Plan: | Spoorzone, uitwerkingsplan deelgebied Hart van Brabantlaan (TTS) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2011022-e001 |
Ten behoeve van het bestemmingsplan Spoorzone is een plan-MER (verder te noemen MER) opgesteld en in procedure gebracht. In het bestemmingsplan is gemotiveerd hoe is omgegaan met de bevindingen in het MER. Het volgende is daarover opgenomen in het bestemmingsplan Spoorzone.
De effecten van het (milieu)beleid van de gemeente Tilburg op het plangebied zijn duidelijk inzichtelijk gemaakt in het MER. De effecten op de luchtkwaliteit en de geluidsbelasting zijn uitgedrukt in Gezondheidseffectscreening(GES)-scores. Hierdoor wordt niet alleen getoetst aan wettelijke normen en grenswaarden, maar wordt - ook voor effecten onder de wettelijke grenswaarde - een genuanceerd beeld gegeven van de effecten op de gezondheid. Bovendien zijn de effecten van de verschillende aspecten beter met elkaar te vergelijken. Door met GES-scores te werken bij het aspect externe veiligheid, had ook voor dit milieuaspect een genuanceerder beeld gegeven kunnen worden.
In het MER valt op dat de milieubelasting in het plangebied, met name de geluidsbelasting van het railverkeer, op dit moment hoog is. De Commissie MER heeft opgemerkt dat alleen door voldoende aandacht te besteden aan een effectieve invulling van het gebied (zoals hoogbouw van niet-geluidgevoelige bestemmingen langs het spoor) en het treffen van mitigerende maatregelen het mogelijk is om de geplande woningbouw te realiseren.
Externe veiligheid in een GES is vrijwel altijd problematisch. Immers externe veiligheid heeft het over dodelijke slachtoffers en een GES of de impact op de gezondheid. Een GES zou geschikt kunnen zijn voor de effecten van een toxisch gas, omdat met nae voor dit type stof de effecten niet direct dodelijk hoeven te zijn. Echter door de analyse van het groepsrisico in de MER en de uitgebreide verantwoording van het groepsrisico vindt de gemeente dat veel aandacht is geschonken aan eventueel gehinderden en reeds verder gekeken is dan alleen dodelijke slachtoffers. Een GES voor externe veiligheid zou om deze redenen geen significante bijdrage leveren of de plannen wijzigen.
Het MER resulteert niet in een eenduidige keuze voor een verkeersvariant. De verschillende varianten leveren voor de aspecten geluid (wegverkeer) en luchtkwaliteit vergelijkbare effecten op.
Conclusie is derhalve dat het MER met de nog aangeleverde aanvullende gegevens als toereikend wordt beschouwd voor het bestemmingsplan Spoorzone. Ten behoeve van de uitwerking van de diverse deelgebieden zal steeds een m.e.r.-beoordeling gaan plaatsvinden.
Het bevoegd gezag neemt de beslissing of voor de m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteit, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Deze stap is geregeld in de artikelen 7.17, 7.18 en 7.19 van de Wet milieubeheer. Het bevoegd gezag houdt bij de beslissing rekening met de in bijlage II bij de Europese richtlijn 'betreffende de milieubeoordeling van bepaalden openbare en particulier projecten' aangegeven criteria (zie ook bijlage 2):
Op grond van de informatie in de hoofdstukken 2, 3 en 4 kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
De locatie TTS is gelegen in een gebied met een hoge milieubelasting, met name veroorzaakt door het railverkeer (geluidsbelasting) en het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor (externe veiligheid). In het bestemmingsplan Spoorzone zijn randvoorwaarden opgenomen waarbinnen de locatie verder uitgewerkt moet worden. Op deze manier zal de locatie binnen de bestaande wettelijke kaders ontwikkeld worden. De locatie is niet gelegen in of in de nabijheid van gebieden met een bijzondere betekenis op mondiaal, Europees, nationaal, provinciaal of gemeentelijk niveau. De ontwikkeling van de locatie TTS veroorzaakt op zichzelf geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu op de omgeving die door middel van een MER moeten worden uitgewerkt.
De gegevens die gebruikt zijn bij het opstellen van het plan-MER bij het bestemmingsplan Spoorzone zijn nog actueel en kunnen gebruikt worden voor het uitwerkingsplan voor het deelgebied TTS.
Voor het uitwerkingsplan voor het deelgebied TTS is in de uitwerkingsregels voor de verschillende milieuaspecten nader onderzoek vereist. Op deze manier worden er voldoende waarborgen geboden om tot een aanvaarbare ontwikkeling van het deelgebied te komen.
De conclusie is dat op grond van bovenstaande beoordeling het niet noodzakelijk is een MER op te stellen gekoppeld aan de besluitvorming over het uitwerkingsplan TTS.