direct naar inhoud van 8.2 Externe veiligheid
Plan: Zorgvlied 2008, 1e herziening (Bredaseweg 458)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2009008-e001

8.2 Externe veiligheid

Algemeen

Externe veiligheid heeft betrekking op de risico's die mensen lopen ten gevolge van mogelijke ongelukken met gevaarlijke stoffen bij bedrijven en transportverbindingen (wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen). Omdat de gevolgen van een ongeluk met gevaarlijke stoffen groot kunnen zijn, zijn de aanvaardbare risico's vastgelegd in diverse besluiten en regelingen. De belangrijkste zijn:

  • Besluit externe veiligheid inrichtingen van 2004.
  • Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen van 2004;
  • Circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen van 1984;
  • Circulaire "Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zondering langs transportleidingen voor brandgare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie" 1991;

De normen in de besluiten zijn vastgelegd in de vorm van grenswaarden en richtwaarden. De grenswaarden geven de milieukwaliteit aan die op een bepaald tijdstip ten minste moet zijn bereikt, en die, waar zij aanwezig is, ten minste in stand moet worden gehouden. De richtwaarden geven de kwaliteit aan die op een bepaald tijdstip zoveel mogelijk moet zijn bereikt en die, waar zij aanwezig is, zoveel mogelijk in stand moet worden gehouden. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan bovengenoemde normen. De ontwikkelingen zijn niet toegestaan als deze leiden tot een overschrijding van de grenswaarden, terwijl van de richtwaarden kan worden afgeweken. Het externe risico wordt uitgedrukt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Het plaatsgebonden risico is de kans dat iemand die zich op een bepaalde plaats bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het beleid is er op gericht om geen personen in kwetsbare objecten (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en grote kantoren) en zo min mogelijk personen in beperkt kwetsbare objecten (zoals kleine kantoren en sportcomplexen) bloot te stellen aan een plaatsgebonden risico dat hoger is dan 10-6 per jaar. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (zogeheten risicocontour). Nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare objecten binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn niet toegestaan. Nieuwe ontwikkelingen van beperkt kwetsbare objecten zijn ongewenst, maar wel toegestaan indien gemotiveerd kan worden waarom dit noodzakelijk is. Daarnaast dient aangetoond te worden dat er afdoende maatregelen worden genomen om de risico's en de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken.

Het groepsrisico is een maat voor de kans dat een bepaald aantal mensen overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De hoogte van het groepsrisico hangt af van:

  • de kans op een ongeval;
  • het effect van het ongeval;
  • het aantal personen dat in de omgeving van de bron (inrichting of transportroute) verblijft;
  • de mate waarin de personen in de omgeving beschermd zijn tegen de gevolgen van een ongeluk.

Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers en op de verticale as de kans per jaar op tenminste dat aantal slachtoffers. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de calamiteit.

Het groepsrisico laat zich niet in de vorm van een risicocontour op een kaart weergeven, maar kan wel worden vertaald in een dichtheid van personen per hectare. Hoe meer personen per hectare in het invloedsgebied van een hier bedoeld ongeval aanwezig zijn, hoe groter het aantal (potentiële) slachtoffers is. Het ijkpunt, waarbinnen gezocht moet worden naar maatschappelijk aanvaardbare grenzen, voor het groepsrisico is vastgelegd in een oriëntatiewaarde. Langs transportverbindingen zijn de oriëntatiewaarden 10-4 per jaar voor 10 slachtoffers, 10-6 per jaar voor 100 slachtoffers, 10-8 per jaar voor 1000 slachtoffers etc.

Op grond van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen is het vereist invulling te geven aan de Verantwoordingsplicht bij het opstellen van een bestemmingsplan als het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van een risicobron. Voor het groepsrisico ten gevolge van transportbronnen is de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen gepubliceerd. Ook deze circulaire kent het principe van de verantwoordingsplicht.

De omgang met de verantwoordingsplicht

In artikel 13 van het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' zijn criteria gegeven die bij invulling van de verantwoordingsplicht in acht moeten worden genomen indien het plangebied is gesitueerd binnen het invloedsgebied van een risicobron.

