direct naar inhoud van 2.3 Historie
Plan: Udenhoutseweg 8
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2009005-e001

2.3 Historie

Udenhout heeft een lange historie, als nederzetting en later als zelfstandige gemeente. In 1232 komt de naam ''Udenhout'' al voor in de archieven. In het verleden waren de stukken grond in en rondom Udenhout in handen van hertogen en groot grondbezitters. Udenhout is van oorsprong een boshoevennederzetting, waarin zich hoevenstroken bevonden. Deze hoevenstroken waren een economische eenheid waarop landbouw werd bedreven, de stukken grond bestonden meestal uit akkerland, weiland, hooiland en soms een stuk bos voor hakhout. Bij de kop van de percelen werd gebouwd. Udenhout heeft de unieke eigenschap dat het zowel op historisch als landschappelijk gebied aangetoond kan worden dat het om een boshoevennederzetting gaat. Udenhout was in beginsel een kruising op doorgaande routes, naar verschillende omliggende plaatsen. De belangrijke route liep langs de hedendaagse Mortel, de Kreitenmolenstraat, Van Heeswijkstraat, de Slimstraat en het Kuilpad. Langs de straten (toen soms nog in andere vorm en naamgeving) ontstond lintbebouwing in de vorm van boerderijen en vormde zo een uitgestrekte nederzetting. De landgoederen vielen langzaam uiteen en er vormde zich buurtschappen. Belangrijke gebouwen werden gesitueerd nabij de kruising van de Groenstraat, de Kreitenmolenstraat, Schoorstraat en de Slimstraat (rond 1500). De Nederzetting ontwikkeld zich verder langs de linten. Udenhout heeft een karakteristiek patroon van langgerekte en breed geprofileerde straten (Groenstraat-Slimstraat). De 'kruisstraten' zijn de straten haaks op de linten.

Langzaam ontstaan er veranderingen in Udenhout o.a. op infrastructureel gebied. De hoofdwegen werden rond 1850 verhard en al in 1822 werd de nabij gelegen Rijksweg Tilburg - Den Bosch aangelegd. In 1881 kreeg Udenhout aansluiting op het spoornet met een eigen station (spoorlijn Tilburg-Den Bosch). Toch bleven grote uitbreidingen en nieuwe ontwikkelingen uit. Bebouwing langs de al bestaande linten en bebouwingsstructuur breidden zich uit en vullen de gaten op (1840-1900). Voor 1900 bestond de bebouwing dan voornamelijk uit boerderijen. Na 1900 ontwikkelden zich de eerste woonhuizen, vaak gecombineerd met een winkel of ambachtelijk bedrijf. Voorzieningen als de kerk, het raadhuis en twee scholen worden gesitueerd rondom de kruising en het zijn de steenfabrieken die opkomen.

Na 1900 zette de groei van Udenhout door. De lege plekken in de linten worden opgevuld en de eerste dwarsstraten ontstonden haaks op de linten. (o.a. van Heeswijkstraat). De boerderijen als wel de arbeiderswoningen beschikten doorgaans over diepe achtertuinen, met ruimte voor de aanleg van een moestuin. Huize St. Vincentius verscheen voor het eerst op de kaart van 1956. Het was geopend in 1925, door de Zusters van de Choorstraat uit Den Bosch. Bij de Strijdhoeve ten noorden van Udenhout ontstonden steeds meer agrarische landschappen ten kosten van bossen.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de groei van Udenhout op gang. Zowel in Het noordoosten en in het zuidoostelijke deel werden wijken gebouwd. Het is vanaf deze tijd dat Udenhout van een lintdorp naar een dorp met woonbuurten is uitgegroeit. Enkele belangrijke nieuwe straten werden aangelegd. De Zeshoevenstraat ontsluit de Kreitenmolenstraat met de Berkelseweg en de Achthoevenstraat verbindt de Groenstraat met de Kreitenmolenstraat. De wijken Achthoeven en Zeshoeven werden ontwikkeld (verwijzend naar de vroegere landgoederen die uit zes en acht hoeven bestonden). Het noordwesten van Udenhout bleef nog vrij van bewoning. Dit kwam door bezittingen van het landgoed ´De Strijdhoef´ en door de nattere bospercelen. Het gebied tussen de spoorlijn en Zeshoeven werd in de jaren ´70 ontwikkeld tot sportpark. Het treinstation van Udenhout werd opgeheven in 1965.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2009005-e001_0003.jpg"