Plan: | Quirijnstok West 2012 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2012011-e001 |
Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Hiermee is het Verdrag van Malta uit 1992 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Dit betekent onder meer het volgende:
Met de komst van de wet wijzigt het archeologiebestel in Nederland met name voor de overheidsorganen sterk. De nota 'Grond voor het verleden' (2007) is het beleidsplan voor het Tilburgse archeologiebeleid.
De standaard archeologische en cultuurhistorische inventarisatie ten behoeve van het onderhavige bestemmingsplan is reeds eerder uitgevoerd door Bilan-Fontys te Tilburg (naam onderzoek: Van Den Hoek tot De Rauwe Braken Tilburg - Heikant-Quirijnstok) naar aanleiding van de bestemmingsplannen 'Heikant 2007' en 'Quirijnstok 2007' en is tot stand gekomen op basis van verschillende bronnen.
De volgende werkinstrumenten zijn hoofdzakelijk gebruikt bij het archeologische deel van bureauonderzoek:
Naast deze bronnen is gebruik gemaakt van de Archeologische Waarschuwingskaart Tilburg (ARWATI) en het databestand van het Regionaal Archief Tilburg (RAT). Op grond van de beschikbare gegevens wordt een goed beeld verkregen van de algemene archeologische verwachtingswaarde in het plangebied. Dit beeld wordt verder aangescherpt door een landschapsanalyse en door gebruik van lokale bronnen. De landschapsanalyse is opgesteld aan de hand van onder andere de geomorfologie en de bodem, maar ook door het interpreteren van bijvoorbeeld de (vroegere) infrastructuur en lokale archeologische waarnemingen. Om de historische ontwikkelingen in het plangebied in een breder kader te kunnen plaatsen, werd eerst de ontwikkelingsgeschiedenis van Tilburg in het algemeen onderzocht en vervolgens die van het plangebied in detail. De lokale bronnen omvatten onder andere historische kaarten, architectuurfoto´s en luchtfoto´s en geschreven bronnen waaronder plaatsbeschrijvingen en veldnamen, bebouwingsgegevens en veldverkenningen. Landschappelijke, archeologische en (cultuur)historische gegevens werden in het onderzoek samengevoegd tot een reconstructie van de ontwikkelingsgeschiedenis van het plangebied. De reconstructie werd vervolgens vertaald naar een archeologische verwachtingswaarde voor het plangebied, die nader kon worden gespecificeerd door er bodemverstorende activiteiten zoals wegen- en huizenbouw bij te betrekken.
Ten aanzien van het onderhavige bestemmingsplan is bureauonderzoek verricht door de afdeling Ruimte, team Stedelijke Basis van de gemeente Tilburg. Hierbij zijn naast bovenvermeld onderzoek van Fontys-Bilan de volgende bronnen geraadpleegd:
De wijk Quirijnstok werd vanaf 1969 aangelegd als de laatste uitbreidingswijk van Tilburg Noord na Stokhasselt en Heikant. In verband met de aanleg van deze wijken is het plangebied waarschijnlijk ook grotendeels geëgaliseerd.
Een gedeelte van de gronden binnen het plangebied heeft de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' gekregen. In figuur 31 uit het Bilan rapport is aangegeven welke deel van het plangebied verstoord is door bebouwing. De bebouwing die op de tekening in het Bilanrapport is aangegeven voor het plangebied is echter gespiegeld ten opzichte van de daadwerkelijke bebouwing die tot ongeveer 2002 op het terrein aanwezig was. Zie onderstaande luchtfoto. Op de verbeelding is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' daarom gelegd op het gedeelte dat niet door bebouwing verstoord is geweest. Deze dubbelbestemming brengt een omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden met zich. Daarnaast geldt ten aanzien van de onderliggende enkelbestemming een beperking van de bouwmogelijkheden.
Luchtfoto plangebied 2002
Het gemeentelijk beleid is erop gericht om bestaande cultuurhistorische en architectonische kwaliteiten te handhaven en nieuwe toe te voegen. Hierbij zijn vooral de Monumentenwet, de gemeentelijke Monumentenverordening en de lijst van gemeentelijke monumenten het kader.
Vanuit het oogpunt van cultuurhistorie zijn er geen belemmeringen voor nieuwe ontwikkelingen in het plangebied.
Archeologie : De grootte van het plangebied in relatie tot de mogelijke nieuwe bodemverstoringen maken dat inventariserend archeologisch onderzoek noodzakelijk is voorafgaand aan bodemverstoring voorzover sprake is van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' .