direct naar inhoud van Artikel 12 Sport
Plan: Reeshof Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Functies

De voor ´Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

12.1.2 Aanduidingen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'zend-/ontvangstinstallatie' zijn de voor Sport aangewezen gronden mede bestemd voor (een) zendmast(en) met bijbehorende installaties en bouwwerken;
    • 2. 'sauna' zijn de voor Sport aangewezen gronden mede bestemd voor sauna en overige welness activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn de voor Sport aangewezen gronden mede bestemd voor maatschappelijke voorzieningen echter met dien verstande dat daar waar de geluidbelasting hoger is dan 53 dB geen geluidgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd.
12.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Sport´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. kantines en restauratieve voorzieningen;
  • b. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • c. tuinen en erven;
  • d. objecten voor beeldende kunst;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 12.1.1 en 12.1.2 genoemde functies.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende algemene regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum bedragen;
12.2.2 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag binnen het bouwvlak niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de hoogte van zend-/ontvangstmast(en) ter plaatse van de aanduiding zend-/ontvangstmast mag niet meer bedragen dan 40m.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 12.4.2, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. bepaalde in 12.2.1 onder d met betrekking tot de maximale bouwhoogte tot een maximum van 7m;
  • b. het bepaalde in 12.2.3 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • c. het bepaalde in 12.2.3 onder b voor de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 20 m;
  • d. het bepaalde in 12.2.1 voor het bouwen van al dan niet vrijstaande ruimte binnen het bebouwingsvlak ten behoeve van buitenschoolse kinderopvang bij sportcomplexen die zijn gelegen binnen de bebouwde kom. Daar waar het aangegeven bebouwingsvlak nagenoeg geheel dan wel geheel is bebouwd mag de bouw van de al dan niet vrijstaande ruimte direct buiten het bebouwingsvlak plaatsvinden, echter direct grenzend aan dat bebouwingsvlak en voorts tot een maximum van 20% van de oppervlakte van het bestaande bebouwingsvlak.
12.4.2 Voorwaarden

Omgevingsvergunning als bedoeld in 12.4.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • b. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.

Omgevingsvergunning als bedoeld in 12.4.1 sub f wordt slechts verleend onder de navolgende voorwaarden:

  • a. de ruimte voor buitenschoolse opvang dient ondergeschikt te zijn aan de bestaande en binnen de bestemming nog mogelijk te realiseren bebouwing ten behoeve van de betreffende sportvereniging/club op het sportcomplex;
  • b. de bouwregels die gelden voor bebouwing binnen het bebouwingsvlak dienen in acht te worden genomen;
  • c. er mag geen sprake zijn van een ontoelaatbare verkeersaantrekkende werking en er moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. de realisering van de ruimte voor buitenschoolse opvang moet verder aanvaardbaar zijn op grond van landschappelijke en mogelijk nog andere van belang zijnde stedenbouwkundige aspecten, alsmede milieuaspecten, zoals externe veiligheid.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming ´Sport´, wordt in elk geval gerekend:

  • a. de uitoefening van enige tak van handel, nijverheid of dienstverlening daaronder begrepen een ambachtelijk of industrieel bedrijf;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij deze ter realisering en/of handhaving van de bestemming is;
  • d. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van buitenschoolse kinderopvang;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
12.5.2 Toegestaan afwijkend gebruik

Incidenteel - op basis van een daartoe verleende evenementenvergunning - van de bestemming sport afwijkend gebruik t.b.v. zomeractiviteiten, spelen, theater, festival e.d. is toegestaan.

Tevens is -op basis van een daartoe verleende evenementenvergunning - ten behoeve van incidenteel en kortstondig afwijkend gebruik van sportcomplexen (zowel overdekt als in de openlucht), het plaatsen van tijdelijke onderkomens e.d. toegestaan ten behoeve van feestactiviteiten met een besloten karakter waarbij tevens een directe relatie bestaat met de (sport)vereniging, met dien verstande dat:

  • a. aan deze vergunning voorwaarden kunnen worden verbonden ter beperking van onaanvaardbare overlast van de (woon)omgeving, onder meer voor wat betreft parkeren, geluidhinder, situering van tijdelijke onderkomens e.d.;
  • b. overnachtingen in welke vorm dan ook, niet zijn toegestaan.
12.6 Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de specifieke gebruiksregels
12.6.1 Binnenplans afwijken t.b.v. buitenschoolse kinderopvang bij sportcomplexen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 12.5.1 sub f ten behoeve van buitenschoolse kinderopvang bij sportcomplexen die zijn gelegen binnen de bebouwde kom, onder de navolgende voorwaarden:

  • a. de ruimte voor buitenschoolse opvang dient ondergeschikt te zijn aan de bestaande en binnen de bestemming nog mogelijk te realiseren bebouwing ten behoeve van de betreffende sportvereniging/club op het sportcomplex;
  • b. de onbebouwde gronden welke deel uitmakende van het sportcomplex mogen tevens gebruikt worden als speelterrein behorende bij de buitenschoolse kinderopvang.