direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen
Plan: Reeshof Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001

Artikel 5 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Functie

De voor ´Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een verkooppunt motorbrandstoffen in de vorm van vloeibare brandstoffen, gecomprimeerd aardgas en electra, zonder LPG;
  • b. bouwwerken van algemeen nut.
5.1.2 Aanduidingen

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. specifieke vorm van bedrijf-autowasplaats;
  • b. verkooppunt mortorbrandstoffen met lpg;
  • c. vulpunt lpg;
  • d. specifieke bouwaanduiding-luifel,

zijn de voor ´Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen´ aangewezen gronden mede bestemd voor de daarbij weergegeven functies.

5.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. detailhandel in de vorm van een pompshop, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 100 m2 per bouwperceel;
  • b. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. tuinen en erven;
  • e. objecten voor beeldende kunst;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 5.1.1 en 5.1.2 genoemde functies.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Bestaande bebouwing welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum waarbij de oppervlakte van de pompshop niet meer bedragen dan 100m²;
  • c. de bouw- en/of goothoogte mag niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum;
  • d. de gebouwen mogen in maximaal 1 bouwlaag worden gebouwd.
5.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op het onbebouwd erf niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag in het bouwvlak niet meer dan 5 m en op het onbebouwd erf niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-luifel' aan de Burgemeester Baron van Voorst tot Voorstweg 151 mag de bouwhoogte van de overkapping ten behoeve van het pompeiland en/of autowasplaatsen niet meer bedragen 6 m;
  • d. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-luifel' op het perceel gelegen aan de Huibevendreef 18-20-22 mag de bouwhoogte van de overkapping ten behoeve van het pompeiland niet meer bedragen 4,5 m;
  • e. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-luifel' op het perceel aan de Huibevendreef 18-20-22 mag de oppervlakte van de overkapping ten behoeve van het pompeiland niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum;
  • f. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-luifel' op het perceel aan de Burgemeester Baron van Voorst tot Voorstweg 151 mag de oppervlakte van de overkapping ten behoeve van het pompeiland en autowasplaatsen niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van de overkapping ten behoeve van het pompeiland maximaal 400m² bedraagt;
    • 2. de oppervlakte van de overkapping ten behoeve van de autowasplaatsen maximaal 200m² bedraagt.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 5.4.2, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 5.2.4 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen in het onbebouwd erf tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • b. het bepaalde in 5.2.4 onder b voor de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 10 m binnen het bouwvlak en tot een hoogte van maximaal 6 m in het onbebouwd erf voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde die naar hun aard en bestemming op een onbebouwd erf toelaatbaar zijn waaronder reclamezuilen, vlaggenmasten e.d.
5.4.2 Voorwaarden

De in artikel 5.4.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de bedrijfspresentatie, de constructie of verschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
  • b. de bebouwingskarakteristiek van de straat niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • h. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen, wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken anders dan genoemd in artikel 5.1;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan bedoeld in artikel 5.1.3 sub a;
  • d. voor de uitoefening van enige tak van handel inclusief detailhandel, anders dan volgens het bepaalde in lid 1;
  • e. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij deze ter realisering en/of handhaving van de bestemming is;
  • f. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij deze ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • g. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, tenzij deze ter handhaving van de bestemming dient;
  • h. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.