direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene aanduidingsregels
Plan: Vossenberg Midden 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011002-e001

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 Bevi-inrichting - uitgesloten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding bevi-inrichting - uitgesloten zijn bevi-inrichtingen of de activiteiten behorende bij een bevi-inrichting uitgesloten.

14.2 luchtvaartverkeerzone
14.2.1 luchtvaartverkeerzone-ihcs

Al dan niet in afwijking van het in hoofdstuk 2 van de planregels bepaalde, geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone' ten behoeve van het obstakelvrije vlak een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien deze een bouwhoogte kennen, die de waarde (uitgedrukt in meters boven NAP), die is aangegeven op Bijlage 3 Luchtvaartverkeerszone, overschrijdt.

14.3 geluidzone - industrie

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' de volgende regels:

  • a. voor het bouwen geldt dat geen nieuwe bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van geluidsgevoelige bestemmingen zoals bedoeld in 'Wet geluidhinder' en 'Besluit geluidhinder', met uitzondering van: ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd; onder verbouwen wordt hier verstaan het bouwkundig veranderen van (een deel) van het gebouw en/of (een van) de daartoe behorende gevels; onder nieuwbouw wordt hier verstaan het geheel of nagenoeg geheel vernieuwen van een gebouw, waarbij de situering, bouwhoogte en bouwmassa geheel of nagenoeg geheel overeenkomen met het gesloopte gebouw; de bouw van een bijgebouw bij een woning of de uitbreiding van een bestaande geluidsgevoelige functie conform de in de basisbestemming voorgeschreven bebouwingsregeling;
  • b. het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in dit lid, onder a., indien:
    • 1. is, of kan worden voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, of indien;
    • 2. ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is verleend en aan de daarbij vastgestelde hogere waarde kan worden voldaan. ;
  • c. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie' opgeheven wordt indien de bron van de geluidszone is opgehouden te bestaan.
14.4 veiligheidszone - windturbine

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt dat ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - windturbine' de volgende regels in acht moeten worden genomen:

  • a. de PR 10-6 contour van de te bouwen/plaatsen windturbine mag niet buiten de aangegeven gebiedsaanduiding 'veiligheidszone- windturbine' komen;
  • b. binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-windturbine' mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht;
  • c. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
    • 1. de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-windturbine´ opgeheven wordt, indien de aanwezige windturbine buiten werking is gesteld, of
    • 2. dat de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone-windturbine´ verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de PR 10-6/jaar contour als gevolg van een wijziging kleiner is geworden.