direct naar inhoud van Regels

Welstandsnota Tilburg 2017

Status: vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0855.WSN2017001-e001
Plantype: structuurvisie

Voorwoord en samenvatting

 

Voorwoord

Voor u ligt de ‘Welstandsnota Tilburg 2017’. Een document met richtlijnen, criteria en tips voor burgers, architecten en ontwikkelaars die in de gemeente Tilburg willen bouwen. De nota is een geactualiseerde versie van de welstandsnota 2012. Deze actualisatie was nodig. Niet alleen vanwege de vaststelling van de Omgevingsvisie 2040 en de structuurvisie Linten, maar ook vanwege landelijke ontwikkelingen en de voorbereiding op de komst van de Omgevingswet.

 

Met de geactualiseerde nota worden er geen nieuwe eisen gesteld. Er is geen aanleiding de structuur (of de opzet) van het welstandsbeleid geheel te herzien. Er zijn met verschillende ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening zoals de toekomstige Omgevingswet, maar ook onze eigen nieuwe Omgevingsvisie wel aanleidingen te bezien hoe met bestaande ingrediënten (beleid, medewerkers en commissie) effectiever kan worden gewerkt en de ruimtelijke kwaliteit in de relevante gebieden in de gemeente kan worden verhoogd. Deze procesmatige/organisatorische optimalisatie zal ook via een zelfstandig traject verder worden uitgewerkt.

 

In lijn daarmee en op voorhand daarvan kunnen we nu al stellen dat we er naar streven om met een verandering van houding en aanpak in te zetten op een hogere ruimtelijke kwaliteit op 'de plekken die er echt toe doen'. Partijen moeten op voorhand beter geholpen worden om de beschikbare informatie te lezen en te benutten. Daar ligt een wederzijds belang. Het is essentieel dat in een vroeg stadium de juiste vragen worden gesteld. Wat is de opgave wat vinden we van waarde? Wat is de toegevoegde waarde van het gebouw op deze plek voor de stad? Wat doet de openbare ruimte op deze plek en wat is daarvan de toegevoegde waarde voor de stad? Het is de kunst om initiatiefnemers/ontwerpers zichzelf de juiste vragen te laten stellen zodat op basis daarvan bewuste keuzes worden gemaakt en we 'het juiste doen' voor de verdere ontwikkeling van de stad. Een goede analyse van de plek en consensus over de formulering van de opgave kunnen de kwaliteit van plannen verhogen en het ontwerp- en vergunningentraject aanzienlijk bespoedigen.

 

Het is meer dan ooit nodig dat we (bouw)plannen realiseren die een meerwaarde bieden aan de stad. In een dichtbevolkt land als het onze is het noodzakelijk om zorgvuldig om te gaan met de inrichting van de gebouwde omgeving. Een plezierige woon- en leefomgeving ontstaat door harmonie tussen bebouwing, groen, ruimtelijke beleving en de inrichting van de openbare ruimte. Architectuur, stedenbouw (inclusief programma), cultuurhistorie en landschap zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door bewust gebruik te maken van de identiteit van de stad behoudt Tilburg haar eigenheid en kan een nieuwe laag worden toegevoegd. Architectuur heeft tenslotte ook een maatschappelijk belang; nieuwe gebouwen worden als het ware ‘eigendom’ van de stad. Dat vergt een verantwoordelijkheid van initiatiefnemers, een goede samenwerking met de partijen in de stad en veelal maatwerk van de gemeente. Een gebouw moet zich immers goed voegen in zijn omgeving. De schaal, kwaliteit en uitstraling van de bebouwing, de functies in de bebouwing (vooral op de begane grond) en de relatie met het openbare gebied moeten goed op elkaar zijn afgestemd. Het streven naar 'menselijke maat' en een 'context gebonden aanpak' (het verhaal van de stad) staan centraal bij ontwikkelingen.

 

Het welstandsbeleid is toegespitst op de betekenis van bouwplannen voor het publieke domein en de openbare ruimte. De nota is een leidraad om te komen tot een optimale omgevingskwaliteit. Welstandscriteria moeten er echter niet voor zorgen dat mensen zelf niet meer nadenken en moeten niet onnodig beperken. Creativiteit is oneindig en er zijn veel oplossingen mogelijk voor een bouwopgave of voor het inrichten van een openbare ruimte.

Ik bepleit daarom een vroegtijdig gesprek over ruimtelijke ontwikkelingen en bouwopgaven. De dialoog moet plaatsvinden. Je moet elkaar blijven uitdagen op de vakmatige inhoud. Samenspraak is onmogelijk zonder tegenspraak. De Omgevingscommissie kan een ijkpunt zijn in de planontwikkeling. Daarbij zij opgemerkt dat ze adviseert, niet beslist. De commissie stimuleert/inspireert, begeleidt, voert de dialoog, geeft weerwoord en toetst of de uitgangspunten kloppen. In die dialoog over ruimtelijke kwaliteit zullen gevoelsmatige begrippen als 'stedelijke beleving', sfeer en variatie steeds belangrijker worden. Het is niet alleen een discussie over esthetiek. Maar ook: voel je je thuis?

 

Met de ‘Welstandsnota Tilburg’ is een basis gelegd voor het bouwen in de gemeente Tilburg: voor zowel de Omgevingscommissie als de initiatiefnemer. Met deze nota zijn wij actueel. Stedelijke ontwikkeling is geen verhaal van blauwdrukken. Bouwen blijft een ambacht en in de uiteindelijke kwaliteit spelen de ambitie van een opdrachtgever, de keuze van een architect en het beschikbare budget belangrijke rollen.

 

"Kwaliteit ontstaat in de harten van mensen, en wordt werkelijkheid waar visie, vakmanschap en daadkracht een ontmoeting aangaan met de omgeving" (uit Mooiwaarts).

 

Mario Jacobs

 

Samenvatting

Tilburg heeft haar welstandsbeleid vastgelegd in de 'Welstandsnota Tilburg 2017'.

De nota is een leidraad om te komen tot een optimale omgevingskwaliteit.

 

Het motto van de nota is:

Aandacht waar dat moet, vrijheid waar dat kan

 

In 2004 heeft de gemeente de eerste welstandsnota vastgesteld. Vervolgens is de nota meerdere keren geactualiseerd. Het beleid is dynamisch. Op grond van de nota zijn duizenden adviezen tot stand gekomen. Adviezen die het stadsbestuur betrekt bij de beslissing op een aanvraag voor een vergunning. De gebouwde omgeving is daar het uiteindelijke resultaat van. Het debat over ruimtelijke kwaliteit blijft nodig. Kwaliteit ontstaat echter niet door regels, normen en criteria. "Kwaliteit ontstaat in de harten van mensen, en wordt werkelijkheid waar visie, vakmanschap en daadkracht een ontmoeting aangaan met de omgeving" (uit Mooiwaarts).

 

In het algemeen fungeert welstandszorg als onafhankelijk instrument voor de architectonische kwaliteit van bouwwerken. Door de onafhankelijke positie van de omgevingscommissie kan zij voorkomen dat de waan van de dag een te dominante rol gaat spelen. Minstens zo belangrijk geeft welstandstoezicht eigenaren van gebouwen de garantie dat nieuwe gebouwen in de directe omgeving van hun panden aan minimale kwaliteitseisen voldoen, hetgeen een zekere garantie voor de waarde van het vastgoed en het woongenot is. Bovendien kan duidelijk en controleerbaar welstandstoezicht voorkomen dat er conflicten ontstaan over wat wel en niet kan als het om bouwen gaat. Openbaar vastgelegd beleid en vastgestelde criteria in de welstandsnota bieden daarvoor de basis.

 

Doel van de welstand - en monumententoets is het behartigen van het publieke belang door en voor de gemeente Tilburg. Het is van belang dat initiatieven een toegevoegde waarde leveren aan de stad en de kwaliteit daarvan.

