Plan: | Groenewoud 2008, 1e herziening (Vogelenzang 4 en 5) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2011017-e001 |
Beleidskader
De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat er in tegenstelling tot vroeger, meer rekening gehouden moet worden met water. Het huidige beleid van het rijk, de provincie, de waterbeheerder en de gemeente is gericht op een duurzaam waterbeheer. Belangrijk in deze aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en het reserveren van de ruimte die nodig is voor de wateropgave.
Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater in 2015. De EU stelt de normen voor prioritaire stoffen. De ecologische doelstellingen zijn regionaal vastgesteld in het Stroomgebiedsbeheersplan Maas. De grondwatervoorraad moet stabiel zijn en natuurgebieden mogen niet verdrogen door een te lage grondwaterstand.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21), -kwaliteit en ecologie (KRW).
Wat het regionale beleid betreft, beheert Rijkswaterstaat het Wilhelminakanaal, de provincie de grondwatervoorraden en de waterschappen het oppervlaktewater. Het Provinciale Waterplan 2010 - 2015 beschrijft het strategische waterbeleid. De uitvoering van de Europese KRW-doelstellingen is daarin opgenomen. Parallel aan het provinciale beleid, zoeken de waterpartners samen met de betrokken landbouw-, natuur- en andere organisaties samen naar passende oplossingen om deze KRW-doelstellingen te realiseren.
Het waterschap De Dommel heeft het Waterbeheerplan 'Krachtig Water' 2010 - 2015 vastgesteld, in dezelfde periode als het Nationale Waterplan 2010 - 2015 en het bovengenoemde Provinciale Waterplan 2010 - 2015. Het plan beschrijft de doelen en inspanningen van het waterschap, en maakt een indeling in zes thema's: droge voeten, voldoende water, natuurlijk water, schoon water, schone waterbodem en mooi water. Naast dit beheerplan beschikt het waterschap over verschillende beleidsregels en van de verordening Keur waterschap De Dommel (datum intrede 22 december 2009), die van belang is voor eventuele ontwikkelingen.
Het waterbeleid van de gemeente Tilburg is vastgelegd in de Structuurvisie Water en Riolering (SWR), met daarin opgenomen het GRP voor de periode 2010 - 2015, met een visie voor de komende 30 jaar. Bij de totstandkoming van dit beleid zijn de waterbeheerders nauw betrokken. De SWR vervangt het Waterplan (1997), het Waterstructuurplan (2002) en het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005-2009), en werkt de nieuwe wet- en regelgeving uit, voornamelijk wat de nieuwe zorgplichten betreft voor het regen- en grondwater, en het actuele rijks-, het provinciale en het regionale beleid.
De visie hanteert de in het Waterplan (1997) vastgestelde algemene doelstellingen voor de lange termijn, gebaseerd op de duurzaamheidgedachte:
Deze visie is samengesteld op basis van bijdragen van burgers, gemeenteraad, en betrokken waterbeheerders. Uit de visie vloeit de opgave voort voor de komende jaren. Als uitwerking van de visie zijn er opgaven geformuleerd en strategische keuzes gemaakt, die gelden als randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Tilburg. Deze randvoorwaarden geven onder andere invulling aan het water als ordenend principe.
Afwegingen
Het deelplan Vogelenzang 5 betreft de realisatie van een complex zorgwoningen. Ter plaatse van Vogelenzang 4 vindt uitbreiding van het bestaande gebouw plaats. De afvoerende oppervlakten in de nieuwe situatie zijn op basis van de planverbeelding bepaald:
Plandeel Oppervlakten |
Vogelenzang 4 m² |
Vogelenzang 5 m² |
Dak | 435 | 1.610 |
Terrein verharding | 280* | 790 |
Verharding openbaar | 0 | 0 |
Water | 0 | 0 |
Totaal | 715 | 2.400 |
* = bestaande verharding wordt gehandhaafd
In het plangebied is sprake van een toename van verharde oppervlakte van ongeveer 770 m². In Vogelenzang 4 is een toename mogelijk tot 205 m² bij handhaving van de terreinverharding. Bij Vogelenzang 5 is de toename 565 m².
Het plangebied valt conform de SWR binnen de af te koppelen gebieden. In de nabije toekomst wordt hier een regenwatersysteem aangelegd waarop de afvoer van regenwater richting de Blauwe Aders kan afstromen. Voor het plangebied is het aldus van belang hemelwater en vuilwater inpandig te scheiden, zodat het na aanleg van de Blauwe Aders het hemelwater hierop kan worden aangesloten. Het vuilwater kan op de bestaande gemengde riolering aansluiten.
De bergingsopgave is verschillend voor bestaande afvoerende oppervlakten en voor onverharde oppervlakten die in de nieuwe situatie ook regenwater afvoeren. Bij de bestaande oppervlakten dient 10 mm geborgen te worden; bij de te verharden oppervlakten is de bergingsopgave 40 mm. Op deze manier is de berekende te realiseren berging 54 m³. Deze berging wordt gerealiseerd binnen het plan Blauwe Aders.
Bij extreem neerslag (T100) wordt een volume neerslag verzameld van 196 m³. Het stedelijk watersysteem kan deze neerslag niet verwerken zonder dat er water op straat ontstaat. De tijdelijke inundatie van het openbaar gebied in deze extreme omstandigheden is acceptabel, echter niet als er veel schade ontstaat in particulier eigendom door overstroming van percelen. In het plangebied is deze situatie niet te verwachten als de Blauwe Aders in bedrijf zijn.
Bij het plan gelden de volgende algemene uitgangspunten: