Plan: | Spoorzone, uitwerkingsplan deelgebied Hart van Brabantlaan (TTS) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2011022-e001 |
In april 2000 is het "Ontwikkelingsperspectief Spoorzone" (van bureau BVR/Riek Bakker) in het College behandeld. Dit perspectief heeft als strategisch raamwerk voor latere planstudies en planontwikkelingen gediend, zoals voor de "Visie Spoorzone Tilburg" (september 2002) van het Atelier van de Rijksbouwmeester.
Aanleidingen om tot een herontwikkelingsvisie op de Spoorzone te komen liggen ondermeer in de volgende gesignaleerde knelpunten:
Daarnaast biedt de Spoorzone een aantal kansen en potenties om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de identiteit van Tilburg, de sociaal-economische structuur. Ook kan met de Spoorzone invulling gegeven worden aan beleidsdoelstellingen van hogere overheden op gebied van mobiliteit en het versterken van stedelijke knooppunten.
Tegelijk met de opstelling van de Visie Spoorzone Tilburg liep een aantal andere planvormingsprojecten die met de bepaling van de stedenbouwkundige invulling van het plangebied in sterke wisselwerking hebben gestaan. Twee belangrijke beleidsnota's in dit kader zijn:
Het Tilburgs Verkeers- en Vervoersplan (TVVP)
Leefbaarheid en bereikbaarheid staan voorop in het Tilburgs Verkeers- en Vervoersplan (TVVP). Om zich verder te kunnen ontwikkelen moet de stad goed bereikbaar zijn per auto, fiets en openbaar vervoer. De planhorizon van het TVVP is 2015. De ontwikkelingen in de spoorzone spelen een belangrijke rol bij het verwezenlijken hiervan, met name met betrekking tot de inrichting van de openbaar vervoersknoop en de verbetering van de bereikbaarheid van de binnenstad (zie ook 4.6).
Masterplan Binnenstad
Op 15 december 2003 is eveneens het Masterplan Binnenstad door de Raad vastgesteld. Het Masterplan Binnenstad geeft richting aan dit structuurplan. In het Masterplan wordt de toekomst van de binnenstad geformuleerd vanuit een samenhangende visie. De vertaling van die visie in plannen en maatregelen vormt vervolgens een geïntegreerd geheel, resulterend in een totaalconcept voor de toekomstige binnenstad. Aan het Masterplan Binnenstad liggen diverse studies ten grondslag.
In aansluiting op de onder 4.2.1 beschreven plannen is het Structuurplan Spoorzone door de raad vastgesteld. Dit plan heeft de status van een wettelijk structuurplan op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Het structuurplan sluit ook aan op de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 (2004) en de diverse thematische beleidskaders die Tilburg voor haar stedelijke ontwikkeling heeft opgesteld. Onderstaand wordt hierop in het kort ingegaan.
De Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 (2004) is de ruimtelijke vertaling en onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente Tilburg tot het jaar 2020 op de gebieden wonen, werken, voorzieningen, recreatie, mobiliteit, natuur, water en landbouw.
Voor de Spoorzone geeft de structuurvisie aan dat, vooral na verplaatsing van de NS-werkplaats, deze zal transformeren tot een locatie met een centrumstedelijk plus milieu: veel functiemenging en een hoge dynamiek. Een substantieel deel van het woningbouwprogramma voor de bestaande stad kan hier worden gerealiseerd. Samen met de binnenstad zal in dit gebied een samenballing plaatsvinden van kwalitatief hoogwaardige voorzieningen. Dit betekent bouwen in hoge dichtheden, een multifunctioneel karakter en stadsoverstijgende functies.
In de beleidsnota Hoofdlijnen economisch beleid 2001 - 2010 is als één van de speerpunten opgenomen de aandacht in het economische beleid van de industrie te verbreden naar de overige economische sectoren als de (zakelijke) dienstverlening.
In de nota(s) Ruimte voor Kantoren (1998, 2001) is de Spoorzone aangewezen als één van de locaties voor nieuwe kantoren. Gedacht wordt hierbij met name aan grotere kantoorgebruikers met veel administratief personeel in de sectoren bank- en verzekeringswezen, overheid en semi-overheid en aan kleinere kantoorgebruikers die veel waarde hechten aan de vestiging in een stedelijke ambiance.
De nota Ruimte voor Detailhandel (2002) en de voortgangsrapportage detailhandel (2007) gaat niet expliciet in op de Spoorzone. Wel wordt er een versterking van de detailhandelsfunctie in de binnenstad voorzien, met name in de categorie recreatief winkelen. Het grootste gedeelte van de nieuwe winkelruimte in de binnenstad tot 2010 is inmiddels op het Pieter Vreedeplein gerealiseerd. Daarnaast richt de nota zich op versterking van kleine en bijzonder winkels in het dwaalgebied.
