Plan: | Bakertand Oost 2010 |
---|---|
Status: | geconsolideerde versie |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2010016-f001 |
Natura 2000
Binnen de Europese Unie wordt beoogd een samenhangend netwerk van leefgebieden en soorten te realiseren Natura 2000 genaamd. De Vogel- en Habitatrichtlijngebieden maken hiervan deel uit. Voor beschermde Natura 2000-gebieden geldt dat er door projecten en handelingen geen verslechtering van de kwaliteit van de habitats of een verstorend effect op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen mag optreden (externe werking).
Het plangebied en haar directe omgeving maken geen onderdeel uit van een Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden zijn "Regte Heide & Riels Laag" dat ten zuidwesten van de plaats Goirle ligt en de "Kampina & Oisterwijkse Vennen" die beide op circa 5 kilometer van het plangebied liggen.
Ecologische Hoofdstructuur
De Nederlandse natuur staat steeds meer onder druk, bijvoorbeeld door woningbouw, aanleg van wegen en industrie. Toch leeft bij veel Nederlanders de wens om natuurgebieden in de buurt te hebben. Natuur geeft rust en biedt ruimte voor recreatie. De overheid heeft daarom extra geld uitgetrokken om de Nederlandse natuur te beschermen en verder te ontwikkelen. Door nieuwe natuur te ontwikkelen, kunnen natuurgebieden met elkaar worden verbonden. Zo kunnen planten zich over verschillende natuurgebieden verspreiden en dieren van het ene naar het andere gebied gaan. Het totaal van al deze gebieden en de verbindingen ertussen vormt de ecologische hoofdstructuur (EHS) van Nederland. In figuur 4.2 is deze weergegeven.
Figuur 4.2. Ecologische Hoofdstructuur
Het ruimtelijke beleid voor de EHS richt zich op behoud en ontwikkeling van wezenlijke kenmerken en waarden. Daarom geldt in de EHS het 'nee, tenzij'-regime. Indien een voorgenomen ingreep de 'nee, tenzij'-afweging met positief gevolg doorloopt kan de ingreep plaatsvinden, mits eventuele nadelige gevolgen worden gemitigeerd en de resterende schade wordt gecompenseerd. Indien een voorgenomen ingreep niet voldoet aan de voorwaarden uit het regime, kan de ingreep niet plaatsvinden.
Het bestemmingplan Bakertand Oost 2010 heeft een conserverend karakter en laat geen nieuwe ontwikkelingen toe.
Ecologische verbindingszones
De natuurgebieden die deel uitmaken van de EHS, dienen onderling te worden verbonden door "ecologische verbindingszones". Droge en natte verbindingszones moeten worden ontwikkeld via onder meer beken, waterlopen, dekzandruggen, dijktaluds en bossen, om hiermee de relaties tussen de natuurgebieden te verstevigen en isolatie van populaties op te heffen. In het bijzonder geldt dit voor de amfibieën, dagvlinders, zoogdieren, bosvogels en vissen.
De inrichting van de ecologische verbindingszones kan plaatsvinden in de vorm van natuurvriendelijke oevers, kleinschalige landschapselementen (houtwallen, natte ruigten en schrale natuur), bosjes en schrale graslanden. Een zoekgebied voor de ecologische verbindingszone ligt ten westen van het Oude Beeksepad op de rand van het plangebied.
Nationaal Landschap
Nationale Landschappen kenmerken zich door de specifieke samenhang tussen verschillende onderdelen van het landschap, zoals natuur, reliëf, grondgebruik en bebouwing. Binnen een Nationaal Landschap is ruimte voor sociaal-economische ontwikkelingen, mits de bijzondere kwaliteiten van het gebied behouden blijven en liefst worden versterkt. Plannen voor grootschalige nieuwbouwwijken, bedrijventerreinen en infrastructurele projecten worden daarom afgekeurd. Het plangebied is geen onderdeel van een Nationaal Landschap. Enkele kilometers ten oosten van het plangebied ligt het Nationaal Landschap "Het Groene Woud" bestaande uit bos, heide, zandverstuivingen, graslanden en populierenbossen.
Soortbescherming
De Flora- en faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. In de Flora- en faunawet zijn EU-richtlijnen voor de bescherming van soorten opgenomen (Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn) en het internationale CITES-verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten.
De wet regelt onder meer beheer, schadebestrijding, jacht, handel, bezit en andere menselijke activiteiten die een schadelijk effect kunnen hebben op beschermde soorten. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is 'nee, tenzij'. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. In bepaalde gevallen zijn uitzonderingen mogelijk op deze verboden.
Door het Ecologisch Adviesbureau Cools is in februari 2009 een natuurtoets uitgevoerd voor de mogelijke aanleg van een ontsluitingsweg Bakertand. Het onderzoeksgebied beslaat circa 90% van het plangebied Bakertand Oost. Het deel ten noordwesten van de Hilvarenbeekseweg maakt geen onderdeel uit van het onderzoek. De natuurtoets is opgenomen in bijlage 1.
Op basis van het onderzoek blijkt dat de percelen in het westelijk deel van het plangebied voldoen aan de criteria voor het Leefgebied kwetsbare soorten. Daarentegen voldoen de meeste percelen in het oostelijk deel van het plangebied (Bakertand Oost) niet aan de criteria. De mogelijkheden voor de ontwikkeling van een leefgebied voor kwetsbare soorten (amfibieën en bijzondere planten) zijn hier echter zeer beperkt.
Omdat het bestemmingsplan Bakertand Oost 2010 geen ontwikkelingsruimte biedt aan bedrijfs- en woonbestemmingen, vormt dit bestemmingsplan geen belasting van de bestaande leefgebieden.