Plan: | Enschot 2008 1e herz. (Bosscheweg 11) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2009028-e001 |
De bovengenoemde onderzoeken en ontwikkelingen zijn gehanteerd voor het verkennen van de kansen om duurzaam om te gaan met hemelwater voor het plan De Waaier, zoals omschreven in het gemeentelijke waterplan (GWP) en zijn vertaling in het Waterstructuurplan (WSP), het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) en de vierde nota waterhuishouding (NW4).
De zuidoostelijke helft van het gebouw wordt gesloopt en komt in de plaats een grotere vleugel. Het gebouw wordt dan ongeveer 550 m² groter aan de noordzijde en 110 m² aan de zuidzijde, ten koste van de parkeerplaats. Het bestaande gebouw watert af richting oppervlaktewater, via de naastliggende watergang. Bij de nieuwbouw kan het hemel- en het vuilwater ook weer gescheiden ingezameld worden en, zoals nu het geval is, apart afgevoerd worden: het vuilwater richting het bestaand gemengde rioolstelsel in de Bosscheweg, en het hemelwater via de bestaande watergang.
In het complex is een zwembad geprojecteerd met een inhoud van 50 m³. Bij het onderhoud komt een piekdebiet vrij van maximaal 20 m³/u. In het ontwerp van de installaties ten behoeve van de binnenriolering en aansluitleidingen, wordt er rekening gehouden met deze incidentele lozingen ten aanzien van de afvoercapaciteit van de vuilwater aansluitleidingen.
Op het parkeerterrein komt een parkeergebouw te staan, met een oppervlakte van ongeveer 2.000 m². Per saldo verandert niets aan de verharde oppervlakte, want die oppervlakte is verhard in de bestaande situatie. Het hemelwater afkomstig van dit bouwwerk kan ook richting het oppervlaktewater afwateren, via de naastliggende watergang. Het eventuele vuil water wordt aangesloten op de bestaande riolering in de Bosscheweg.
Op grond van het bovengenoemde globale gegevens, ontwikkelingen en beleidsdocumenten, zijn in overleg met de waterbeheerder de bouwstenen vastgelegd voor het nieuwe watersysteem. Wegens de slecht doorlatende bodem en de over het algemeen hoge grondwaterstand is het niet mogelijk gebleken een infiltratiesysteem aan te leggen. In het plangebied en voor rekening van de ontwikkelende partij(en), dienen de volgende randvoorwaarden in acht genomen te worden bij het herontwikkelen van het plangebied: