direct naar inhoud van 4.2 Gemeentelijke (thematisch) beleid in relatie tot de spoorzone
Plan: Spoorzone, uitwerkingsplan deelgebied Hart van Brabantlaan (TTS)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011022-e001

4.2 Gemeentelijke (thematisch) beleid in relatie tot de spoorzone

4.2.1 Algemeen

In april 2000 is het "Ontwikkelingsperspectief Spoorzone" (van bureau BVR/Riek Bakker) in het College behandeld. Dit perspectief heeft als strategisch raamwerk voor latere planstudies en planontwikkelingen gediend, zoals voor de "Visie Spoorzone Tilburg" (september 2002) van het Atelier van de Rijksbouwmeester.

Aanleidingen om tot een herontwikkelingsvisie op de Spoorzone te komen liggen ondermeer in de volgende gesignaleerde knelpunten:

  • het openbaar vervoerknooppunt beschikt over onvoldoende ruimte om het groeiend aantal passagiers en materieel per spoor en weg te kunnen verwerken;
  • er bestaat een spanning tussen het transformeren van de Spoorlaan tot een stadsboulevard met een aantrekkelijk verblijfsmilieu enerzijds en het behoud van de verkeersfunctie (auto, bus en vrijliggende fietspaden) anderzijds;
  • de rommelige en verouderde ruimtelijk functionele structuur van de Spoorzone;
  • het spoor en aanverwante functies zijn een barrière tussen de noordelijke en de zuidelijke stadsdelen;

Daarnaast biedt de Spoorzone een aantal kansen en potenties om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de identiteit van Tilburg, de sociaal-economische structuur. Ook kan met de Spoorzone invulling gegeven worden aan beleidsdoelstellingen van hogere overheden op gebied van mobiliteit en het versterken van stedelijke knooppunten.

Tegelijk met de opstelling van de Visie Spoorzone Tilburg liep een aantal andere planvormingsprojecten die met de bepaling van de stedenbouwkundige invulling van het plangebied in sterke wisselwerking hebben gestaan. Twee belangrijke beleidsnota's in dit kader zijn:


Het Tilburgs Verkeers- en Vervoersplan (TVVP)
Leefbaarheid en bereikbaarheid staan voorop in het Tilburgs Verkeers- en Vervoersplan (TVVP). Om zich verder te kunnen ontwikkelen moet de stad goed bereikbaar zijn per auto, fiets en openbaar vervoer. De planhorizon van het TVVP is 2015. De ontwikkelingen in de spoorzone spelen een belangrijke rol bij het verwezenlijken hiervan, met name met betrekking tot de inrichting van de openbaar vervoersknoop en de verbetering van de bereikbaarheid van de binnenstad (zie ook 4.6).

Masterplan Binnenstad
Op 15 december 2003 is eveneens het Masterplan Binnenstad door de Raad vastgesteld. Het Masterplan Binnenstad geeft richting aan dit structuurplan. In het Masterplan wordt de toekomst van de binnenstad geformuleerd vanuit een samenhangende visie. De vertaling van die visie in plannen en maatregelen vormt vervolgens een geïntegreerd geheel, resulterend in een totaalconcept voor de toekomstige binnenstad. Aan het Masterplan Binnenstad liggen diverse studies ten grondslag.

4.2.1.1 Structuurplan Spoorzone en andere relevante beleidsnota's

In aansluiting op de onder 4.2.1 beschreven plannen is het Structuurplan Spoorzone door de raad vastgesteld. Dit plan heeft de status van een wettelijk structuurplan op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Het structuurplan sluit ook aan op de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 (2004) en de diverse thematische beleidskaders die Tilburg voor haar stedelijke ontwikkeling heeft opgesteld. Onderstaand wordt hierop in het kort ingegaan.

De Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 (2004) is de ruimtelijke vertaling en onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente Tilburg tot het jaar 2020 op de gebieden wonen, werken, voorzieningen, recreatie, mobiliteit, natuur, water en landbouw.

