derhalve dient, voorafgaand aan vaststelling van het momenteel in procedure zijnde bestemmingsplan ‘Natuurbegraafplaats Huis ter Heide’, een bestemmingsplan vastgesteld te zijn, waarin de beperkte aantasting van het Natuurnetwerk Brabant wordt gecompenseerd.
Deze compensatie vindt plaats conform artikel 5.6 van de Verordening ruimte en is beschreven in het Compensatieplan herbegrenzing NNB, Natuurbegraafplaats Landgoed Huis ter Heide, (Praedium, oktober 2017).
Natuurmonumenten is voornemens de natuurcompensatie uit te voeren op een perceel aan Baan achter de Plakken te Tilburg. Dit perceel staat kadastraal bekend als Tilburg, sectie F. nrs. 4858 en 4864. Het gebied dat wordt ingericht ter compensatie betreft 4175m2; het overige deel van de gronden binnen het plangebied betreft omvorming van agrarisch naar natuur.
Verzoek
Om de benodigde natuurcompensatie te kunnen realiseren, dient de huidige bestemming ‘Agrarisch met waarden’ gewijzigd te worden in ‘Natuur’. Hiervoor is door Natuurbegraven Nederland een verzoek ingediend. Met deze toelichting wordt een basis gegeven voor het wijzigingsplan, waarmee medewerking kan worden verleend aan het initiatief. De toelichting geeft aan waarom de beoogde ontwikkeling past binnen de visie op het gebied. Daarnaast wordt ingegaan op de wijze waarop het initiatief aansluit op de plaatselijke situatie en het beleid dat de gemeente voorstaat. Tevens worden de richtlijnen en randvoorwaarden welke aan de basis van de planontwikkeling hebben gestaan in de toelichting verwoord.
1.2 Het plangebied
Het plangebied omvat een agrarisch perceel in het buitengebied van de gemeente Tilburg en wordt globaal begrensd door natuurgebied Loonsche Heide (gemeente Loon op Zand) in het westen en het natuurontwikkelingsgebied Lobelia in het noorden, oosten en zuiden. De Loonsche Heide en het natuurgebied Lobelia vormen samen met het landgoed Huis ter Heide, een groter natuurgebied waar bos, heide en vennen elkaar afwisselen. De exacte begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de kadastrale grenzen.
Ligging plangebied in de omgeving
1.3 Vigerend bestemmingsplan
Ter plaatse van de planlocatie vigeert het bestemmingsplan ‘Lobelia-Spinder-Rugdijk’, vastgesteld op 10 juni 2013. De vigerende bestemming is ‘Agrarisch met waarden’.
Binnen deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar de bestemming ‘Bos’ of ‘Natuur’ (artikel 5.6.1). Dit wijzigingsplan reguleert de wijziging van naar de bestemming ‘Natuur’.
Uitsnede vigerend bestemmingsplanBestemmingswijziging
Voor het opstellen van dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid naar ‘Bos’ of ‘Natuur’ conform artikel 5.6.1 van het bestemmingsplan ‘Lobelia-Spinder-Rugdijk’.
Een belangrijke voorwaarde voor wijziging is dat deze plaatsvindt ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals het beleid voor het Natuurnetwerk Brabant (voorheen Ecologische Hoofdstructuur), een ecologische verbindingszone, het landschappelijk raamwerk en natuur- en/of landschapscompensatie.
In dit geval wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van natuurcompensatie.
1.4 Compensatieplan
De aanleg van een bosparkeerplaats en een werkschuur ter plaatse van de natuurbegraafplaats Landgoed Huis ter Heide, betekent een verlies van 2500 m2 areaal Natuurnetwerk. Dit wordt gecompenseerd op basis van de artikelen 5.6 en 5.7 van de Verordening ruimte.
Volgens artikel 5.6 wordt de omvang van de compensatie bepaald door de omvang van het vernietigde areaal (= 2500 m2) met toeslag van 2/3 in oppervlak (artikel 5.6. lid 2 onder c.). De benodigde oppervlakte voor de compensatie is daarom 2.500 m2 x 1,67 (= de rekenmethode voor 2/3 toeslag) = 4.175m2.
Het plangebied heeft een oppervlakte van 1,9 hectare. Het compensatiegebied is slechts een deel van het hele plangebied.
