Bedrijventerrein Kraaiven 2008 1e herz. (Kraaivenstraat 22)

5.5 Lucht

Het doel van de Wet luchtkwaliteit (opgenomen in hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer) is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Het besluit is primair gericht op het voorkomen van effecten op de gezondheid van mensen. De grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10; fijn stof), lood, koolmonoxide en benzeen geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan, dat op een gegeven tijdstip moet zijn bereikt en waar het juiste kwaliteitsniveau al aanwezig is, zoveel mogelijk in stand gehouden moet worden. Uit berekeningen met de saneringstool 3.1 blijkt dat voor het betreffende gebied voor de zichtjaren 2011,2015 en 2020 geen overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen worden berekend.

De bestemmingen in het plangebied zijn getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen uit hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer. Het plan voorziet in de realisatie van een autowasstraat . Met behulp van een rekentool van de site van infomil is bepaald of het project mogelijk "in betekende mate"bijdraagt. Hierbij is gekeken bij welke maximale verkeersaantrekkende werking een project "in betekenende mate' bijdraagt. Uit de berekening blijkt bij een verkeersaantrekkende werking van 1.100 mvt /werkdag niet sprake is van "in betekenende mate' bijdragen. Dat betekent dat wanneer er gemiddeld circa 150 auto's per dag worden gewassen het project "niet in betekenende mate" bijdraagt. Dit aantal lijkt aan de hoge kant.

Hierdoor kan het plan worden gekenmerkt als een "niet in betekenende mate"-project, zoals bedoeld in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Er zijn geen luchtgevoelige bestemmingen, zoals bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen). Vanuit de Wet milieubeheer bestaat dan ook geen bezwaar tegen dit plan.
De berekening is hieronder weergegeven.