Voor de Spoorzone geeft de structuurvisie aan dat, vooral na verplaatsing van de NS-werkplaats, deze zal transformeren tot een locatie met een centrumstedelijk plus milieu: veel functiemenging en een hoge dynamiek. Een substantieel deel van het woningbouwprogramma voor de bestaande stad kan hier worden gerealiseerd. Samen met de binnenstad zal in dit gebied een samenballing plaatsvinden van kwalitatief hoogwaardige voorzieningen. Dit betekent bouwen in hoge dichtheden, een multifunctioneel karakter en stadsoverstijgende functies.

In de beleidsnota Hoofdlijnen economisch beleid 2001 - 2010 is als één van de speerpunten opgenomen de aandacht in het economische beleid van de industrie te verbreden naar de overige economische sectoren als de (zakelijke) dienstverlening.

In de nota(s) Ruimte voor Kantoren (1998, 2001) is de Spoorzone aangewezen als één van de locaties voor nieuwe kantoren. Gedacht wordt hierbij met name aan grotere kantoorgebruikers met veel administratief personeel in de sectoren bank- en verzekeringswezen, overheid en semi-overheid en aan kleinere kantoorgebruikers die veel waarde hechten aan de vestiging in een stedelijke ambiance.

De nota Ruimte voor Detailhandel (2002) en de voortgangsrapportage detailhandel (2007) gaat niet expliciet in op de Spoorzone. Wel wordt er een versterking van de detailhandelsfunctie in de binnenstad voorzien, met name in de categorie recreatief winkelen. Het grootste gedeelte van de nieuwe winkelruimte in de binnenstad tot 2010 is inmiddels op het Pieter Vreedeplein gerealiseerd. Daarnaast richt de nota zich op versterking van kleine en bijzonder winkels in het dwaalgebied.

In de horecanota "Over smaak valt best te twisten (2005)" wordt de Spoorzone gekenmerkt als dé locatie in Tilburg waar (eventueel) één of enkele "stand alone" horacavestigingen (zoals megadisco's en/of nachtclubs) kunnen worden gerealiseerd (horeca III). Voorts voorziet de nota in het beperkt ontwikkelen van functieondersteunende horeca (gerelateerd aan bijvoorbeeld cultuurfuncties of aan het knooppunt van openbaar vervoer) in de categorie I en II. Ook zal ruimte worden geboden aan het beperkt ontwikkelen van horeca in de categorie I en II die bijdragen aan de verlevendiging van het gebied.

In de Woonvisie 2002 kan de locatie TTS zich als onderdeel van de Spoorzone ontwikkelen van werkgebied tot centrum stedelijk - plus woonmilieu. Dit betekent hoge dichtheid, sterke functiemenging en stapeling. Daarbij geldt wel dat zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met milieuaspecten zoals geluid, luchtkwaliteit en veiligheid die gelden voor deze locatie.

De Spoorzone en daarmee de locatie TTS behoort tot de prioritaire (woningbouw)gebieden in Tilburg.

De locatie TTS is in het gemeentelijke beleid aangaande studentenhuisvesting opgenomen als ontwikkellocatie voor studentenhuisvesting. Dit in verband met de opgave om in de periode 2010-2014 duizend extra eenheden te realiseren.

Het realiseren van zelfstandige studentenhuisvesting op de locatie TTS sluit volledig aan op het gemeentelijk beleid hieromtrent. Zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Daarnaast past deze woningtypologie binnen de woonmilieubenadering voor de Spoorzone. Er is sprake van hoge dichtheid en menging van functies. De aanwezigheid van studenten in dit gebied zal de beleving van de Spoorzone als dynamisch onderdeel van het centrum van Tilburg versterken.

De nota Hoger Onderwijs 2003 - 2006 geeft aan dat bij de verdere ruimtelijke ontwikkeling van de Spoorzone het hoger onderwijs zeker zal worden betrokken.

Het wijkplan Oud-Noord (2004) geeft aan dat de ontwikkelingen in de spoorzone kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de inrichting en leefbaarheid van Oud-Noord. Er liggen kansen, maar ook een aantal opgaven uit het wijkplan om rekening mee te houden:

  • barrière tussen Oud-Noord en het centrum slechten;
  • het imago van Oud-Noord kan een positieve impuls krijgen door nieuwe, hoogwaardige bebouwing die in directe relatie staat met de stad;
  • de knooppunten bij het NS-plein en de aansluiting van de Besterdring en de Gasthuisring kunnen door ontwikkeling van de Spoorzone verbeterd worden, zowel in de openbare ruimte als in de bebouwing;
  • een "cultuurlaan" langs het traject Gasthuisring – Goirkestraat kan de kwaliteit van het De Pont museum voor moderne kunst en het Textielmuseum meer voor het voetlicht brengen. Om een hoogwaardige en ononderbroken cultuurlaan te realiseren is het wenselijk om de toekomstige Noordlaan niet aan te haken op de kruising Gasthuisring – Spoorlaan, maar deze door te trekken tot de St. Ceciliastraat;
  • de kwaliteit van het openbaar vervoer in Oud-Noord, en dan met name Theresia, kan toenemen met de transformatie van de Spoorzone van "gemiddeld" nu, naar "zeer goed" in de toekomst;
  • uit de wijkanalyse blijkt dat er in Oud-Noord weinig openbaar groen is. Met de aanleg van nieuwe openbare groenvoorzieningen biedt de Spoorzone kansen om hier verbetering in te brengen;
  • in Oud-Noord is al enige jaren behoefte aan een aantal sociale voorzieningen. In de spoorzone kan wellicht een plaats gecreëerd worden voor dergelijke voorzieningen.

Het Wijkplan Oud-Noord noemt verder nog de volgende aandachtspunten voor de buurt:

  • de Noordlaan mag geen barrière vormen;
  • zorgdragen voor een sociaal veilige stationsomgeving;
  • tegengaan van verloedering tijdens planfase en realisatiefase;
  • nieuw te vestigen detailhandel in de Spoorzone mag niet in concurrentie zijn met de bestaande detailhandel in Oud-Noord.

Naast het hierboven aangehaalde beleid zijn er na het Structuurplan Spoorzone nog enkele mede voor de ontwikkeling van de Spoorzone relevante beleidsstukken opgesteld, zijnde de nota Cultuur en het Coalitieakkoord 2010 - 2014. Verder is nog van belang om te wijzen op de visie op de ontwikkeling van hoogbouw in Tilburg en in het bijzonder de Spoorzone.

4.2.1.2 Nota Cultuur 2005 - 2010

In de nota Cultuur 2005 - 2010 "Kunstenmakers" wordt voorzien in vier "cultuurkwartieren" in de stad, waarvan de vierde in de Spoorzone dient te worden ontwikkeld. Het cultureel kwartier in de Spoorzone is een locatie waar gedurende de dag allerlei activiteiten plaatsvinden op het terrein van de beeldende kunst, cultureel erfgoed, theater, film, muziek en dans. De centrale locatie vormt een groot gebouw met expositieruimte, filmzalen, toneelzalen, ruimte voor debat en een centrale ontmoetingsplek met horecafunctie. Ook 'T-SPOOR', een inspirerend, educatief en dynamisch centrum kan in deze locatie gevestigd worden. Daarnaast biedt het cultureel kwartier ook ruimte voor creatieve bedrijvigheid. Het cultureel kwartier is niet alleen "Eat, Drink, Dance and Art" maar ook "Shop" en vooral ook "Work".

Ten aanzien van de afstemming met de ontwikkeling van het cultuurkwartier Veemarktkwartier heeft het college in december 2006 besloten dat bij de ontwikkeling van het Veemarktkwartier het accent wordt gelegd op de maakfunctie (werkplaatsen) en minder op de publieksfunctie, mits niet concurrerend met de Spoorzone-ontwikkeling. Voor publieksfuncties wordt het accent gelegd bij de Spoorzone. Naast deze accentlegging wordt een complementaire ontwikkeling van beide projecten voor gestaan, die geborgd wordt door een programmasturing vanuit de gemeente organisatie.

4.2.1.3 Coalitieakoord 2010 - 2014

In het Coalitieakkoord 2010- 2014 staat een aantal uitspraken die richtinggevend zijn voor de planontwikkeling en het gewenste programma van de Spoorzone. Hieronder zijn deze letterlijk en integraal opgenomen:

  • Het project Spoorzone werkt bij uitstek versterkend voor het vestigingsklimaat mede door de mix van functies in een duurzame omgeving. Een passend woningaanbod aansluitend bij de veranderende vraag in de samenleving mag hier niet onvermeld blijven. Herstructurering van oude wijken in de stad en revitalisering van bedrijventerreinen zijn onverminderd belangrijk. Reeds genomen besluiten over nieuwe bedrijventerreinen zoals Wijkevoort en Kempenbaan stellen we niet ter discussie.
  • De Spoorzone wordt gezien als een belangrijke kans voor de ontwikkeling van de stad. De kennisinstellingen spelen hierbij een belangrijke rol. Waar het gaat om de inspanningen van de gemeente heeft, binnen aanvaardbare kaders, de vestiging van Fontys hoge prioriteit. Fontys wordt gezien als een belangrijke trekker in de ontwikkeling van dit gebied. Het biedt de kans om Tilburg sterker als studentenstad te profileren. Bij de opstelling van het masterplan in 2010 zullen de eerder benoemde ambities voor het kerngebied Spoorzone opnieuw worden bezien, onder andere in relatie tot de visie op het Veemarktkwartier en de Binnenstad en de beschikbare middelen. Het voorkómen van extra exploitatieclaims op het gebied van cultuur is daarbij een belangrijke factor. Wat betreft Spoorzone West realiseert de gemeente de aankoop van het VGL terrein in 2010 en maakt zij – zoals afgesproken met de provincie in het kader van Samen Investeren – vóór 2011 een begin met de sanering van het terrein. Bij de invulling van Spoorzone West, waarin ook de besluitvorming over T-dome en de Musicbox passen, gaat het om publieksintensieve functies zoals sport, beurzen en evenementen. Op basis van de uitgewerkte businesscase maakt de gemeente in 2010 een keuze. Hierbij is exploitatie door commerciële bedrijven het uitgangspunt. De afweging zal onder andere samenhangen met de omvang van een eventuele onrendabele top en daarvoor beschikbare investeringsmiddelen. Een dergelijke grootschalige en langdurige ontwikkeling, die uniek is voor de stad Tilburg, heeft een grote impact op de directe omgeving van de Spoorzone en op de gehele stad. De mening van de burger over de leefbaarheid van de Spoorzone en het laten aansluiten bij de bestaande leefomgeving vinden wij van belang. Daar waar mogelijk wil de gemeente met nog nader te bepalen vormen van burgerparticipatie burgers actief betrekken bij de ontwikkeling van de Spoorzone, evenals stedelijke belangengroeperingen.
  • Het tekort aan studentenwoningen is de laatste jaren deels weggewerkt. Maar het aantal studenten groeit en hun eisen aan de kwaliteit van de woning nemen toe. Uitbreiding van het aanbod blijft aan de orde, waarbij we een accent leggen op ruimte in de binnenstad. Goede studentenhuisvesting draagt ook bij aan de aantrekkelijkheid en levendigheid van de stad. Dat leidt ertoe dat studenten, ook na hun studie, in Tilburg met enthousiasme willen blijven wonen. Als concrete aanzet is het voornemen om in de Spoorzone vijfhonderd studentenwoningen te realiseren.
  • Voor een duurzame economische en ruimtelijke ontwikkeling is goede regionale samenwerking randvoorwaardelijk. Immers de kwaliteit van wonen, werken en recreëren wordt niet bepaald door de grenzen van onze stad. We sluiten ons aan bij het 'position paper' zoals dit is opgesteld door De Ideale Connectie, waarin 'social innovation' het hoofdthema is. Met kracht willen wij deze ontwikkeling voortzetten. Daarmee staan de drie sectoren Leisure, Logistics en Life Sciences niet meer centraal.
  • Spoorzone: kans voor de stad, aankopen terrein Spoorzone West, en ambities voor kerngebied opnieuw bezien.
  • De nieuwe coalitie gaat de komende periode zeventien investeringsprojecten uitvoeren waarmee een totaal investeringsbedrag van ruim € 245 mln. is gemoeid.Het betreft de realisering van:
  • 1. grond Spoorzone West (aankoop, sanering en bouwrijp maken);
  • 2. onderwijs in de Spoorzone (Fontys) en WKO in de Spoorzone.