direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen - Buitengebied
Plan: Buitengebied West, 3e herziening (Hultenseweg 56)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011028-e001

Artikel 5 Wonen - Buitengebied

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Functie

De voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. één woning per bestemmingsvlak,
  • b. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • c. bijbehorende en ondergeschikte tuinen en erven;
  • d. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • e. bijbehorende en ondergeschikte groenvoorzieningen;
  • f. bijbehorende en ondergeschikte speelvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. bed & breakfast tot maximaal 2 kamers;
  • i. bouwwerken van algemeen nut.
5.1.2 Functie-aanduidingen

Ter plaatse van de aanduiding 'opslag' zijn de voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden mede bestemd voor het in bijgebouwen opgeslagen hebben en/of houden van naar hun aard statische goederen, zoals auto's, boten en caravans.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Bestaande bebouwing, welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen, evenals vergunde bebouwing, die nog moet worden opgericht. Deze bepaling is niet van toepassing op bijgebouwen bij woningen op percelen, die in dit bestemmingsplan de bestemming 'Wonen-Buitengebied' hebben gekregen en in het tot de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan ter plaatse vigerende plan een bestemming hadden, die agrarische bedrijfsvoering mogelijk maakte, tenzij deze bijgebouwen zijn aangewezen als Rijksmonument of gemeentelijk monument.

5.2.2 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één woning toegestaan. Woningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Indien geen bouwvlak is aangegeven, geldt het bestemmingsvlak als zodanig.
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • d. de inhoud mag, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, niet meer bedragen dan 600 m³, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven. Uitgezonderd hiervan zijn boerderijen met geïntegreerde bedrijfsruimte. Bij dergelijke boerderijen mag de inhoud gelijk zijn aan aan het bestaande bouwvolume van de boerderij, mits deze zijn oorspronkelijke karakter behoudt.
  • e. Nieuwbouw van woningen is niet toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw;
  • f. Bij vervangende nieuwbouw mogen de woningen uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen of bestaande locatie en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend.
5.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen dienen op een afstand van tenminste 2 m achter de voorgevelrooilijn van de woning te worden gebouwd.
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, tenzij door middel van een
    maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • d. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de woning mag niet meer bedragen dan
    20 m.
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een woning mag niet meer bedragen dan
    • 1. 75 m² op bouwpercelen, kleiner dan 1000 m²;
    • 2. 150 m² op bouwpercelen, groter dan of gelijk aan 1000 m², doch kleiner dan 5000 m²;
    • 3. 200 m² op bouwpercelen, groter dan of gelijk aan 5000 m²,

tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.

5.2.4 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de op grond van 5.1.1 en 5.1.2 toegelaten functies.
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
  • d. op of in deze gronden mogen rijbakken voor paarden worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van de desbetreffende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m, en
    • 2. de inwendige oppervlakte van een rijbak niet meer mag bedragen dan 800 m2 en de buitenwerkse oppervlakte niet meer mag bedragen dan 875 m².
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 5.2.2 ten behoeve van het bouwen van een woning met een hogere goothoogte, zulks tot een hoogte van maximaal 8 m.
  • b. het bepaalde in 5.2.3 voor het bouwen van een bijgebouw op een afstand van meer dan 20 m van de woning, mits dit noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel.
  • c. het bepaalde in 5.2.5 voor het bouwen van terreinafscheidingen met een hoogte van
    maximaal 3 m, mits die niet gesitueerd zijn voor de voorgevelrooilijn van de woning en het stedenbouwkundig en landschappelijk beeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor
    • 1. de uitoefening van enige tak van handel (inclusief detailhandel);
    • 2. nijverheid;
    • 3. dienstverlening;
    • 4. de uitoefening van een ambachtelijk, industrieel of agrarisch bedrijf;
    • 5. zelfstandige kantoren of zelfstandige kantoorruimten;
    • 6. horecadoeleinden;
  • b. het splitsen van een woning in twee of meer woonruimten dan wel het gebruik van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij een woning als zelfstandige of afhankelijke woonruimte;
  • c. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • d. het opgeslagen hebben en/of houden van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. het opgeslagen hebben en/of houden van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • f. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen bij de woning voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
5.4.2 Gebruik overeenkomstig de bestemming
  • a. Het gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen bij de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie, mits:
    • 1. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen tot ten hoogste 80 m² wordt gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit en
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is en
    • 3. geen sprake is van op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo vergunningplichtige of van uit oogpunt van milieu meldingsplichtige activiteiten en
    • 4. het gaat om bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die bij dit bestemmingsplan is gevoegd en
    • 5. geen sprake is van detailhandel.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'opslag' wordt, op een bebouwde oppervlakte van maximaal 1.000 m², het gebruik van gronden en bouwwerken voor het opgeslagen hebben en/of houden van naar hun aard statische goederen, zoals auto's, boten en caravans, als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits:
    • 1. het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit geen onevenredige beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven en
    • 2. de nevenactiviteit aanvaardbaar is uit oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat, de nevenactiviteit zelf niet vergunningplichtig is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo en daarnaast milieuhygiënisch inpasbaar is en
    • 3. het gaat om bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, die bij dit bestemmingsplan is gevoegd en
    • 4. de nevenactiviteit qua aard, omvang en uitstraling past binnen de omgeving en
    • 5. de nevenactiviteit geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg heeft en gezorgd wordt voor voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein en
    • 6. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse en
    • 7. de woonfunctie op het perceel als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft en degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is en,
    • 8. geen sprake is van buitenopslag en
    • 9. geen sprake is van detailhandel, uitgezonderd een beperkte verkoop, ondergeschikt aan de nevenactiviteit en
    • 10. de in het omliggende gebied aanwezige waarden niet in onevenredige mate worden aangetast.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Binnenplans afwijken t.b.v publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 5.4.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen bij de woning voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits:

  • a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen tot ten hoogste 80 m² wordt gebruikt voor de aan huis verbonden publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit en
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is en
  • c. de in het omliggende gebied aanwezige waarden niet in onevenredige mate worden aangetast en
  • d. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling past binnen de omgeving en
  • e. de nevenactiviteit geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg heeft en
  • f. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse en
  • g. gezorgd wordt voor voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein en
  • h. de nevenactiviteit geen onevenredige beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven en
  • i. de nevenactiviteit zelf niet vergunningplichtig is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo en daarnaast milieuhygiënisch inpasbaar is en
  • j. het gaat om bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, die bij dit bestemmingsplan is gevoegd en
  • k. geen sprake is van detailhandel, uitgezonderd een beperkte verkoop, ondergeschikt aan de publieksaantrekkende activiteit.
5.5.2 Binnenplans afwijken aantal kamers t.b.v. bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 5.1.1 onder h ten behoeve van het toestaan van bed & breakfast in maximaal 4 kamers.