Compensatievlak blauw omlijnd (bron: compensatieplan herbegrenzing NNB, Natuurbegraafplaats Landgoed Huis ter Heide) Plangebied (globaal) rode stippellijn.
Voor het uitvoeren van de natuurcompensatie hebben Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland een compensatieplan opgesteld. Het plan dient als onderbouwing van deze compensatie en beschrijft hoe wordt voldaan aan de regels inzake het compenseren van verlies van ecologische waarden en kenmerken.
Tevens staan in het compensatieplan ontwikkelings- en beheersmaatregelen beschreven, die nodig zijn om een structuurrijke bosopstand met vooral inheemse boom- en struiksoorten te realiseren. Het natuurbeheertype dat hierbij hoort is N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos. De ambitie voor het perceel op de lange termijn is conform het provinciale natuurbeheerplan N01.04 Zand- en kalklandschap.
Het compensatieplan is bijgevoegd als bijlage bij dit bestemmingsplan (Regels).Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleidskader
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk volgt een korte weergave van het bij het opstellen van dit bestemmingsplan van kracht zijnde ruimtelijke beleidskader.
2.2 Rijk
Er spelen met betrekking tot dit plan geen rijksbelangen. Derhalve wordt het ruimtelijk beleidskader op rijksniveau niet besproken.
2.3 Provincie
2.3.1 Structuurvisie
Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014 in werking getreden. Deze structuurvisie is een actualisatie van de visie die op 1 oktober 2010 werd vastgesteld door Provinciale Staten. Belangrijke onderwerpen zijn de realisatie van natuur en de transitie naar een zorgvuldige veehouderij in Brabant. In de Structuurvisie geeft de provincie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie, maar bindt gemeenten niet rechtstreeks. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt.
Inhoud van de Structuurvisie
Deel A
Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Op basis van trends en ontwikkelingen heeft de provincie haar ruimtelijke belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. In haar sturing biedt zij gemeenten meer ruimte om afwegingen te maken in een aantal vooraf gestelde kaders. Daarnaast zet de provincie zelf een aantal ontwikkelingen in gang. De provinciale filosofie is: ‘Samenwerken aan kwaliteit’. De provincie realiseert haar doelen op vier manieren: door regionaal samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren.
Deel B
In deel B staan de ambities, het beleid en de uitvoering voor de vier ruimtelijke structuren: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Voor iedere structuur formuleert de provincie ambities en beleid. Per beleidsdoel is aangegeven welke instrumenten de provincie inzet om haar doelen te bereiken.
Uitwerking van de Structuurvisie
De provincie gaat geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkelen, maar geeft die onder andere vorm in de Uitwerking gebiedspaspoorten. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze versterkt kunnen worden. Tilburg ligt in het gebiedspaspoort van De Meierij. Daarnaast zijn er deelstructuurvisies opgesteld.
Deelstructuurvisies bevatten de onderbouwing van een locatiekeuze, visie op een thema of inrichting van een gebied. De huidige deelstructuurvisies zijn niet van toepassing op Tilburgs grondgebied.
In het gebiedspaspoort van De Meijerij staan de landschappelijke ambities voor het gebied uitgewerkt. Voor de jonge ontginningslandschappen kan nieuwe landschapskwaliteit worden behaald door bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe landgoederen en het robuuster maken van de beplantingsstructuur.Verordening ruimte
Provinciale Staten hebben naast de Structuurvisie een Verordening ruimte vastgesteld. Deze wordt regelmatig gewijzigd en aangepast aan nieuw beleid. In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. In tegenstelling tot de provinciale Structuurvisie bindt de Verordening ruimte de gemeenten wél rechtstreeks.
De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat wat de provincie van belang vindt en hoe de provincie die belangen wil realiseren. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen.
Inhoud
Belangrijke onderwerpen in de Verordening ruimte zijn:
ruimtelijke kwaliteit;
stedelijke ontwikkelingen;
natuurgebieden en andere gebieden met waarden;
agrarische ontwikkelingen, waaronder de zorgvuldige veehouderij;
overige ontwikkelingen in het buitengebied.
Voor een paar onderwerpen zijn in de verordening regels opgenomen die rechtstreeks doorwerken naar de vergunningverlening bij gemeenten.
Wijzigingen en ontheffingen
In het voornemen wordt het gehele plangebied toegevoegd aan het NNB.
Een deel van deze toevoeging is noodzakelijk voor natuurcompensatie ten behoeve van de voorgenomen ontwikkelingen op Landgoed Huis ter Heide op circa 1,8 kilometer afstand van de planlocatie. Als gevolg van de aanleg van een bosparkeerplaats en een werkschuur ter plaatse van de beoogde natuurbegraafplaats, wordt 2.500m2 uit het NNB verwijderd.
De beoogde natuurcompensatie vindt plaats op basis van de artikelen 5.6 en 5.7 van de Verordening ruimte. Volgens artikel 5.6 wordt de omvang van de compensatie bepaald door de omvang van het vernietigde areaal (= 2500m2), waarbij een toeslag op de omvang van het vernietigde areaal wordt berekend: voor de vernietiging van een bosgebied met het natuurdoeltype 3.64 Bos van arme zandgronden, bestaat een compensatieplicht met toeslag van 2/3 in oppervlak (artikel 5.6. lid 2 onder c.). De benodigde oppervlakte voor de compensatie is daarom 2.500m2 x 1,67 (= de rekenmethode voor 2/3 toeslag) = 4.175m2. De compensatiegronden hebben eenzelfde oppervlakte, te weten 4.175m2. Hiermee wordt voldaan aan de compensatieverplichting uit de Verordening ruimte.
De overige delen van het perceel worden als extra natuurontwikkeling toegevoegd aan het NNB. Derhalve krijgt het gehele plangebied de gebiedsaanduiding ‘overige zone - in verordening ruimte toe te voegen nnb’.
In overleg met Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant is het beoogde perceel in de ‘Eerste partiële wijziging Natuurbeheerplan 2018’ op de beheertypenkaart aangemerkt als ‘N00.01 Nog om te vormen landbouwgrond naar natuur en nog in te richten naar natuur’ en is het label gewijzigd naar ‘nieuwe natuur’, ten behoeve van de mogelijkheid van natuurcompensatie. Van de mogelijkheid tot natuurcompensatie op het perceel wordt met dit compensatieplan gebruik gemaakt.
De ontwikkeling van een dennen-, eiken en beukenbos op onderhavige locatie past binnen de Verordening ruimte.
2.4 Gemeente
2.4.1 Omgevingsvisie Tilburg 2040
Op 21 september 2015 heeft de Raad de Omgevingsvisie Tilburg 2040 vastgesteld. De Omgevingsvisie richt zich op Tilburg als vitale, duurzame stad in een moderne netwerksamenleving. De ontwikkelingen in de economie, de maatschappij en de leefomgeving gaan niet ten koste van elkaar, maar sluiten op elkaar aan en versterken elkaar. People, planet en profit zijn in balans.
People: Het is prettig wonen en werken in Tilburg, een stad met veel verschillende woonbuurten en verschillende soorten werklocaties. De woonmilieus passen bij de leefstijl van de mensen.
Planet: We gaan voor een gezonde en leefbare stad, anticiperen op de effecten van klimaatverandering, zoals hitte, droogte en hogere temperaturen. In het economisch systeem wordt herbruikbaarheid van producten en grondstoffen steeds belangrijker. Verder krijgen groen en water een steeds prominentere rol in de stad. De grote natuurgebieden om de stad zijn met elkaar verbonden. Dat versterkt het ecologisch systeem en de veerkracht van de natuur.
Profit: Om ook in de toekomst sterk genoeg te zijn, wil Tilburg de kracht van BrabantStad benutten. Tilburg is een stad die mensen kansen biedt: op aangenaam werk en op een fijne woon- en leefomgeving. Om antwoord te geven op de vraag hoe we dit gewenste toekomstbeeld samen met burgers en partners in de stad voor elkaar kunnen krijgen volgt de Omgevingsvisie Tilburg 2040 een strategie met drie sporen:
de Brabantstrategie
de Regiostrategie
de Stadsstrategie
De Omgevingsvisie Tilburg 2040 is een koers- en inspiratiedocument. Het is een kompas voor investeringen in het fysieke domein. Een uitnodiging aan de stad om samen te werken aan de ontwikkeling van een stad waar het fijn wonen, werken, leven en recreëren is. De visie biedt burgers en bedrijven ruimte om initiatief te ontplooien en reikt de gemeente handvatten aan om haar strategie af te stemmen op het geschetste toekomstperspectief. De Omgevingsvisie Tilburg 2040 geeft ook richting aan de inzet van de gemeente; in welke onderdelen de gemeente haar geld, tijd en bestuurskracht investeert. En welke prioriteiten daarbij gelden.