De individuele vrijheid van de burger of ondernemer wordt afgewogen tegen de aantrekkelijkheid van de leefomgeving als algemene waarde. Veel mensen blijken bereid mee te werken aan het in stand houden of zelfs bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van hun leefomgeving, maar willen wel graag van te voren op de hoogte zijn welke aspecten een rol spelen bij de welstandsbeoordeling. Het welstandsbeleid geeft de gemeente de mogelijkheid om cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden van de gemeente Tilburg te benoemen, te benutten en waar nodig te bewaken.

 

Actualiseren Welstandsnota 2012

De afgelopen jaren heeft zich aantal ontwikkelingen voorgedaan waardoor actualisatie van de Welstandsnota noodzakelijk is. Zo zijn de Omgevingsvisie Tilburg en de structuurvisie Linten vastgesteld en zijn er verschillende nieuwe woonwijken in wording. De nota van 2012 is in navolging daarop aangevuld en 'bij de tijd' gemaakt.

Op 1 juli 2015 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Omgevingswet. Voordat de Omgevingswet in 2019 van kracht zal zijn heeft zij echter nog een lange weg te gaan. Het duurt te lang daarop te wachten. De geactualiseerde 'Welstandsnota 2017' is een voorbereiding op de komst van de Omgevingswet. Zodra de wet van kracht is zal er een overgangstermijn gelden die de gemeente de tijd geeft om de bestaande bestemmingsplannen om te bouwen tot één integraal omgevingsplan. Op dat moment zal bezien worden of het welstandsbeleid nog hanteerbaar is.

 

Het is van belang dat het stadsbestuur alle instrumenten die het tot zijn beschikking heeft in het streven naar een aantrekkelijke stad integraal kan inzetten. Een samenhang in regie werkt productiever dan een aaneenschakeling van losse overleg- en toetsmomenten. Het besluit om de verschillende adviescommissies (welstand, monumenten en openbare ruimte) samen te voegen en de advisering integraal te organiseren met de Omgevingscommissie blijkt in de praktijk efficiënt te werken. Daarop voortbordurend wordt er voortdurend gewerkt aan het optimaliseren van de gemeentelijke processen. Het is van belang dat integraal aan ruimtelijke opgaven gewerkt wordt en dat in een vroeg stadium de juiste vragen worden gesteld.

 

Uitgangspunt van deze actualisatie is dat er geen nieuw beleid is opgesteld, maar dat vastgesteld beleid geactualiseerd en, waar mogelijk (en nodig), bijgesteld is. Het bestaande motto 'Aandacht waar dat moet, vrijheid waar dat kan' blijkt nog steeds actueel en bruikbaar. In de geactualiseerde nota wordt het aspect ‘meer aandacht’ gedragen door met een nieuwe houding naar dezelfde inhoud te kijken. Er zijn geen nieuwe eisen gesteld. Er is echter wel een verandering in houding en aanpak in gebieden 'die er (echt) toe doen' (focusgebieden). Voor de focusgebieden wordt gewerkt aan een nieuwe manier van werken. Afhankelijk de opgave is er onderscheid tussen 'toetsen', 'begeleiden' en 'participeren'. De vernieuwde werkwijze ofwel 'agenda Ruimtelijke kwaliteit' zal via een zelfstandig traject worden uitgewerkt.

 

Het welstandsbeleid beoogt niet alleen een bestuurlijk kader te bieden voor een wettelijke taak, de welstandstoetsing, maar ook stimulerend te zijn voor ruimtelijk kwaliteitsbesef bij de particuliere opdrachtgevers in het bouwproces. Benadrukt wordt dat het begin van ruimtelijke kwaliteit ligt bij de ambitie van een opdrachtgever, een goede analyse van de plek, consensus over de formulering van de opgave en vervolgens bij een goede architectenkeuze.

In een snel veranderende wereld is het zorgvuldig omgaan met het bestaande, met oog op herkenbaarheid, identiteit en menselijke maat een terugkerend thema. Ook de verschuiving van nieuwbouw naar meer en meer aandacht voor transformatie en renovatie speelt daarin een rol.

 

De uitwerking van de uitgangspunten vindt plaats in meerdere “lagen”. Allereerst wordt gekozen voor een indeling in drie niveaus, afhankelijk van het belang en de plek in de stad: aandacht, regulier en vrij. In het centrum, in andere bijzondere gebieden mogen hogere eisen worden gesteld dan daarbuiten. Op achterterreinen en op onderdelen van bedrijventerreinen, waar het publieke belang nagenoeg afwezig is, behoeven deels of in het geheel geen eisen te worden gesteld. In dat laatste geval is sprake van welstandsvrijheid. De kaartbijlagen en paragraaf 8.5 geven hierin snel inzicht. In het overgrote gedeelte van de stad geldt regulier welstandstoezicht, dat borg staat voor juist voldoende ruimtelijke kwaliteit en dat ook voorheen werd toegepast.

 

Voor de inhoud van de welstandstoets wordt aangesloten bij het karakter van de deelgebieden. Elk gebied heeft een eigen karakteristiek en kwaliteit. In hoofdstuk 10 wordt per gebied of structuur aangegeven welke criteria worden aangehouden bij de toetsing van bouwplannen. Met de gebiedsgerichte criteria worden ontwerpers geïnspireerd en op voorhand op de hoogte gesteld van de gemeentelijke uitgangspunten. Het is van belang dat bij ontwikkelingen 'het verhaal van Tilburg' zichtbaar wordt gehouden of zelfs wordt versterkt. Tilburg is een stad waar oud en nieuw goed samengaan. Tilburg is niet af en dat geeft ademruimte (en dromen) voor de toekomst.

 

Voor de advisering over inrichtingsplannen van de openbare ruimte bestaat er geen kant en klaar draaiboek (behoudens de reguliere (her)inrichtingen). Daarvoor is de diversiteit aan plannen (gebieden, straten, pleinen, parken) te groot. Adviseren is dan ook een kwestie van maatwerk. Toch zijn er uit de adviseringspraktijk enkele algemene zaken af te leiden, zoals de basisgedachte van waaruit de commissie adviseert, de manier waarop zij plannen analyseert en een aantal aspecten die zij bij haar beoordeling betrekt. In paragraaf 10.2.11. wordt hierin inzicht gegeven.

 

De commissie beschikt evenmin over een kant en klaar draaiboek voor het adviseren over plannen voor monumenten. In de praktijk beoordeelt zij plannen aan de hand van een aantal vragen. Deze vragen en aandachtspunten zijn opgenomen in paragraaf 11.4. De aandachtspunten zijn geen geboden, maar vertrekpunt voor het ontwikkelen van plannen voor monumenten op zoek naar de juiste balans tussen behoud en ontwikkeling. Vaak wordt gekeken van groot naar klein, van verhaal naar uitvoering, van plek naar detail. De aanvrager kan de vragen en aandachtspunten ook -vooraf- betrekken bij de totstandkoming van een plan. Dat maakt het gesprek met de commissie effectiever.

 

Uit een oogpunt van adequate dienstverlening worden criteria voor veel voorkomende (reguliere) bouwwerken gegeven in hoofdstuk 11 en 12. Deze zijn uitputtend (voor zover het geen wijzigingen van monumenten betreft). Ten aanzien van een aantal andere veel voorkomende bouwwerken (geveloptrekkingen, dakopbouwen e.d.) worden toetsingscriteria aangegeven in hoofdstuk 13.

 

In de praktijk zal de welstandsnota niet als “leesboek” worden gebruikt. Zodra het bouwplan welstandsplichtig is, is het raadzaam eerst op basis van het bouwplan na te gaan welke criteria van toepassing zijn. Tot slot: Welstandsbeleid wordt gezien als dynamisch beleid. Jaarverslagen houden voortdurend een vinger aan de pols zodat bijstellingen en aanvullingen kunnen plaatsvinden.