direct naar inhoud van 6.1 Bestaand watersysteem
Plan: Reeshof Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001

6.1 Bestaand watersysteem

Gebiedskenmerken

Het plangebied is gelegen in het stroomgebied van de Donge, en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheergebied van waterschap Brabantse Delta.

Reeshof Oost is ongeveer 230 ha groot, en is overwegend woongebied. De Drijflanen en het Reeshofbos zijn gebieden zonder een stedelijke invulling, met een zekere natuurlijk karakter.

Het plangebied bevindt zich in de meest oostelijke deel van de lage stedelijk gebied. In de Drijflanen en het gebied ten oosten van de Burgemeester Baron Van Voorst tot Voorstweg verloopt de terreinhoogte van ongeveer 12,00+ tot ongeveer 9,00+ in korte afstand. Van Zuid naar Noord verloopt het terrein van 10,75 m + NAP in de zuidoostelijke hoek, tot ongeveer 7,75 m + NAP in noordwestelijke hoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001_0024.jpg" Terreinhoogten

Bodem en grondwater

Uit het globaal onderzoek Beheerbestemmingsplannen Gemeente Tilburg, GEOFOX, 23 oktober 2006, blijkt de grondopbouw te bestaan uit overwegend matig grof zand behorende bij de Formatie van Sterksel, zonder noemens-waardig aanwezigheid van leem. Dit zijn zeer goed waterdoorlatende zandlagen. In het oostelijk deel zijn matig fijne zandlagen met zwakke leemlenzen aanwezig. Dit zijn redelijk tot goed waterdoorlatende zandlagen.

Het plangebied ligt geheel in intermediair gebied. Deze gebieden vormen de overgang tussen infiltratie- en kwelgebieden, en worden afhankelijk van plaats en seizoen wisselend gevoed door neerslag of door toestroom van lokaal geïnfiltreerd grondwater. In droge perioden infiltreert neerslag; in natte perioden wordt overtollig neerslag afgevoerd. Er kan lokaal kwel voorkomen. Bij de zone langs de Donge komt kwel structureel voor.

Door de goed waterdoorlatende grondopbouw en de geringe natuurlijke ontwatering is bij de verstedelijking van dit gebied gekozen om het grondwater te reguleren via singels. De beoogde minimale ontwatering van 0,70 m, wordt gehouden dan ook door het drainerende effect van watergangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001_0025.jpg"

Bodemkaart

Oppervlaktewater

In het plangebied liggen verschillende grondwaterregulerende en regenwater bergende singels met kunstmatige oevers. Allen met een stuwpeil dat is afgestemd op voldoende ontwatering. De stuwpeilen van de singels zijn vastgesteld per deelgebied. Het zuidoostelijk deel wordt gehandhaafd op 7,50+ en het noordwestelijk deel op 6,50+. Reeshof Oost vormt het benedenstrooms gebied welke vanaf het zuiden wordt gevoed door water afkomstig van het landbouwgebied drassige driehoek en het bosgebied De Warande. Daarnaast vindt bij extreme buien afwatering plaats van hemelwater afkomstig van De Witbrant.

Op de noordoostelijke hoek bevindt zich de externe overstort Moersedreef. Het afvalwater van de gemengde rioolstelsels ten oosten van het plangebied stroomt in eerste instantie af richting de zuiveringsinstallatie. Bij hoge stijghoogten in de riolering wordt het water geborgen in het overslagriool Wandelbos. Als de capaciteit van deze berging benut is, dan stort het afvalwater over op de watergangen van Gesworen Hoek, over de drempel op 9,00+. Deze nooduitlaat heeft een werkingsfrequentie van gemiddeld 1,5 keer per jaar.

De bovengenoemde watergangenstelsel zijn kwalitatief en kwantitatief in beheer van waterschap Brabantse Delta. De gemeente is onderhoudsplichtig voor de aanvoerriolen.

Voor alle oppervlaktewaterlichamen in de Reeshof is de Keur Waterschap Brabantse Delta van toepassing. Zo is het onder andere verboden zonder vergunning van het dagelijks bestuur handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, de aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd. Hiernaast geldt voor categorie A oppervlaktewaterlichamen dat er binnen 5 meter vanaf de insteek beperkingen voor het gebruik kunnen gelden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001_0026.jpg"

Stedelijk oppervlaktewater

Het Wilhelminakanaal grenst aan het plangebied aan de noordzijde. Ter hoogte van het Wandelbos ligt een stuw in het kanaal met aan de oostzijde een streefpeil van 12,55+ en aan de westzijde een streefpeil van 7,70+. Ten westen van sluis II is het streefpeil 5,15+. Tweede alarmfase hoog water treedt bij het oostelijk deel in bij 12,85+ en tweede alarmfase laag water treedt in bij 12,35+. Dit kanaal heeft een belangrijke transportfunctie en een beperkte waterhuishoudkundige functie. De bodem is niet volledig waterdicht, waardoor het, zij het in geringe mate, invloed heeft op het grondwater. Rijkswaterstaat is de beheerder van de waterkwaliteit en -kwantiteit.

Er zijn plannen voor verdere verruiming van het kanaal richting Tilburg. Voor deze verruiming worden de huidige sluis II en III vervangen door één nieuwe sluis ten noorden van de huidige sluis III. De huidige sluis II wordt afgebroken. Het kanaalgedeelte tussen sluis II en III wordt verruimd naar een klasse IV profiel en krijgt hetzelfde streefpeil als de huidige kanaalgedeelte ten westen van sluis II.

Riolering

In de bestaande situatie is een conventioneel gescheiden rioolstelsel aanwezig binnen het plangebied. Al het vuilwater stroomt af onder vrij verval naar een opvoergemaal, en wordt verder afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie Tilburg, in beheer van het waterschap De Dommel. Het plangebied is in de bestaande situatie volledig gerioleerd.

Het gehele regenwater van het conventioneel gescheiden stelsel wordt in een regenwater rioolstelsel verzameld en getransporteerd naar de watergangen. In de singels wordt het regenwater geborgen en vertraagd afgevoerd naar De Donge op ongeveer 2 Km afstand van de westelijke plangrens.

Functies

Waterschappen Brabantse Delta voert een zodanig beleid dat oppervlaktewateren aan alle kwalitatieve en kwantitatieve eisen voldoen om zijn functies te vervullen. Deze eisen zijn gesteld aan het betreffende oppervlaktewater, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen.

In het Provinciaal Waterplan zijn daarop, na integrale belangenafwegingen, door de provincie waterhuishoudkundige functies toegekend.

De zogenaamde Europese kaderrichtlijn (2000/60/EG) heeft voorrang boven alle nationale wetten en beleid. De uitvoering daarvan leidt tot aangewezen wateren ecologisch in orde. Het waterschap en de gemeente hebben een voorkeursvariant voor de gemeentelijke maatregelen. Deze maatregelen zijn input voor het stroomgebiedsbeheerplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001_0027.jpg"

Keurbeschermingsgebieden

Het beleid van het waterschap is in grote lijnen weergegeven in het Waterbeheersplan 2010 - 2015. Uit de Keurkaarten blijkt dat het Reeshofbos, de Drijflanen en langs het kanaal keurbeschermingsgebied is.