direct naar inhoud van 4.4 Externe veiligheid
Plan: Spoorzone, 2e herziening (deelgebied Zwijsen, fase 1)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010038-e001

4.4 Externe veiligheid

4.4.1 Inleiding

Externe veiligheid heeft betrekking op de risico's die mensen lopen ten gevolge van mogelijke ongelukken met gevaarlijke stoffen bij bedrijven en transportverbindingen (wegen, spoorwegen en waterwegen) en buisleidingen. Omdat de gevolgen van een ongeluk met gevaarlijke stoffen groot kunnen zijn, zijn de aanvaardbare risico's vastgelegd in diverse besluiten en regelingen. De belangrijkste zijn:

  • 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van 2004 (sindsdien enkele keren aangepast);
  • 2. Circulaire "Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" (cRvgs), juli 2012;
  • 3. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), 1 januari 2011.

Binnen de beleidskaders voor deze drie typen risicobronnen staan altijd twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen, zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt.

4.4.2 Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico is de kans dat iemand die zich op een bepaalde plaats bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (zogeheten risicocontour). Het Rijk heeft als maatgevende risicocontour de kans op overlijden van 10-6 per jaar gegeven (indien een persoon zich gedurende een jaar binnen deze contour bevindt, is de kans op overlijden groter dan één op een miljoen jaar). Het plaatsgebonden risico 10-6 is voor ruimtelijke objecten en bestemmingen vertaald naar grenswaarden en richtwaarden.

De wetgeving is erop gericht om voor bestaande situaties geen personen in kwetsbare objecten (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en grote kantoren) en zo min mogelijk personen in beperkt kwetsbare objecten (zoals kleine kantoren en sportcomplexen) bloot te stellen aan een plaatsgebonden risico dat hoger is dan 10-6 per jaar.

Nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare objecten binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn niet toegestaan. Nieuwe ontwikkelingen van beperkt kwetsbare objecten zijn ongewenst, maar wel toegestaan indien gemotiveerd kan worden waarom dit noodzakelijk is. Daarnaast dient aangetoond te worden dat afdoende maatregelen worden genomen om de risico's en de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken.

4.4.3 Groepsrisico

Het groepsrisico is een maat voor de kans dat een bepaald aantal mensen overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De hoogte van het groepsrisico hangt af van:

  • 1. de kans op een ongeval;
  • 2. het effect van het ongeval;
  • 3. het aantal personen dat in de omgeving van de bron (inrichting of transportroute) verblijft;
  • 4. de mate waarin de personen in de omgeving beschermd zijn tegen de gevolgen van een ongeluk.

Het groepsrisico kan worden weergegeven in een grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers en op de verticale as de kans per jaar op tenminste dat aantal slachtoffers. Het groepsrisico wordt bepaald binnen het zogenaamde invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Hoe meer personen per hectare in het invloedsgebied aanwezig zijn, hoe groter het aantal (potentiële) slachtoffers is en hoe hoger het groepsrisico.

4.4.4 Inrichtingen

In het voorliggende plan zijn bedrijven en opslagvoorzieningen binnen het plangebied uitgesloten. Buiten het plangebied zijn geen bedrijven of opslagvoorzieningen aanwezig met een risicocontour, die van invloed is op het plangebied.

4.4.5 Buisleidingen

Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van buisleidingen binnen of rondom het plan- gebied.

4.4.6 Overig transport van gevaarlijke stoffen

Het niet-leidinggebonden transport van gevaarlijke stoffen in Tilburg vindt plaats over de weg, per spoor en over het Wilhelminakanaal.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

Door de gemeente Tilburg worden over verschillende wegen gevaarlijke stoffen vervoerd.

Voor gemeentelijke wegen blijkt uit de Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen, die is opgesteld door Royal Haskoning in april 2008, dat op geen van deze wegen een 10-6 risicocontour aanwezig is c.q. een overschrijding van een risicocontour aan de orde is. Voor het groepsrisico van deze wegen geldt dat conform deze rapportage dat ter hoogte van dit bestemmingsplan geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.

Ten aanzien van de Rijkswegen is de A58 een te beschouwen risicobronnen. Voor deze weg geldt dat voor dit bestemmingsplan geen sprake is van een toename van het groepsrisico en geen overschrijding van de oriëntatiewaarde. Deze weg is daarom niet relevant voor de verantwoordings- plicht.

Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor

Door de gemeente Tilburg loopt de spoorlijn Breda - Tilburg - Eindhoven/'s-Hertogenbosch. Hierover worden onder andere brandbare gassen en brandbare vloeistoffen vervoerd.

Voor deze spoorlijn blijkt uit de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen dat de plaatsgebonden risicocontour 10-6 maximaal een grootte heeft van 8 meter. Het plangebied ligt op een grotere afstand.

In de beleidsvisie externe veiligheid is vastgelegd dat, tot het moment dat het Basisnet in wetgeving is vastgelegd, uitgegaan wordt van de uitgangspunten zoals deze zijn verwoord in het beleidsdocument Koersen op veilig. Dit betekent dat, tot het van kracht worden van het Basisnet, geen objecten mogen worden opgericht binnen 29 meter van het hart van de buitenste spoorlijn. Het bestemmingsplan maakt geen (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk binnen deze afstandsmaat.

In het wordt 7000 m² bruto vloeroppervlak aan bebouwing mogelijk gemaakt. Binnen 30 meter van de buitenste spoorstaaf (zogenaamde plasbrandaandachtsgebied) wordt een half verdiepte parkeerplaats mogelijk gemaakt. Deze parkeerplaats wordt los gezien van het gebouw en niet aangemerkt als een (beperkt) kwetsbare functie.

Ten aanzien van het groepsrisico geldt dat indien sprake is van een initiatief binnen 300 meter van de spoorlijn hier altijd specifiek op ingegaan moeten worden, aangezien sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. De invulling van de verantwoordingsplicht is als bijlage gevoegd bij dit plan.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over het Wilhelminakanaal

Uit de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (december 2009) blijkt dat voor het Wilhelminakanaal geen risico- en veiligheidsafstanden gelden.

4.4.7 Vuurwerk

Binnen het bestemmingsplan zijn geen bestaande verkooppunten en opslagen van consumentenvuurwerk en opslagen van professioneel vuurwerk aanwezig. Op basis van de veiligheidsafstanden in het Vuurwerkbesluit (Besluit van 22 januari 2002, Staatsblad 33 (2002), houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk,) is het niet mogelijk om professioneel vuurwerk op te slaan (en te bewerken) in Tilburg. Er zal dan ook geen medewerking worden verleend aan nieuwvestiging van vuurwerkbedrijven van professioneel vuurwerk in het plangebied.

4.4.8 Restrisico en conclusie

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de volgende relevante risicobronnen: de spoorlijn Breda - Tilburg. Personen in het plangebied worden aan een externe veiligheidsrisico blootgesteld, ook na maatregelen.

Vanwege de ligging van het bestemmingsplan binnen het invloedsgebied van deze risicobronnen is de verantwoordingsplicht ingevuld, zie bijlage. Hierin zijn de volgende conclusies getrokken:

  • de verantwoording is gebaseerd op een overschrijding van de oriëntatiewaarde met een 5,54;
  • de personen aanwezig in de gebouwen binnen de bestemde functies zijn doorgaans zelfredzaam;
  • door het bouwinitiatief neemt het groepsrisico toe ten opzichte van de bestaande situatie;
  • in het plan moeten bouwkundige maatregelen genomen worden om de zelfredzaamheid van de toekomstig aanwezige personen te optimaliseren. De te nemen maatregelen betreffen brandwerende voorzieningen ter voorkoming van brandoverslag, aanbrengen van vloeistofkorven en een vloeistofkerende voorziening langs de parkeerplaats. De gebouwen worden voorzien van een omroepinstallatie. De hoofduitgangen zijn gericht van het spoor af. De ventilatie van het gebouw wordt uitschakelbaar;
  • de blusvoorzieningen en bereikbaarheid zijn nog niet volledig uitgewerkt. Hier zal in overleg met de brandweer bepaald worden hoe deze zal worden uitgevoerd;
  • binnen de gemeente Tilburg vindt beperkt risicocommunicatie plaats.

Het bevoegd gezag accepteert de externe veiligheidsrisico's en neemt de verantwoording voor het groepsrisico.