In de horecanota "Over smaak valt best te twisten (2005)" wordt de Spoorzone gekenmerkt als dé locatie in Tilburg waar (eventueel) één of enkele "stand alone" horacavestigingen (zoals megadisco's en/of nachtclubs) kunnen worden gerealiseerd (horeca III). Voorts voorziet de nota in het beperkt ontwikkelen van functieondersteunende horeca (gerelateerd aan bijvoorbeeld cultuurfuncties of aan het knooppunt van openbaar vervoer) in de categorie I en II. Ook zal ruimte worden geboden aan het beperkt ontwikkelen van horeca in de categorie I en II die bijdragen aan de verlevendiging van het gebied.
In de Woonvisie 2002 kan de locatie TTS zich als onderdeel van de Spoorzone ontwikkelen van werkgebied tot centrum stedelijk - plus woonmilieu. Dit betekent hoge dichtheid, sterke functiemenging en stapeling. Daarbij geldt wel dat zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met milieuaspecten zoals geluid, luchtkwaliteit en veiligheid die gelden voor deze locatie.
De Spoorzone en daarmee de locatie TTS behoort tot de prioritaire (woningbouw)gebieden in Tilburg.
De locatie TTS is in het gemeentelijke beleid aangaande studentenhuisvesting opgenomen als ontwikkellocatie voor studentenhuisvesting. Dit in verband met de opgave om in de periode 2010-2014 duizend extra eenheden te realiseren.
Het realiseren van zelfstandige studentenhuisvesting op de locatie TTS sluit volledig aan op het gemeentelijk beleid hieromtrent. Zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Daarnaast past deze woningtypologie binnen de woonmilieubenadering voor de Spoorzone. Er is sprake van hoge dichtheid en menging van functies. De aanwezigheid van studenten in dit gebied zal de beleving van de Spoorzone als dynamisch onderdeel van het centrum van Tilburg versterken.
De nota Hoger Onderwijs 2003 - 2006 geeft aan dat bij de verdere ruimtelijke ontwikkeling van de Spoorzone het hoger onderwijs zeker zal worden betrokken.
Het wijkplan Oud-Noord (2004) geeft aan dat de ontwikkelingen in de spoorzone kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de inrichting en leefbaarheid van Oud-Noord. Er liggen kansen, maar ook een aantal opgaven uit het wijkplan om rekening mee te houden:
Het Wijkplan Oud-Noord noemt verder nog de volgende aandachtspunten voor de buurt:
Naast het hierboven aangehaalde beleid zijn er na het Structuurplan Spoorzone nog enkele mede voor de ontwikkeling van de Spoorzone relevante beleidsstukken opgesteld, zijnde de nota Cultuur en het Coalitieakkoord 2010 - 2014. Verder is nog van belang om te wijzen op de visie op de ontwikkeling van hoogbouw in Tilburg en in het bijzonder de Spoorzone.
In de nota Cultuur 2005 - 2010 "Kunstenmakers" wordt voorzien in vier "cultuurkwartieren" in de stad, waarvan de vierde in de Spoorzone dient te worden ontwikkeld. Het cultureel kwartier in de Spoorzone is een locatie waar gedurende de dag allerlei activiteiten plaatsvinden op het terrein van de beeldende kunst, cultureel erfgoed, theater, film, muziek en dans. De centrale locatie vormt een groot gebouw met expositieruimte, filmzalen, toneelzalen, ruimte voor debat en een centrale ontmoetingsplek met horecafunctie. Ook 'T-SPOOR', een inspirerend, educatief en dynamisch centrum kan in deze locatie gevestigd worden. Daarnaast biedt het cultureel kwartier ook ruimte voor creatieve bedrijvigheid. Het cultureel kwartier is niet alleen "Eat, Drink, Dance and Art" maar ook "Shop" en vooral ook "Work".
Ten aanzien van de afstemming met de ontwikkeling van het cultuurkwartier Veemarktkwartier heeft het college in december 2006 besloten dat bij de ontwikkeling van het Veemarktkwartier het accent wordt gelegd op de maakfunctie (werkplaatsen) en minder op de publieksfunctie, mits niet concurrerend met de Spoorzone-ontwikkeling. Voor publieksfuncties wordt het accent gelegd bij de Spoorzone. Naast deze accentlegging wordt een complementaire ontwikkeling van beide projecten voor gestaan, die geborgd wordt door een programmasturing vanuit de gemeente organisatie.
In het Coalitieakkoord 2010- 2014 staat een aantal uitspraken die richtinggevend zijn voor de planontwikkeling en het gewenste programma van de Spoorzone. Hieronder zijn deze letterlijk en integraal opgenomen: