direct naar inhoud van 7.4 Archeologie
Plan: Berkel 2008, 3e herziening - St. Willibrordstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010010-e001

7.4 Archeologie

7.4.1 Inleiding

De standaard archeologische inventarisatie voor onderhavig bestemmingsplan is uitgevoerd door Fontys-Bilan te Tilburg en is tot stand gekomen op basis van verschillende bronnen.

De volgende werkinstrumenten zijn hoofdzakelijk gebruikt bij dit traditionele archeologische bureauonderzoek:

  • de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek;
  • de database van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (Archis, Archeologisch informatiesysteem) en
  • de Archeologische Monumenten Kaart (AMK).

Naast deze bronnen is gebruik gemaakt van de Archeologische Waarschuwingskaart Tilburg (ARWATI, concept) en het databestand van het Regionaal Archief Tilburg (RAT). Op grond van de beschikbare gegevens wordt een goed beeld verkregen van de algemene archeologische verwachtingswaarde in het plangebied.

Dit beeld wordt verder aangescherpt met een landschapsanalyse en door gebruik van lokale bronnen. De landschapsanalyse is opgesteld aan de hand van onder andere de geomorfologie en de bodem, maar ook door het interpreteren van bijvoorbeeld de (vroegere) infrastructuur en lokale archeologische waarnemingen. Om de historische ontwikkelingen in het plangebied in een breder kader te kunnen plaatsen, werd eerst de ontwikkelingsgeschiedenis van Tilburg in het algemeen onderzocht en vervolgens die van het plangebied in detail. De lokale bronnen omvatten onder andere historische kaarten, architectuurfoto´s en luchtfoto´s en geschreven bronnen waaronder plaatsbeschrijvingen en veldnamen, bebouwingsgegevens en veldverkenningen.

Landschappelijke, archeologische en (cultuur)historische gegevens werden in dit onderzoek samengevoegd tot een reconstructie van de ontwikkelingsgeschiedenis van het plangebied. De reconstructie werd vervolgens vertaald naar een archeologische verwachtingswaarde voor het plangebied die nader kon worden gespecificeerd door er bodemverstorende activiteiten zoals wegen- en huizenbouw bij te bestekken.

7.4.2 Archeologische verwachting
  • IKAW: het plangebied is niet gekarteerd op de IKAW.
  • ArWaTi: het plangebied ligt in een gebied met onbekende verwachting en grenst aan een zone met hoge archeologische verwachting.
  • Het plangebied ligt niet in of grenst niet aan een AMK-Terrein.
  • ARCHIS en RAT: uit de directe omgeving van het plangebied is een aantal meldingen bekend:
  • Ten noorden van de Willibrordstraat zijn bij de aanleg van de wijk aan de Donatus- en Gerardusstraat losse vondsten van vroeg- tot laatmiddeleeuws aardewerk bekend. In een bouwput en uit de wegcunetten is sprake van fragmenten Pingsdorff-aardewerk, 1 fragment Andenne, 1 fragment Badorf, en enkele fragmenten van bol- en kogelpotten. In de tuin van Willibrordstraat 3 zijn telkens 1 fragment van een kogelpot, Andenne en Paffrath aardewerk, 2 fragmenten Elmpter waar, evenals drie niet nader gedetermineerde grijsbakkende scherven gevonden. Deze vondsten hangen samen met de aanwezigheid van de voormalige en van oorsprong middeleeuwse Willibrorduskapel (gesloopt in 1910), waarvan de fundamenten van het zuidelijke transept tijdens een kleinschalig onderzoek door toenmalig stadsarcheoloog Henk Stoepker in 1983 aan het licht kwamen. Bij het delven van graven op het kerkhof van de huidige parochiekerk werden vergelijkbare vondsten gedaan.
  • In februari, maart en november 2004 voerde BILAN in opdracht van de Gemeente Tilburg een archeologisch vooronderzoek uit voor het plangebied Overhoeken-Koningsoord, ten westen van het plangebied. Uit het veldonderzoek bleek dat de bodem in het midden en het noorden van dit gebied plaatselijk nog een hoge mate van gaafheid vertoonde. Tijdens oppervlaktekartering op een aantal van deze percelen werden bovendien aardewerkfragmenten uit de vroege en late Middeleeuwen, enkele Romeinse scherven en een aantal prehistorische vondsten aangetroffen, waaronder een klingfragment uit het midden- of laat-Neolithicum.
  • Op enkele honderden meters ten oosten van het plangebied is op de Berkelse Akkers in 1992-1993 een urnengrafveld uit de ijzertijd opgegraven. In totaal kwamen eenentwintig kringgreppels, vier vlakgraven en twee langbedden aan het licht. Het bijhorende schervenmateriaal stamde uit de vroege en het begin van de midden-ijzertijd (ca. 750-400 v.C.).
  • Verwachting: het plangebied heeft een hoge archeologische verwachting.
  • De te verwachten bodemverstoring die met de planrealisatie gemoeid is, is relatief gering. Er wordt dan ook geen nader archeologisch op deze locatie voorgeschreven.
7.4.3 Conclusie archeologie

Samenvattend is het oordeel dat aan het plangebied kan een hoge archeologische waarde worden toegekend. Op de hoger gelegen enkeerdgronden zoals die van het plangebied kunnen sporen van gebruik uit de periodes tussen steentijd en Romeinse tijd worden verwacht. Gelet op de relatief geringe omvang van de te verwachten bodemverstoring wordt echter geen archeologisch onderzoek noodzakelijk geacht. Planrealisatie zal geen negatieve effecten op de cultuurhistorie ter plekke hebben.

Vanuit het oogpunt van cultuurhistorie bestaat er geen bezwaar tegen het bouwen van een woning op deze locatie. Archeologisch onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.