direct naar inhoud van Artikel 3 Leiding - Hoogspanning
Plan: Bedrijventerrein Kraaiven 2008 1e herz. (Kraaivenstraat 22)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010013-e001

Artikel 3 Leiding - Hoogspanning

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een bovengrondse 150KV hoogspanningsleiding, ten behoeve van het transport van elektriciteit, inclusief een strook grond van 2 m aan weerszijden van de as van deze leiding.

3.2 Voorrangsbepaling

Waar een basisbestemming, aangegeven op de kaart, samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen met betrekking tot de basisbestemming zijn in dat geval uitsluitend van toepassing voorzover deze niet strijdig zijn met bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

3.3 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat in afwijking van hetgeen wordt bepaald door de onderliggende basisbestemming(en), binnen de weergegeven dubbelbestemming ´Leiding - Hoogspanning´ begrepen gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden opgericht die zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 3.4.2, omgevingsvergunnning verlenen voor het binnenplans afwijken van de bouwregels in artikel 3.3 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd.

3.4.2 Voorwaarden

De in artikel 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Werken en werkzaamheden

Het is op de voor de dubbelbestemming aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting of bomen, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • b. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;;
  • c. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld of weghoogte;
  • d. het in de grond brengen van voorwerpen;
  • e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • f. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • g. diepploegen;
  • h. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • i. het plaatsen van objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
3.5.2 Uitzonderingen

Het onder 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden verleend is dan wel in uitvoering waren;
  • b. welke betrekking hebben op normale onderhoudswerkzaamheden van geringe omvang, gericht op en noodzakelijk voor het gebruik overeenkomstig de dubbelbestemming of basisbestemming;
  • c. andere werken en/of werkzaamheden noodzakelijk in het kader van het onderhoud of beheer van de aanwezige leiding.
3.5.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De onder 3.5.1 vermelde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico´s ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast. Dienaangaande vraagt het bevoegd gezag advies van de betreffende leidingbeheerder.