In het kader van de pijler ‘profit’ heeft de Omgevingsvisie als doel de grote natuurgebieden rondom de stad met elkaar te verbinden en het ecologisch systeem en de veerkracht van de natuur te versterken. Onderhavige ontwikkeling betreft de ontwikkeling van nieuwe natuur en draagt daarmee bij in het behalen van deze doelstelling.
.Hoofdstuk 3 Milieuaspecten
Hoofdstuk 3 Milieuaspecten
3.1 Natuurontwikkeling en beheer
Het plangebied ligt midden in het begrazingsgebied ‘Lobelia’ van Natuurmonumenten, zo’n 1,8 kilometer ten zuiden van de toekomstige natuurbegraafplaats.
Het maakt deel uit van een omrasterd grasland dat in agrarisch gebruik is en waar tot voor kort paarden liepen.
Het plangebied heeft een oppervlakte van 1,9 hectare en bestaat uit weiland, een vijver met steile oevers, en een doorgeschoten kerstbomen- en coniferenkwekerij met randbeplanting van laurier.
Het natuurbeheertype en de ambitie binnen het provinciale natuurbeheerplan (2017) voor het gehele compensatievlak is N01.04 Zand- en kalklandschap.
In de hoofdstukken 7.3. en 7.4 van het Compensatieplan wordt invulling gegeven aan de voorgenomen natuurontwikkeling en het beheer.
Hoofdstuk 4 Opzet planregels
De regels zijn opgezet conform de bestemmingsplansystematiek van de gemeente Tilburg. Daarbij is het van belang dat het plan een wijzigingsplan betreft; een aanpassing binnen het bestaande bestemmingsplan. Daarvoor is het juridisch niet noodzakelijk dan wel gewenst om een volledig nieuw bestemmingsplan op te stellen. Het voorliggend wijzigingsplan wordt geacht onderdeel te gaan uitmaken van het zgn. moederplan: het bestemmingsplan ‘Lobelia-Spinder-Rugdijk’, vastgesteld op 10 juni 2013.
Voor de gronden is de bestemming ‘Natuur’ van toepassing; ten behoeve van de raadpleegbaarheid is de bestemming in z’n geheel overgenomen, met daarbij één toevoeging:
Ten behoeve van een efficiënte uitvoering van het compensatieplan, is als uitzondering op de vergunningplicht bij werken en werkzaamheden (artikel 3.4.2), opgenomen:
ten behoeve van onderhoud, beheer en ontwikkeling van het natuurgebied, conform het 'Compensatieplan herbegrenzing NNB'' zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels.
In het algemene deel is - in artikel 5 - de volgende algemene aanduidingsregel toegevoegd:
ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - in verordening ruimte toe te voegen nnb' is de in de Verordening ruimte Noord-Brabant toe te voegen aanduiding Natuur Netwerk Brabant weergegeven.
Op de verbeelding is deze aanduiding eveneens weergegeven.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
Met de wijziging van het bestemmingsplan en de natuurontwikkeling zijn -
behoudens kosten voor ambtelijke voorbereiding en begeleiding van het planproces - er geen exploitatiekosten voor de gemeente.
De kosten van ambtelijke begeleiding worden gedekt uit de verschuldigde leges; er hoeft derhalve geen exploitatieplan te worden vastgesteld
De ontwikkeling bevindt zich op particulier terrein en de ontwikkeling betreft een particulier initiatief.
Hoofdstuk 6 Omgevingsdialoog
Aangezien het plangebied grotendeels omringd wordt door natuurgebied, en de direct aangrenzende gronden eveneens eigendom zijn van Natuurmonumenten, is het voeren van een omgevingsdialoog niet aan de orde.
Vooroverleg
Met het voorliggend plan zijn geen belangen gemoeid van overlegpartners. Derhalve is geen wettelijk vooroverlegtraject doorlopen. Wel is de provincie Noord-Brabant betrokken geweest bij de totstandkoming van het compensatieplan. De planlocatie is meegenomen in de partiële herziening van het provinciaal Natuurbeheerplan 2018, zodat aan de compensatieverplichting uit de Verordening ruimte kan worden voldaan.