Het is aan burgemeester en wethouders om te besluiten of het restrisico bestuurlijk aanvaardbaar wordt geacht. Voor deze afweging dienen de onderstaande categorieën A t/m F behandeld te worden:

  • A. Ligging groepsrisico t.o.v. oriënterende waarde
  • B. Toename groepsrisico t.o.v. nulsituatie
  • C. De mogelijkheden van zelfredzaamheid van de bevolking
  • D. De mogelijkheden van hulpverlening
  • E. Nut en noodzaak van de ontwikkeling
  • F. Het tijdsaspect

A + B Ligging GR t.o.v. de oriëntatiewaarde en Toe- / Afname t.o.v. 'nulsituatie'

De nieuw te bouwen woning ligt in het invloedsgebied van de Bredaseweg en het LPG tankstation aan de Baroniebaan 2. De Bredaseweg vormt één van de wegen die is opgenomen in de routering voor gevaarlijke stoffen binnen Tilburg. Voor het LPG tankstation is door Oranjewoud een veiligheidsrapport opgesteld met projectnr. 080707-187164 d.d. 29 juli 2008. Uit de berekening blijkt dat de toename van het GR ten opzichte van de '0-situatie' gering is. De berekende fN-curve van het GR, blijft onder de oriëntatiewaarde. Dat deze woning een bijdrage teweeg brengt aan de fN-curve komt door de relatief korte afstand van de woning tot het LPG tankstation.

C De mogelijkheden van zelfredzaamheid

De zelfredzaamheid wordt bepaald door aansluiting van het perceel op de mogelijke vluchtwegen en de zelfredzaamheid van de personen zelf. Het gaat hier om zelfredzame personen. Hoe precies de inrichting van de woning en eventuele hekwerken rondom de woning al dan niet de vluchtroutes zal beïnvloeden is niet duidelijk. Het is dan ook niet te zeggen of de woning tijdig ontruimd kan zijn en de bewoners op zeker 200m van het pand af kunnen komen binnen 15 minuten.

De regionale brandweer heeft naar aanleiding van het concept groepsrisicoverantwoording aangegeven dat de zelfredzaamheid kan worden verbeterd door het aanbrengen van splinterwerend glas in de woning of glas met een speciale folie. Hierdoor zullen personen minder snel verwond raken door glassplinters. Daarbij wordt de aanvrager geadviseerd om vluchtmogelijkheden te creëren van het tankstation af. De aanvrager zal middels een brief op de hoogte gesteld worden van het advies van de brandweer.

D. De mogelijkheden van hulpverlening

Als er een Bleve ontstaat, zal deze afhankelijke van de omstandigheden in 8 tot 20 minuten zich ontwikkelen. Indien er voldoende water aanwezig is en de alarmering snel plaatsvindt kan een Bleve worden voorkomen. Dit kan echter niet worden gegarandeerd.

E. Nut en noodzaak van de ontwikkeling

Er is geen nut en noodzaak van de ontwikkeling bekend.

F. Tijdsaspect

De regionale brandweer heeft aangegeven dat de opkomsttijd voor de brandweer ongeveer 6 minuten bedraagt. De opkomsttijd omvat de verwerkingstijd van de meldkamer met daarbij opgesteld de rijtijd van de kazerne naar de locatie. De bereikbaarheid van het tankstation is goed.

Conclusie

Het kavel dat gebruikt gaat worden voor de woning ligt op korte afstand van het LPG tankstation aan de Baronielaan 2. Hierdoor vindt er een toename plaats van het groepsrisico. De woning ligt buiten de plaatsgebonden risicocontour. Een bestemmingsplan is niet van een zodanig detailniveau dat aspecten als splinterwerend glas en vluchtwegen in het ruimtelijke besluit meegenomen kan worden. Dit zijn wel aspecten die de zelfredzaamheid kunnen beïnvloeden. De aanvrager wordt op de hoogte gesteld van het advies van de regionale brandweer.