Bedrijventerrein Kraaiven 2008 1e herz. (Kraaivenstraat 22)

7.3 Hoofdstuk 2 van de regels: Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 bevat de ´Bestemmingsregels´. In dit hoofdstuk komen de verschillende bestemmingen met bijbehorende bouwregels en gebruiksregels aan bod. Vaak is daarnaast sprake van een nadere eisen-regeling, een aanlegvergunningenstelsel, wijzigingsbevoegdheden e.d.

Bestemmingen
De bestemmingen en aanduidingen in dit bestemmingsplan zijn overgenomen uit het bestemmingsplan Bedrijventerrein Kraaiven 2008 en conform de vastgestelde plansystematiek. Met dit bestemmingsplan wordt toegevoegd de functie-aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- autowasplaats' waarmee mogelijk wordt gemaakt dat, naast de bestaande mogelijkheden die het bestemmingsplan Bedrijventerrein Kraaiven 2008 ook biedt, een autowasplaats gevestigd kan worden.

In het plan is de volgende bestemming opgenomen:

Detailhandel-perifeer

Deze bestemming is opgenomen voor de perifere detailhandelsvestigingen langs de Midden-Brabantweg op bedrijventerrein Kraaiven- de zone met autoshowrooms.

Daarnaast is de volgende dubbelbestemmingen opgenomen:

Leiding-Hoogspanning

Voor de ondergrondse hoogspanningsleiding inclusief bijbehorende rechtstroken, is een dubbelbestemming opgenomen. Aan weerszijden van de hartlijn van de hoogspanningsleiding mogen de gronden binnen een afstand van 2 m niet worden bebouwd.

Functieaanduiding

In het bestemmingsplan is de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-autowasplaats' opgenomen. Hiermee wordt mogelijk gemaakt om ter plaatse van de Kraaivenstraat 22 een autowasstraat te exploiteren.

Gebiedsaanduiding

Geluidzone-industrie

Het bedrijventerrein Kraaiven is een gezoneerd industrieterrein. Op dit terrein is vestiging van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit (IVB) toegestaan. De 50 dB(A)-contour is gelegen over het plangebied voor dit bestemmingsplan en daardoor aangegeven op de plankaart.

Bouwregels
De bouwregels bevatten een uitgebreide regeling ten aanzien van het oprichten van gebouwen en overige bouwwerken in het plangebied (bouwvlak, erf, bouwhoogte, regeling bijgebouwen, etc.). Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt in bouwregels voor (hoofd)gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bouwwerken van algemeen nut.

Nadere eisen en binnenplanse afwijkingsmogelijkheden.
Vaak heeft het college de bevoegdheid om met in achtneming van de daarvoor geldende voorwaarden nadere eisen aan bouwplannen te stellen. Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden, een omgevingsvergunning voor binnenplanse afwijkingen verlenen.

Gebruiksregels
Bij de bestemming worden regels omtrent het gebruik van gronden en bouwwerken gegeven, aangevuld met een aantal binnenplanse afwijkingsmogelijkheden.

Algemene regels voor werken en werkzaamheden
Het bestemmingsartikel van de dubbelbestemming 'Leiding-Hoogspanning' is aangevuld met een omgevingsvergunningplicht t.a.v. bepaalde werkzaamheden en werken, geen bouwwerken zijnde.